uaa uba STSBq do adiouxad ut uaquBqqoxiIos
aujaqxa uio pxaiaq >if xiaquaauiaS 99H aJjazuq uaS
-uxjjaqquo joao uassxisaq pqaaqjooAfxq sxboz
'Suqquo^jaApfxqspqaqjB ap uba paxqaS qaq do
>jBBq uaa qseBUjbbp qjaaq axssxunuooaanqBOBA aa
i uapaquiBBz^uaM annaxu jooa uap
-jom ub>i puaMaSuBB aqmxnj aAaxqaauoj ap jo -
ipjaoAaSqxrt uapjoM uaqaoui 9uba
-uio ua aqem apjxazap ux uapaquiBBZ^ja» ap jo -
fqxaqxAxqoajja jo/ua Aoupxoxjja uba sxsBq
do spfxzjapuB 'saxqBJadosSuxuapuaBMjaq
apuadox ap uba puouSuaquoe ap uaSaq spfxz
-jaua fuaxiuAjaA ub^ sqeaxdspxaqja ap jo -
jq^rxjjaq axssxunuooajnqBOBA aa 'Z
axssxnnnooajnqBOBA ap uauasssd
'uBBqaquo aquaauiaS ap ux axp saanqaoBA axiV "L
:uapaoM uaAaaqosnio qSqoA
sxb ubji axssxunuooajnqBOBA ap uba qa^Bdua^eq qaq
ubb SuxAfxaqosaq azap n 4Jauq qqoqzaaAO
puBaqsaapuo uj tujoa aSxpxnq asaq ux axssxunuooajnqBOBA
ap uba uapaquiBBz^aaM ap uba axssaaduix aqao>i uaa qoq
uajiaadaq aq aaaqaaA suo jbbui 'uamo^ uaqaoui aq axssxui
-uiooaanqaoBA ap uba SaqsjaAaxqaniBAa pxaaqaSqxn uaa qaui
jaSuax qaqu puaauioS Cxm uaqqaq apuaBqsuaAoq do qaqao
•uajjaqdo uaqaoui aq qaxu azap puaauiaS fqM uaqqaq
uajapuxtujaA aq uasqaaqdspxaqja x^quBB qaq uio uaAajqs
suo do qaqaS ua uaapaSdo uaqqaq axssxunuooajnqBOBA ap
qatu qoxz do fxM axp uaSuqJUAJa apaoS ap do Soo qaq qaw
•Suxxiaqs^BBq aqpxouBuxj JBBq
uba uaAaqquo tj86l uba SubSux qaui axssxmuiooajnqBOBA
ap sx pxauijaA puoqs ueqdspxaiaq aSxJOA qaq ux sxboz
axssxuiuiooajnqBOBA Suxxiaqs>|BBq
/puaqsaqsqaauosjad qaq uba SuxxiaqsuauiBS ua Subauio
♦qjCxxq pjeaqpueqaS
pSxzCxwaSuo uspuTAs^BBXd U9iinz uaSexsquo ueSuonp
-aS uaaS ja qsp qundsSuBSqxn qaq qcp do fxM ua^jaui
aAxaqspxaqSxpaiTOA 'qJBBX^JaA JBBqsqBBqdjaq UBBSjapuo
9uxjna>iuaoxsuad uaa axp uajBuaqquiB js^ba spaaqs
spuojuaoxsuag ^fxiJaSung uaauiaSxv 49H 4BP fxq quio:q jbbq
Suxqa^JixMquospBqs qsuaxq ap fxq jjaozjapuo-axqBsxuBSjo
qaq jooa qpxaS apjiazqaH 'do uaqBpxpuB>isSuxsqBBxd
-jaq xBquBB uaa qjaaax 696L5861 apoxjad ap jooa axqBJ
-adosSuxjapjBEMjaq ap >100 *suaM jbeu qdooqjaA uapjonaS
sx SxpoqjaAo saxqBJadosSuxjapjBBMjaq opubbSjooa uba
SXQAaS sxb axqounj jax« uajBuaqquiB uba SuxsqBBXdjaq aa
•uajBuaqquiB uba SuxsqBBXdjan
•uaqxaqxiTOBjsSuxpaoAqsjoq
ua joxjaAsdaqosjapno joxjaAs9uxXTBAaq/-sdEqosja2uBMz
uba paxqaS qaq do uaxaSajqBBtu x^quBB uaa ua puiaouaS 1
japuo sxb pxaqjBpfxqxaap JBBU aqanbua ap uba uaqsqxnsaj
ap jooa qpxaS apjxazqqa "pSaqaSJOOA uapjoM saxApa
uio uapaquaSaxaSuBB-axqBdxouBuig jooa axssquiuioo ap ubb
uaxinz uaSuqxaAaquBB apuaxaoxAqjooA qxnjBap ^fxiaSoui ap
ua pjaas^xauBaS uapjoM uaqsqxnsaj aa •uaqxaqxxiaKjaxp
-nqs apuBBqsaq ap uba ^xnuqaS qaq ua qaui pxaqpua>iaq
ap jbbu pxaqsaSux aqanbua uaa Cxm uaqqaq uaMnojA uba
UBBqdoox ap jooa qqoapuBE uaqoAaqueB uapaquaSaqaSuBB
-axqBdxouBuig jooa axssxniuioQ ap joop ap uba japs^ qaq ui
•ubbSoSux spaaj
i japuo sx pxaqjB uba SuxiapjaAJaq ap ua Suxqjo^jaApfxq
-spxaqjB ua pxaqjBpfxqxaap uba SuxjapjoAaq ap do
axqBdxouBuig
♦uajBuaqquiB oos uitpj uba Suxjap
-jBBnaxqounj sxappx1" Suqiapuq ap J8ao uauiau uaqxnqsaq
qjojiuauuxq fx» uaxxnz SuxqqoBMjaA jbbn *uauoqaq aq
Bjqxa uajBuaqquiB apuajaxiaoxa uio uapaqq uapaq>ifxiaSoui
axp uauio>i uaxinz aq uaxx^qsJOOA qaui pSxpuo>iaSuBB ua
pjaatujojuxaS jaAOJaxq SaquaAO pjaasqusSjoao uooa aqesqui
-uioo ap uaqqaq fx^ *ua9fxqs noz jjfxxuaqzuBB JoopjBBp
tuosuoox atuqoq ap qapmo ua SuxjapjBBMaxqounj uba sadxo
-uxad ap qaui sq Sxpfxaqs sjiinz qupuio pjaoAa8ux uapjoM
Vanaf 30 september 1983 i3 het door U in Uw vergadering
van 14 november 1983 vastgestelde beleid met betrekking
tot arbeidstijdverkorting operationeel. Sinds dat
moment zijn in de vacatureeomm.issie een kleine 60 vaca
tures behandeld en werd slechts in 1 geval ontheffing
verleend van de verplichting om in principe alle vaca
tures voor minder dan 40 uur per week aan te bieden.
Aangezien de daadwerkelijke vervulling van vacatures
na-ijlt, in een aantal gevallen niet middels een beroep
op de arbeidsmarkt in de vacature behoefde te worden
voorzien, in enkele ge'allen de response op een adver
tentie kwalitatief en kwantitatief onvoldoende was
zodat opnieuw en dan voor 40 uur geadverteerd moest
worden en de cijfers door opname van alle tijdelijke
krachten een weinig betrouwbaar beeld geven, zijn de
effecten van dit beleid nog niet goed meetbaar. Voor
wat betreft de bevordering van deeltijdarbeid onder
zittende ambtenaren kan vermeld worden dat de enquête
inmiddels is afgerond en dat thans gewerkt wordt aan
een analyse van de resultaten hetgeen mogelijk zal
leiden tot voorstellen voor intensivering van het
beleid.
In totaal hebben 40 ambtenaren naar aanleiding van de
enquête gevraagd om meer informatie over mogelijkheden
om in deeltijd te gaan werken.
Deze ambtenaren worden thans individueel benaderd. Het
percentage deeltijders bedraagt ruim 16,5 van het
totaal. De verdeling van arbeid tussen mannen en
vrouwen laat per 1 juli 1984 een stijging zien van het
aantal vrouwen met 23 en een daling van het aantal man
nen met 34 ten opzichte van 1 juli 1983 (cijfers exclu
sief Dienst voor Gezondheidszorg). Het percentage
vrouwen in dienst van de gemeente Leeuwarden is hiermee
gestegen tot 27,8. Mede in verband met het door ons
genomen besluit dat zo mogelijk tenminste 50% van de
uit te nodigen sollicitanten uit vrouwen dient te
bestaan en het diensthoofd bij zijn voorstel om iemand
in een vacature te benoemen inzicht dient te geven in
het aspect van positieve discriminatie, mag verwacht
worden dat deze stijging zich de komende jaren voort
zet. Wij hebben de Commissie voor Bnancipatie—
aangelegenheden toegezegd begin 1985 de effecten van
het beleid gericht op de toename van het aantal vrouwen
in dienst van de gemeente te zullen evalueren.
Regeling vervroegd uittreden.
Ambtenaren van 61 tot 65 jaar kunnen gebruik maken van
de regeling vrijwillig vervroegd uittreden (V.U.T.
In 1985 komen 9 ambtenaren in aanmerking om vervroegd
uit te treden, in 1986 17, in 1987 13, in 1988 21 en in
1989 16.
Bovendien is per 1 juli een wet van kracht geworden die
ambtenaren met 40 dienstjaren in de gelegenheid stelt
ook vóór hun 6l3te gebruik te maken van de V.U.T. In
1985 betreft dit 5 ambtenaren en in 1986 3. Per 1 juli
1984 zijn er 17 ambtenaren in dienst die, hoewel zij
daarvoor reeds in aanmerking komen nog geen gebruik
hebben gemaakt van de mogelijkheid om vervroegd uit te
treden
In het vorige beleidsplan hebben wij aangekondigd te
zullen onderzoeken of en hoe het gebruik van de V.U.T.
zou kunnen worden bevorderd dit mede met het oog op de
mogelijkheid om in het kader van het herplaatsings-
beleid over meer vacatures te kunnen beschikken. Door
een actieve voorlichting omtrent de
V.U.T.-mogelijkheden zal het gebruik daarvan zo veel
mogelijk worden bevorderd.
Functiewaardering en bezoldiging.
Met de Commissie voor Georganiseerd Overleg hebben wij
inmiddels overeenstemming bereikt over 1 januari 1982
als de peildatum voor de functiewaardering.
Wij hebben bovengenoemde commissie inmiddels een
voorstel gedaan met betrekking tot de zogenaamde con
versietabel (de sleutel tussen de score van func
tiewaardering en een salarisschaal). Voor wat betreft
de problematiek van het drierangenstelsel staan wij op
het standpunt dat de zogenaamde uitlooprang niet kan
