Nr. 17771 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 november 1984 (bijlage nr. 386); BESLUIT ten aanzien van de hieronder vermelde verzoeken de gevraagde medewerking te verlenen. Volg- Datum waarop het nr. verzoek is inge komen Schoolbestuur. Medewerking te verlenen voor: Toegepast wetsartikel, 125 september 1984 Stichting Katho liek Onderwijs Leeuwarden. Het aanschaffen van een papiersnijma chine en een pot loodslijpmachine ten behoeve van de Sint Thomasschool Averkampstraat 10, alhier. artikel 72 der Lager- onderwijs- wet 1920. 2. 28 september 1984 Stichting Katho liek Onderwijs Leeuwarden. Het aanbrengen van vloerbedekking in 5 lokalen van de Sint Franciscus- school, Joh. de Walestraat 1 alhier. artikel 72 der Lager- onderwijs wet 1920. 28 september 1984 Stichting Katho liek Onderwijs Leeuwarden. Het aanschaffen van artikel 72 een gewone schrijf- der Lager- machine ten behoeve onderwijs- de Sint Franciscus- wet 1920. school, Joh. de Walestraat 1, alhier. 4. 8 oktober 1984 Stichting Katho liek Onderwijs Leeuwarden. Het aanschaffen van artikel 72 enige door diefstal der Lager- ontvreemde en/of onderwijs- vernielde inventaris- wet 1920. artikelen, meubilair en leer- en hulp middelen. Aldus vastgesteld in de openbare vergader ng van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen interim-verordening inspraak stadsvernieuwing. Bijlage no. 387 Leeuwarden, 1 november 1984. Aan de Gemeenteraad. Per 1 januari 1985 zal de wet op de stads- en dorpsvernieuwing in werking treden. Deze wet beoogt de verantwoordelijkheid voor het beleid op het terrein van de stadsvernieuwing te decentraliseren van het rijksnivea naar dat van de gemeenten (en provincies). Met de invoering van deze wet wordt het zwaartepunt van de zorg voor de stads vernieuwing naar de gemeenten verlegd: planvorming en -uitvoering zullen voor taan tezamen met de financiële afwikkeling op gemeenteniveau plaatsvinden. Een gevolg van de wet is dan ook dat door decentralisatie van financiële mid delen een nieuw financiëringssysteem ontstaat. Een twintigtal specifieke rjksuitkeringen, die op dit moment voor activiteiten en voorzieningen op het terrein van de stadsvernieuwing kunnen worden verkregen - totaalbedrag ongeveer 1 miljard gulden - zal worden opgeheven en opgaan in een rijks-stadsvernieuwings fonds, dat voorziet in uitkeringen aan gemeenten en provincies. Deze uitkeringen zullen niet op basis van planbeoordeling tot stand komen maar het jaarlijkse r jksbudget zal op basis van een aantal objectieve criteria worden verdeeld over de gemeenten. Niet alle gemeenten verkeren daarbij overigens in dezelfde posi tie. Een aantal (grotere) gemeenten, waaronder Leeuwarden, zal het aandeel in het te decentraliseren rijksbudget rechtstreeks ontvangen. De bijdragen voor de overige gemeenten worden per provincie ondergebracht in een provinciaal stads- v rnieuwingsfonds, waaruit de provincies vervolgens .uitkeringen doen aan Leinere) gemeenten. v 'plichtingen Deze decentralisatie houdt voor de gemeenten belangrijke wijzigingen in. Immers, het systeem waarbij het Rijk uiteindelijk bepaalt in welke gemeente, in welke mate, op welke wijze en tegen welke kosten stadsvernieuwing tot stand komt, wordt verlaten. Zeker voor de grotere gemeenten, die het aandeel in het rijks budget (sleutelbedrag) rechtstreeks ontvangen, geldt dat zij zelf in eerste instantie de noodzaak en de urgentie van de stadsvernieuwing bepalen en de plan nen en projecten vaststellen, financieren en (doen) uitvoeren. De nieuwe wet verplicht de gemeente echter ook een subsidie- en inspraakverordening vast te stellen. In de subsidieverordening moet worden vastgelegd hoe en voor welke activiteiten gemeenten subsidie verlenen aan derden, terwijl tevens moet worden geregeld op welke wijze jaarlijks bekend wordt gemaakt welk bedrag voor gelde lijke steun op dit gebied beschikbaar is en hoe dit bedrag zal worden verdeeld (verdelingsplan). Bij subsidies aan derden moet in 't bijzonder worden gedacht aan de particuliere woningverbetering door de eigenaar/bewoneraan het midden en kleinbedrijf (VSBS). In de inspraak verordening moet worden vastgelegd op w lke manier de bevolking betrokken wordt bij de tot standkoming van het gemeen telijk beleid op het terrein van de stadsvernieuwing. consequenties voor Leeuwarden. Inmiddels is door ons het voorbereidende werk gestart om op de zich per 1 januari a.s. wijzigende situatie in te spelen. Voor wat betreft het gemeen telijk uitvoeringsprogramma was tot nu toe maatgevend de Beleidsnota

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 442