- 2 -
3. de stichting is verplicht de goederen welke mede met de geldlening zijn
verkregen in goede staat van onderhoud te houden, zulks ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders en de door hen
aan te wijzen met controle belaste personen moeten in de gelegenheid
worden gesteld controle op de onderhoudstoestand van de gebouwen en
voorzieningen uit te oefenen;
4. de stichting zal de betreffende roerende en onroerende goederen tegen
brand- en stormschade verzekerd houden, zulks ten genoegen van Burge
meester en Wethouders;
5. de stichting verleent alle medewerking aan een door of vanwege Burge
meester en Wethouders uit te oefenen controle op de administratie van de
stichting;
6. onverminderd het bepaalde in de statuten van de stichting zijn aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen de besluiten van
de stichting betreffende:
a. het aankopen, vervreemden en bezwaren van onroerende goederen;
b. het aangaan van geldleningen en het uitlenen van gelden, anders dan
korte-termijn gelden;
7. alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantie
overeenkomst, komen ten laste van de stichting;
8. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie
overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zonodig naders
voorwaarden te stellen;
9- de stichting is verplicht op eerste aanvraag van Burgemeester en
Wethouders hypotheek te verlenen tot het bedrag dat zij nodig zullen
oordelen
10. de stichting is verplicht, bij het niet nakomen van bovenvermelde voor
waarden op eerste aanvraag van Burgemeester en Wethouders een boete van
maximaal 20$ van het garantiebedrag te betalen; afzonderlijke ingebre
kestelling is niet vereist.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor
verschillende (plan)gebieden en percelen alsmede verlening van het voorberei
dingsbesluit voor het plangebied "Hofplein/Perkswaltje"
Bijlage no. 311 Leeuwarden, 30 augustus 1984.
Aan de Gemeenteraad.
I. Voor de plangebieden "Cambuur" en "Aldlan-Oost VI" hebt U op 12 september
1983 (bijlage no. 325) een voorbereidingsbesluit genomen. Aangezien het
niet mogelijk is gebleken tijdig ontwerp-bestemmingsplannen voor deze ge
bieden ter inzage te leggen, zal de voorbereidingsbescherming op korte ter
mijn vervallen. Wij achten het gewenst, dat voor deze gebieden opnieuw een
voorbereidingsbesluit wordt genomen. Met toepassing van een dergelijk
besluit kunnen bouwactiviteiten, welke strijdig zijn met de stedebouwkundige
visie ten aanzien van deze gebieden worden geweerd, terwijl daarnaast de
mogelijkheid open blijft medewerking te verlenen aan bouwplannen, welke
zullen passen in de desbetreffende toekomstige bestemmingsplannen.
II. Voor het plangebied "Hofplein/Perkswaltje" hebt U op 13 december 1982
(bijlage no. 489) een voorbereidingsbesluit genomen met een werkingsduur
van twee jaar, zodat dit voorbereidingsbesluit op 13 december 1984 zou
vervallen. Aangezien het ontwerp-plan niet voor laatstgenoemde datum ter
visie kan worden gelegd, achten wij het gewenst, dat gebruik gemaakt wordt
van de in artikel 21, lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening genoemde
mogelijkheid om de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit met een jaar
te verlengen.
III. In opdracht van de Woningstichting St. Joseph is door een architectenbureau
een bouwplan ontworpen voor 146 woningen in het plangebied "Lekkumerend-
West" (voormalig bedrijventerrein aan de Dokkumer Ee). Het plan voorziet in
de bouw van 43 tweekamerwoningen en 103 woningen met meer dan twee kamers.
Structureel gezien is deze nieuwe woonbuurt in twee zones verdeeld. De
oostelijke zone is in directe relatie met de bestaande eengezinswoningen
aan de Familie van der Weijstraat opgezet, terwijl in de westelijke zone is
getracht een relatie te leggen met de Dokkumer Ee. Het bouwplan wijkt af
van het geldende bestemmingsplan "Lekkumerend" omdat dit terrein is aange
wezen voor Industrie. Stedebouwkundig gezien zijn er evenwel geen bezwaren.
Teneinde aan het bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het nood
zakelijk dat voor genoemd plangebied een voorbereidingsbesluit wordt
genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van
het geldende bestemmingsplan te verlenen, zulks nadat Gedeputeerde Staten
hebben verklaard dat tegen het verlenen van een dergelijke vrijstelling
geen bezwaar bestaat. Hierna kan de bouwvergunning worden verleend.
IV. Onlangs heeft de Beheersmaatschappij Flevohold B.V. te Putten een verzoek
om vergunning ingediend voor het verbouwen van een gedeelte van het winkel
centrum in Aldlan-West (Weideflora 287 te Leeuwarden) tot snackbar. Het
bouwplan wijkt af van het geldende bestemmingsplan "Uitbreidingsplan in
hoofdzaak van de gemeente Leeuwarderadeel" (agrarische bestemming). Uit
stedebouwkundige overwegingen bestaan evenwel geen bezwaren tegen het bouw
plan. Hieraan kan eerst medewerking worden verleend indien een voorberei
dingsbesluit wordt genomen. Hierdoor wordt het mogelijk vrijstelling van de
voorschriften van het geldende bestemmingsplan te verlenen. Vooraf dienen
Gedeputeerde Staten verklaard te hebben tegen het verlenen van deze vrij-