•qeRqoe aqouS do aqqRuSaqupsap ura saooud
uaa qoq Suquam azuo jbru qxp qpqeq uap 'uauaqqoaqsuaA
puaAfqqq uazoq^uaM (SqunpSuBq) aqaA ura uapaqSqpuBqsuio
9q0STUI0U009 u9 aqBXOOS 9p j99uurm uapuoj) j3m-qaXU
u9 uapua^a9" uassnq Suquueds aqaqoos opuauiauaoq op
jlfpqauiBU 'SuTia^^TMquo a>ifqqaddBqosqRem apua^aMgueqaq
U99 qarn uapnoqaS Suqua^au uaaS qaqsjooAsSuquaSau qaq
up sx aqqoqsuax 'qqoRjqaS uapaoM - ppaquaAO aqe^oq op
jooa uaqso>i uapuoqjaA ubrjbbp ap qam - naaApuspuBqsfpq
do e^aauqsqqoaa sjqaz jo aaqqaus 3upjn:°A9q ap qpn
uadaoaS aaaoi spaaqs qaprao aqsqaaq qpa 'pxaqaaAO aqa:>\oq
ap do uaqsojj ap ura SupqaquaMje ua uaqqoaasSuxaajiqxn ap
ura SuxaapuxujaaA ap ux uapaoM uapuoAaS xbjooa qasqaqs
-spxaqaa^az aqapoos qaq ux uaSuxSxuxnzaq ap qap qjoaq
SqoAaS qoq SupSpzfXMqasqaqs auaqsaSaooA ap qap aaqqoa
uazauA fqM -uaop do daoaaq uaa aa axp uauaSap aooA
qpaoM jjf pqajjuaSaoq jaqaq qaq qRpoz 'uauf pquioojqs aq
uaSuqqaSajsSuqja^qpn ura uiaaqsAs aSxqqoxzaoopuo uaqaA
aooA 'aSpppnq qaq mo ufxz SpzaMuea uauapaa apuaopxoA
uaxzaq qoxz do aa qap Suxuaui ura Cxm ufpz *D*N"A 9P 49W
•qjaapueaeS SuequauiRS aaaqaq uaa ua sx aaSppnoAuaa qxp
qap paaoAaSuRR qpaoH ubajbbm paaaquasaadaS jaqqeuaaqqa
uaa aaqsxuxcu ap aoop aSBJAUBBsaxApe ap do axqoaaa sqe
'O'N'A 9P 1J"H °Z "Spzaq doqoA Sou ufxz uiaoA apqaqs
-aSaooA SuxaaSaa ap aoop ap ux qasqaqs Mnaxu uaa ura
ppaq>tf pqasuaM ap aaAO sapssnospp aa •uaSuqSquajaASjfpjp
-aq ap ura uaAaS aq uapueq ux qaMspqaqsooq^jaM aMnaxu
azap ura SuxaaoAqxn ap ua AMM ua MM 9P "BA axqaaS
-aqux qoq urrS aq uoao qg6i oxpatu spaaa 'Suquaxzaaq
-qasqaqs qoq uamojj aq mo dooquee sqe 'mo uaAaSaS uauuaji
aq X9 aaqsxuxm ap qjaoq X9M 'uaSeapaSdo uapaoM qez uiuoa
ajlfxxapuxaqxn ufxz ux qasqaqs auaxzaaq qxp ura Suxa
-aoAqxn ap (uaSuxSxuaaaAsjfxapaq jo/ua uaquaamaS) apM
urr Sbbua ap aaAO uamouaS uaSupssqqsaq uaaS Sou ufxz ag
Suxaa^
-qpn apaaaqRqaaaSuoox uaa do uapqaS uaop uauunjj
uaqqoaa uaaS axp uazoq^aan ap jooa *r'o 'qaMspueqs
-Cpg auaraaSxv ap aoop praaoAaS qpaoM qauSuRA qaq -
JpaaoAaSup uaSepsaoqsupzaS ura tuaaqs^s
uaa qpaoM Suxpnoqsxnq unq ux uaaapuR aooA uaqqaq
Saoz aqgpoueupj ap axp uapSxqqoaaaSsSuxafoiqxn aooA
I apueeqsuaaqqe uaa aooA) uinmxuxm
XRBTaos qaq ura %ol qoq pMnoqaSje ^fpqappaqaS qpaon
ua annp aq>jaadaq ura sx Suxaa^qxnsSuxAaapuoox ap
i apSxqqoaaa9sSuxaa>iqxn ap ura pfpqjaaq
ap ura y\£pqa^ueqje qpjOM Supja^qpn ap ura annp ap
i Suxaa>iqxn
apaaaqaqaaaSuoox ap ura annp aqaqaS ap aooA uap
-qaS uaop uauun>] uaqqoaa uaMnoaA apMnqaS >^oo qapoz
'pXRRdaq X"nPTATPuX sq Suxaajiqqn uaa do qqoaa qaq
fSuxaa^qxn azap do aaam qqoaa uaaS
uaqqaq ufxz sooq^aaM SxxqxMfxaAuo qaxu axp uauosaad
I Suxquqaqaxmaad ura sxsRq do ufiaaqoueuxj
aq SuxqaSaasSuxAaapuooq apaaaaSaquq.aS uaa aoop
uaSuRAaaA ua qjaqosaSjB uapaoM AMM ua MM aSxpxnq ap
:sq qazdo aMnaxu ap ura jiaxqsxaaqurarji
aqs>ifxaSuRqaq aa '„qauSuRA qam uaSuxqaSaasSuxAaapuooq,,
ura maaqs/s qaq sqs uaAaaqosmo qaM qpaoM
qasqaqs aMnaxu qqa 'uapuoAaSsqRRqd uaqqaq Suxuaxzaaq
-qasqaqs aqaanqonaqs uaa aa qsz axqRnqxqspuxa ap ui
•URRpaS uapaoM ur>^ SuxqaSaasSuqaa^qxn uaa
do daoaaq uaa suaaoAqa Rqaaqxao aaaSuaaqs ura SuqaaoAuq
ap do sqR 'annpspfxq ua aqSooq urru 'uaqqoaasSuqaaiiqxn
ap ura SuxSaqaaA uaa do Sux^aaqaq qaMOz uaqqaq uaSxq
-qaqs>iaaMaq aq qasqaqs Mnaxu uaa ubbu SunSaaAO a^fxqap
-xaqaS uaa uaqqaq qaop qoq aqp uaqqaqsaooAsSuxSxzfxm aa
•ubbS aq aaAO uaARSqxn aAaxqoaqqoo ap ura
qaap qxp do uaSuxSxnqmo qoq mo qqoR Sxzomurr SuqaaSaa
ap axp ^RRzpoou ap uq uaSaqaS sx qasqaqs qaq ura SuqS
-xzfxm qoq uaaAjfxup a^fquSunqaq uaa qnp uaAfxqq pqam
-jaAUO qaqu qaom qsRRUURRa *pjaauqsaSRU qpuoM SuqSqpnoA
-uaauoA uaa suaAaq fxqjbbm ua uaqjjqqosaSuospxaqjr ua uaz
-oqjjaaM ura uaqqoaJsSuxjtanqxn ap uassnq qqoRjqaS qpuoM
puaqs qoq qqoxMuaAa uaaui qap uapqaq uaqaom aoqua axp
'pxaqua^az aqaqoos ap ura paxqaS qaq do uaSuqqaSau ura
qasqaqs qaq ux uaSuauq aq urr uaSuxSxzfqM uaqapuapuo
aqa^ua do mo uamauuooA qaq qRRqsaq pqaqaaAOSjjfqj ap fqg
iaeqaqsspqaqua>jaz aqspoos qaq ura SuquaqzaaH
S'-i
Welzijn is door de regering het ontwerp van een zoge
heten Welzijnswet om advies voorgelegd aan de Raad van
State. Dit wetsontwerp beoogt regelingen aan te reiken
ten aanzien van de beleidsvorming en de uitvoering en
bekostiging van voorzieningen op het terrein van het
maatschappelijke en sociaal-culturele welzijn. Uit de
toelichting bij het wetsontwerp kan worden opgemaakt
dat de voorzieningen die onder de reikwijdte van de wet
vallen ondermeer gekenmerkt worden door het gegeven dat
zij alle gericht zijn op de bevordering van het indivi
duele en maatschappelijke welbevinden alsmede de
ontplooiing van de eigen verantwoordelijkheid en de
emancipatie van de burgers. Het betreft voorts voor
zieningen die de burgers direct raken en ten aanzien
waarvan, als gevolg van de traditioneel grote
betrokkenheid van de lagere overheid, de beleidsvorming
zich dicht in hun nabijheid afspeelt.
Het nu ingediende wetsontwerp, naast het al voorliggen
de ontwerp van een Wet Gezondheidszorg en Maatschap
pelijke Dienstverlening (Zorgwet), kan voor de
verschillende werksoorten binnen de maatschappelijke
dienstverlening een hernieuwde plaatsbepaling beteke
nen.
In verband met de nu gepresenteerde beleidsvoornemens
heeft de Minister van W.V.C. aangekondigd de werkings
duur van de Rijksbijdrageregeling maatschappelijke
dienstverlening fase 1 (als overbruggingsregeling naar
het nieuwe wettelijke kader) met één jaar te verlengen
tot 1 januari 1985. De in de rijksbijdrageregeling
vervatte verplichting om een plan en programma voor de
maatschappelijke dienstverlening vast te stellen is
voor onbepaalde tijd opgeheven.
Gelet op de onzekerheden die bestaan over welke werk
soorten op het terrein van de maatschappelijke dienst
verlening uiteindelijk onder de verantwoorde!!jkheid
van de gemeente zullen worden gebracht, achten wij het
niet zinvol op dit moment het initiatief te nemen om te
komen tot een planopzet voor de maatschappelijke dienst
verlening
Wijziging Wet op de Bejaardenoorden
De door de regering per 1 januari 1984 voorgenomen her
ziening van de Wet op de Bejaardenoorden in verband met
directe financiering en beheersing van kosten, is als
gevolg van een te kort gebleken voorbereidingstijd
opgeschort tot 1 januari 1985.
Het systeem van individuele financiering van de bejaar
denoorden via de Algemene Bijstandswet is daarom in
1984 voortgezet, terwijl middels een Interimwet de
kosten van de bejaardenoorden aan banden zijn gelegd.
Op grond van de voorgenomen wetswijziging zullen de
bejaardenoorden in de toekomst worden gefinancierd uit
een doeluitkering aan de provincies en de vier grote
steden.
In het verlengde hiervan komt de integrale beleidsverant
woordelijkheid t.a.v. bejaardenoorden - tot uiting
komend in ondermeer de financiering van de oorden, de
planning, het beoordelen van verzoeken van verklaringen
van geen bezwaar en sluiting van oorden - geheel bij de
provinciale besturen te liggen. Ook de financiering van
de wijkfunctie van de bejaardenoorden, waaraan door de
wetswijziging een wettelijke basis wordt gegeven, is
aan de provincie toebedacht.
Wel wordt in het wetsvoorstel de mogelijkheid tot ver
dere decentralisatie naar gemeenten van provinciale
taken en bevoegdheden opengelaten.
De vaststelling en inning van de door de bewoners van
de oorden verschuldigde bijdrage is toebedacht aan de
gemeenten.
Het moge in het licht van bovenstaande duidelijk zijn
dat de coördinatie tussen het provinciale beleid m.b.t.
de bejaardenoorden en het gedeeltelijk bij de gemeente
liggende beleid t.a.v. de extramurale voorzieningen in
de toekomst belangrijker wordt.
Omtrent de vraag op welke wijze hieraan vorm moet wor
den gegeven, zullen wij t.z.t. in overleg treden met de
provincie.
