•uoSbua usAfjxqqqoepueB T8©a hbsatu JtfxiaquaeuisS
do >100 Iejooa usaef apueuio>| ep SupqqoBwaaA jebu uannz
T- 1 9
1.6 Volksgezondheid
Over de gemeentelijke mogelijkheden ten aanzien van het
beleid op het terrein van de volksgezondheid zal de
komende periode nog onzekerheid blijven bestaan door
onduidelijkheid over de beleidsvoornemens van de
Rijksoverheid en de uitvoering daarvan. Toch willen wij
kort een beschrijving geven van de verwachte voornemens
en van hun gevolgen voor de situatie in Leeuwarden.
In het bijzonder geldt deze onduidelijkheid voor de
voornemens van de Staatssecretaris van W.V.C. met be
trekking tot de planning en ontwikkeling van gezond
heidszorgvoorzieningen, op welk terrein de gemeenten
taken krijgen toebedeeld met betrekking tot de basis-
en eerstelijnsgezondheidszorg.
Op basis van opvattingen betreffende de invoering van
de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg (W.V.G.), die
globaal al waren neergelegd in de eind 1982 door hem
uitgebrachte "Bouwstenennotitie", zal de staatssecre-
taris in dit verband nog financiële (plannings)kaders,
kwaliteitseisen en richtlijnen moeten vaststellen. Dit
zal evenwel, naar verwachting, niet eerder gebeuren dan
eind 1984, aangezien nog niet in alle provincies op
lossingen zijn gevonden voor de te treffen bestuurs-
organisatorische maatregelen (gebiedsindeling, taaktoe
deling, overleg- en adviesstructuur). In Friesland zijn
over deze materie besprekingen gaande tussen de provin
cie en de, door de V.F.G. ingestelde, Stuurgroep Ge
zondheidszorg. In dit kader is onlangs besloten om o.m.
in de provincie Friesland een onderzoek uit te voeren,
bekostigd door het rijk, gericht op de ontwikkeling van
verschillende modellen binnen welke het besturen en
plannen in het kader van de W.V.G. mogelijk zou zijn.
De bevindingen van dit onderzoek zullen worden betrok-
ken bij het beslissen over bestuurs-organisatorische
maatregelen in Friesland.
Mede met het oog op het vorengaande, gaat de staats
secretaris er vanuit dat de planningsverplichting uit
hoofde van de W.V.G. eerst zal aanvangen op I januari
1985. Dit houdt in dat de voorbereidingsperiode ten
behoeve van de opstelling van het eerste plan zal lopen
van 1 januari 1985 (was 1 juli 1984) tot 1 januari
1987, op welke datum het plan van kracht zal gaan wor
den.
Recentelijk heeft de Minister van W.V.C. een ontwerp-
wet voor de Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienst
verlening (W.G.M.) aan de Tweede Kamer gezonden. De
W.G.M. dient uiteindelijk een besluitvormingskader te
verschaffen, waarbinnen de beoogde afstemming zowel op
rijks- als op regionaal niveau v.w.b. het beleid met
betrekking tot de gezondheidszorg en het beleid met
betrekking tot de met de gezondheidszorg samenhangende
voorzieningen van de maatschappelijke dienstverlening
mogelijk kan zijn. Bestuursorganisatorische maatrege
len, plannen, erkenningen en vestigingsbeleid, tot
stand gekomen onder het regime van de W.V.G., zullen
hun betekenis of rechtskracht behouden in het kader van
de nieuwe "zorgwet". Het voornemen van de minister is
de W.G.M. in 1985 van kracht te doen zijn.
Voorts heeft de Minister van W.V.C. zich in beginsel
bereid verklaard middelen ter beschikking te stellen
ten behoeve van de extra bestuurskosten waarvoor de
gemeenten zich in verband met de invoering van de
onderhavige planning in de regio Friesland-Noord
gesteld zien.
Deze toekenning impliceert dat het secretariaat van de
regio in staat wordt gesteld om (sub)regionale plan-
ningstaken te hand te nemen, terwijl ook financiële
middelen zullen toevloeien naar de betrokken gemeenten
ten behoeve van de planning van voorzieningen die op
lokaal niveau worden uitgevoerd. Onze gemeente kan
hierbij aanspraak maken op 80.000,zijnde de
structurele vergoeding van 1 formatieplaats. Over de
nadere invulling van bedoelde formatieplaats zullen wij
ons beraden.