f
Hoofdfunctie 9: FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGS
MIDDELEN
Bij deze hoofdfunctie worden de beleidsvoornemens en
daarmee annex zijnde ontwikkeling van de uitgaven en
inkomsten voor wat betreft de gemeentelijke reserves,
de opneming en aflossing van zowel kortlopende- als
langlopende geldleningen, alsmede de daarbij te han
teren rentepercentages weergegeven. Voorts komen bij
deze hoofdfunctie onze voorstellen t.a.v. het te voeren
belastingbeleid alsmede de inkomsten uit de algemene
uitkering uit het Gemeentefonds aan de orde.
Functie 910i Reserves en voorzieningen.
Blijkens de bij de begroting overgelegde staat D wordt
de stand van de gemeentelijke reserves per 1 januari
1985 geraamd op f 93,2 min.
Het bedrag van de gemeentelijke reserves en fondsen is
als volgt gespecificeerd:
- bedrijfsreserves, reserves en fondsen
met een bijzondere bestemming
75,8
min.
bestaande uit
- fonds stadsvernieuwing
42,5
min.
- egalisatiefonds grondplannen
8,5
min.
- reserve openbare werken
4,2
min.
- overige reserves en fondsen
20,6
min.
- algemene reserves
14,1
min.
- reserve meerwaarde bij uitgifte
in
erfpacht
3,3
min.
Laatstgenoemde reserve is slechts
van administratieve
aard. Zij is indertijd ingesteld in het kader van de
herwaardering van door de gemeente uitgegeven gronden
in erfpacht en geeft het verschil aan tussen de her
ziene en oorspronkelijke erfpachtswaardeIn het kader
van het sluitend maken van de jaren 1985 en 1986 is er
in de ramingen vanuit gegaan dat de reserve extra
afschrijving hiervoor geheel zal worden gebruikt. Bij
de ramingen is er verder van uitgegaan dat aan de
risicoreserve bedragen zullen worden onttrokken voor
het sluitend maken van de gewone dienst van de gemeen
tebegroting en deels voor het dekken van de ten laste
van de gemeente komende uitgaven inzake het voldoen aan
garantieverplichtingen. Aan het einde van de
beleidsperiode is de risicoreserve tot een bedrag van
2,6 min gereduceerd. Wij realiseren ons dat daarmee
de stand van de risicoreserve zeer aanzienlijk gezakt
is beneden het bedrag van 10 min. dat in voorafgaande
jaren als minimum werd gehanteerd. Desalniettemin is
voor deze onttrekking gekozen omdat daarmee het uit
voeren van verdergaande herwaarderingsvoorstellen in
ieder geval enige tijd kan worden uitgesteld.
Ten aanzien van de bedrijfsreserves, reserves en fond
sen merken wij nog op dat de middelen van deze reserves
in tegenstelling tot de algemene reserves een bijzon
dere bestemming hebben en niet ter vrije beschikking
staan
Rente
Voor het samenstellen van de ontwerp-begroting en het
ontwerp-beleidsplan is van de veronderstelling uitge
gaan, dat gedurende de gehele beleidsperiode voor aan
te trekken vaste geldleningen een percentage van 9 zal
moeten worden betaald. Weliswaar ligt de rente voor het
aantrekken van vaste geldleningen thans in de buurt van
8%, maar de praktijk heeft geleerd, dat rente-ontwik
kelingen op termijn moeilijk in te schatten zijn. Mocht
in de loop van 1985 blijken, dat voor in 1985 aan te
trekken geldleningen gemiddeld minder dan 9% behoeft te
worden betaald, dan zullen wij U in het kader van de
bijstelling van de begroting voor 1985 de nodige
voorstellen doen.
Rente-omslagpercentage
Het is gebruikelijk, dat niet voor elke uitgaaf op de
kapitaaldienst een afzonderlijke geldlening wordt
aangetrokken. De gemeente leent naar behoefte. De door
de gemeente te betalen c.q. intern te verrekenen rente