UBBqS
-TOA uauumj uaqBojjsqBEJBddB aua8e[ qam uoopuaqq
uaquaauia9 ap >joo qsp sx qsqnp JifxH 49H uba 9uqxX9qs
-uapuouaA Bp qsp p3qnqjaAO uba puEquooA do qaqu
ua ufqz FlM •SuTmiSTujQAspBXS 8uqua>iqxniaop apauq
uaa uba uaqqaqsuq qeq uba 8qoAa9 sx"b uaqso^eqBBJ
-BddB do SuTjBdsoq apuaauuaA subSbm 9ujqjo>t ap9aq
-a9do uaquaauia9 sp ubb sp sx UEAuaqq pqaaquooA uag
•UBAoqosaS qpuoM pqaquaAO bjbSbx
ap uba pqaqjifxiepuoomqubjba sp do jjaxqBiuaxqoud
bxstoubutj >jnqs pusmsuaoq uaa qBp ufqz psaauABq fx«
qBp UBApxxq pxnqjBAUo qaqu 9bui 'uauiauaoq qsz pqaq
-fXjAspxaxeq 9>)f naquaama9 ap spuojaquaauiaS qaq qqn
9uqjajfqqn bubuibSxb ap uba uatnauaoq qaq qaui aquoaqq
ux uooqosjo "0*A"M uba uqauuaq qaq do ua9uqua>(qxn
9^9Xjqoads ua uaawpuBuq axBuoq9au uaSBjppxq 'pqaqaq
-uapaquapuqm uaqsojjsunnqsaq uBEqs aqqBuquiou ap do
"00*L26 9iq
-ounj do 8uqqqoqiaoq ap fqq sqJiaauiaSdo quaaquiouBep
qaq ubbu uazawaaA fqz 5Q6l ubbf qeq uooa UBAuaqq
uaqEqqnsau aqauouoo ap jooa "uibbzSubx qaapaoA spuoj
-axouxaoad ua -aquaauiaS ubb uaxap aq aoq ubaubbp
uaqappqm apuauio>i('xuA ap ua uajjaq aq do ua9uqua>i
-qqn a^aqjqoads qBquBE qooa3 uaa uio uauiauaooA qaq
üaSüxaajiqxnsjjfxu B^Bqjqoade guquaueg -b
•ua3uxaa>iqxn a^aqjqoads
•SuqaapBuaq a9xpun>iua>iaa
puaqqnqeqqn uaa uba sx a>jBads qsp jpnapux 99qiqaqs ap
fxw uaqqaq ua8ux8ynqiao a9qqsiuo>iaoq uba 9uqqapuaA a9xq
-qox«uaAa ua ajtfqqapau uaa qoq uatuo>i aq iuo uaqaj^qMquo
aq ^aqpoqqaui uaa Bqou azap ux qpaon p9ooda9 uooqosjo
"(9861-2861 puoojjjjBuaaSayuaqoxsaq
sx x9^ mnxpeqs aapaaa uaa ux aoqjEBM qoop paaanqoajjga9
ufxz qaxu 9ou ubbmsxX9" 9TP ua9ux3xnqiuo qBquBB uaa
do qsqxdsaoq qaxu qoxz pqaqjtf qqapau ua pqaq9qpauuaAa
uba 9uTsqaoq ap qep qaq fqM uapupA >ifixapajuo uapuozfqg
•uauBAua aq sqaoqspxaquPxispau uba iujga uaa sxb qxp
PT8MJ3AO sj39e"[ ap quaxp >if XTauusn i spuojapoupAOJd ua
-aquaauia9 uba ubb989 jbbmzaq uaqqnq naqqeuiaxqoud-"ö'g
ap uba 3uxssoxdo ap sx 886l eqouuauaopxxw
ap sua>)Pxxa tr89—62 "P'P Bpuojaquaama8 qaq qqn
uaSuqjajtqxu 9P apuajjauqaq auqBxnouqo 9p39ia8 e9Bzuq
aaq n jooa ap uba 9 *zqq ubbu uazfqmjaa n Pïw uaSoui
sxa9auqads azap uba 8uxqqEAuauies uaa jooa *ua>iyajaq aq
uapaquaAO aja9Bq ua >ipcu uassnq 8uqpnoqjaA a9uqqjapuo
9P ux pqaq8qpinA9joz a>jfx[a9oiu qoou9 oz uaa apuqa uaq
uauioua9 uapjow aq uauoqaq qqoB uq aqp pmaoua8 uaqund
-s3uB3qqn -b-o sqa3ajiads qBquaqq uaa qpaoM Bqou ap uj
ltua8uxx
"I9qs>jBBqs9ux9xnquio uq uapaquaAO aaa9Bq qaapuBVu Bqou
ap uapoqa9uBB quatuaquBd qaq ubb ugqouBuqa uba uaqsquqw
9P qjaaq PX9q9qpauuaAa uba Bquaqquo a>iPxx9>iBzpoou
ubb u3ab9 aq 9uqxxnAuq uio uuBUijaqxnBq/uiB^auuaH aqqoiu ap
uba 9uqpqaxuBB jbbm 9uxqoj9aqsnpqj ap do ua9uq9xnquio
9IBqoq ap qoq 3uqpnoquaA uq uauaAaq uaqsaoui uaquaauia9
9P qap X"puBB qaq uajBAua ua9uqu>i a>ipxx9quaauia9
uq aoq 3ou qoq puaM jjCqqapaauo ua 8qqqoqMuaAauo sqv
(uauua>jspBqs aqosqaoqsqq 9uquPxjaaA
aq9ooqs3uqMnoqaq apX9ppquia9 -rn'o) UEB3a8qqn sq (7861
8uqqoa8aq ap uba aapB>i qaq uq ubaabbm uaABqsqBBiuqaap
-aaA ap uba jb aqBiu a9uqaa9 uq 3uq>jaaMqxn Bnb ua^pq«
uaABqsqBBUiqaapaaA aa *>iaoqua9Bxpxq qaq uq uauioua3do
sq uaABqsqBBiuxaapaaA azap uba nnoqdo ap uba qqoqzaaAO
U93 "t?86l q9Ms9uqpnoqa0A aq^TouBuqi ap suaqqoBa>] uaABqs
-qEBiuqaapaaA ap do paaasBqa9 sq 9uqu9>iqxn auaiua9qB aa
spuojaquaauia8 qaq qqrt 3uqaa>iqxn auauia3qv
■>irTU 999 q9iu 9uqpnoqaaA axgqouBuqj 9uqqa>i>)XMquo "S"£
•uaop aq
JlBBadsqqn-adqouqad uaa uaaqqB quaaquioaaqq
SuqqapuBqaq aaqBuaqd ap pqq uaqqaqsaooA n
pq« qBpoz uaqqaq aq aBBq^qqosaq a3BqaoddBa
a3qdoqaooA uaa 1,96 L aaquiaoap 7 do ubbu
aa fq« uaAaaqs uaqoafoad azap a bq uaSeuA
>|30zjapuo puEBSdatp uaa aman ua^oefojd ap napjqnj
FT^"^1*
Bijstandsuitkeringen
In de sfeer van de bijstandsuitkeringen mag gewezen
worden op een niet onbelangrijke wijziging inzake
de beëindiging van de z.g. indirecte financiering
van bejaardenoorden. Leiden veel wijzigingen in de
financiële verhouding voor ons tot nadelen, de
onderhavige wijziging heeft voor de gemeentelijke
financiën per saldo (minder kosten bijstand, kor
ting op algemene uitkering) een voordeel opgeleverd
van rond 800.000,
In de structuur van de bijstandsuitkeringen is
overigens nauwelijks enige wijziging gekomen.
Wel is het zo dat het Rijk op andere wijze
- via de algemene uitkering uit het gemeentefonds -
gezorgd heeft voor enige verlichting in de ontwik
keling van de ten laste van de gemeente blijvende
kosten van bijstand.
Zo is voor het jaar 1984 inmiddels compensatie
toegekend tot een bedrag van 67.000.000,Voor
de gemeente Leeuwarden betekent dit een bedrag van
rond 500.000,
Op basis van berekeningen van de Raad voor de
Gemeentefinanciën inzake de stijging van de bij-
standslasten - dit begrip is overigens ruimer dan
de ontwikkeling van de R.W.W. - en apparaatskosten
is voor 1985 een compensatie toegezegd van 2/3, zij
het dat daarop een correctie is toegepast wegens
een evenredig aandeel (beslag gemeentelijk aandeel
bijstandskosten op gemeentefondsuitkeringen) in het
z.g. volumeaccres van 1$ dat in principe wordt
meegenomen in het kader van de algemene uitkering.
De compensatie is voorshands 50.000.000,resp.
26.000.000,Voor de gemeente Leeuwarden hebben
wij dit becijferd op 575.000, Overigens is
aanvullende compensatie in het vooruitzicht gesteld
indien de afwijking meer dan 20 miljoen is resp.
meer dan 20.000 gevallen (compensatie apparaats
kosten is berekend op 670,per geval). Voor de
uitgangspunten t.a.v. verdere rijksvergoedingen zij
verwezen naar de toelichting op functie 921.00.
3.6. Toepassing van artikel 12 van de Financiële
Verhoudingswet 1984
Met zijn circulaire van 18-7-1984 heeft de Staatssecre
taris van Binnenlandse Zaken de richtlijnen voor toe
passing van art. 12 opnieuw geformuleerd en op een
aantal punten aangescherpt.
Art. 12 heeft ten doel dat een gemeente die door bij
zondere omstandigheden, waarin de verdeelmaatstaven van
de Financiële Verhoudingswet niet of onvoldoende voor
zien, de kosten verbonden aan de voorziening in de
noodzakelijke behoeften niet kan dekken door vergroting
van haar eigen inkomsten, terug kan vallen op toepas
sing van dit artikel.
Het stelsel van verdeelmaatstaven zal nooit zo kunnen
zijn dat voor elke gemeente kan worden voorzien in de
noodzakelijke behoeften. Verstoringen worden onder
scheiden in:
beleidsafhankelijke
structureel verstorende (geheel of nagenoeg geheel
onafhankelijk van gemeentelijk beleid)
verdeelstoornissen.
Beleidsafhankelijke verstoringen kunnen in beginsel
niet als basis dienen voor de bepaling van aanvullende
steun. Het resultaat van bedrijven in economische zin
kan in beginsel niet als structureel verstorende factor
worden erkend, hoewel een zekere opening is gemaakt
naar grondbedrijven onder overigens zeer stringente
voorwaarden.
Om voor aanvullende steun in aanmerking te kunnen komen
moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals:
- de eigen inkomsten moeten tenminste tot een rede
lijk peil zijn opgevoerd;
- de algemene middelen zullen aanmerkelijk tekort
moeten schieten (voor 1985 is dit uitgedrukt in een
bedrag van 17,per inwoner);