te verklaren, dat een partiële herziening van het bestemmingsplan
"Buitengebied", wordt voorbereid voor een deel van de voormalige kwekerij
(ten zuiden van het Ieborchpaed) te Lekkum, nader aangegeven met een zwarts
stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening no. 17-46.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststelling van het uitvoeringsplan Burmaniastraat/Haniasteeg.
Bijlage no. 312 Leeuwarden, 30 augustus 1984.
Aan de Gemeenteraad,
I. Algemeen.
In Uw vergadering van 6 juni 1980 hebt U de binnenstad aangewezen als
stadsvernieuwingsgebied in het kader van de Interimsaldoregeling. De
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft
hieraan zijn goedkeuring gehecht en heeft daarbij de financiële ruimte
aangegeven die in de achtereenvolgende jaren aanwezig is voor het goed
keuren van uitvoeringsplannen voor de onderscheidene gebieden.
Het uitvoeringsplan Burmaniastraat/Haniasteeg is opgenomen voor het jaar
1984 en is het negende uitvoeringsplan voor de binnenstad dat wij U ter
vaststelling aanbieden.
In het navolgende gaan wij op een aantal onderdelen van het rapport nader
in.
II. Onbebouwde ruimte.
Het plangebied vervult een belangrijke functie voor bewoners, werkenden en
bezoekers van de binnenstad.
De onbebouwde ruimte in het gebied is vrijwel geheel openbaar.
Er zijn drie deelgebiedjes te onderscheiden met elk een eigen karakter. Het
betreft de strook ten westen van de Torenstraat en het Klein Schavernek met
het karakter van een randbebouwing. Daarnaast het gebied ten noorden van de
Nieuwestad met de oude terp van de Oldehove en tenslotte het gebied ten
zuiden van de Nieuwestad, dat alhoewel het bijna 500 jaar oud is, een
uitbreidingsgebied betreft van de oorspronkelijke stad.
Met de herinrichting van het gebied wordt herstel beoogd van de historische
en karakteristieke kenmerken van de straten en grachten in harmonie met de
historische bebouwing, waarbij tevens gelet wordt op het gebruik van de
ruimten.
Zo zal de verkeersfunctie, die momenteel een overheersende plaats inneemt,
minder nadruk krijgen. Getracht wordt het karakter van elke ruimte te
versterken en de diversiteit tussen de ruimten te bevorderen.
Paragraaf 7.9 van het rapport bevat een beschrijving van de bij de ontwer
pen gehanteerde uitgangspunten. Zo zullen langs de grachten en aan de rand
van grotere ruimten, pleinen en plantsoenen zoveel mogelijk bomen worden
geplant, terwijl straten en stegen een steenachtig karakter krijgen.
Wanneer straten een beperkte verkeersfunctie hebben komt er een vlakke
verharding, terwijl in straten met een duidelijke verkeersfunctie
voetgangersvoorzieningen geoptimaliseerd zullen worden, hetgeen veelal de
aanleg of verbetering van trottoirs betreft.
De kwaliteit van de bestrating en de meubilering van net Oldehoofster
Kerkhof is goed, zodat geen aanleiding bestaat dit plein op een andere
wijze vorm te geven. Wel zal hier nog een aantal bomen worden aangeplant,
om de overloop van het groen van de Prinsentuin te versterken.
Voorts zal in het kader van een nieuwe aankleding van de Groeneweg nog wor
den onderzocht of langs dit plein aan de zijde van de Groeneweg een
bomenrij kan worden aangelegd.