No. 17793 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 november 1984, (bijlage nr. 391 BESLUIT: een krediet beschikbaar te stellen van inrichting van een speelvoorziening in het bij dit besluit behorende olan van 320-99). 57.931 ten behoeve van de aanlegen de Goudsbloemstraat alhier overeenkomstig de Dienst Stadsontwikkeling (tekeningnr. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Evaluatie en bijstelling van de procedure-verordening Specifiek Welzijn. Bijlage No. 392 Leeuwarden, 1 november 1984, Aan de Gemeenteraad Inleiding Op 26 juni 1979 werd de Procedure-verordening Specifiek Welzijn door U vastgesteld. In die verordening werd de gang van zaken geregeld voor de ontwikkeling van plannen en programma's op het terrein van het specifiek welzijn, waarvan de opstelling in het kader van de decentralisatie van rijkstaken een verplichting voor de gemeente geworden was.Voor het eerst werd de verordening van toepassing verklaard op de sector van het sociaal- cultureel werk. Later werden daaraan het emancipatiewerk en de kinderdag verblijven/naschoolse opvangvoorzieningen toegevoegdIn deze sectoren werd in de afgelopen jaren zoveel mogelijk gewerkt volgens de systematiek van planning en programmering, zoals die is voorgeschreven in de genoemde procedure-verordening. Het "zoveel mogelijk" slaat op het feit dat de plan procedure inmiddels in de praktijk moest worden aangepast aan de wijzigingen, die door U werden aangebracht in het stelsel van gemeentelijke raden en commissies de gevolgde bijstellingsprocedure. In art.27, tweede lid van de procedure-verordening wordt gesteld dat binnen twee jaar (later veranderd in drie jaar) na het van kracht worden van de verordening Burgemeester en Wethouders rapporteren over de werking ervan. Om deze rapportage, voor te bereiden werd een commissie van advies ingesteld april '81) onder de naam "Evaluatiecommissie Planprocedure Specifiek Welzijn" Toen deze commissie haar rapport uitbracht (oktober '82) leek het ons - mede gelet op de niet-eensluidende inhoud van het advies - gewenst om het rapport eerst als discussienota in de openbaarheid te brengen. Zodoende zou een ieder de gelegenheid krijgen om vooraf commentaar te leveren bij het rapport van de commissie Na afloop van deze inspraakronde (februari 1983) waren er echter weer andere redenen die maakten dat wij er de voorkeur aan gaven om nog geen voorstel tot bijstelling aan U voor te leggen. Inmiddels waren er namelijk op rijks niveau duidelijke signalen dat er ingrijpende maatregelen in het kader van de deregulering en de vereenvoudiging van procedures werden voorbereid, die ook van invloed zouden zijn op de planningsvoorschriften die waren neer gelegd in de Kaderwet Specifiek Welzijn. Wij oordeelden het verstandig om de uitkomsten van die ontwikkelingen af te wachten, teneinde er rekening mee te kunnen houden bij de herziening van de procedure-verordening. Sindsdien is bekend geworden dat de Kaderwet Specifiek Welzijn niet van kracht zal worden en dat in plaats daarvan een beperkt aantal wettelijke deelrege- lingen zal worden ingevoerdwaarin voor de te onderscheiden hoofdsectoren van het terrein van het specifiek welzijn een eigen plannings- en financierings systeem zal worden ontwikkeld.Toen echter helderheid over de exacte inhoud van de aangekondigde wijzigingen in het rijksbeleid (te) lang uitbleef en boven dien de eerste planperiode van 4 jaar ten einde liep en er voorbereidingen getroffen moesten worden voor de volgende planningscyclus, hebben wij tenslott gemeend om niet langer op de feitelijke uitkomsten van de heroriëntatie op rijksniveau te moeten wachten. Rekening houdend met wat op dat moment bekend was van de beleidsintenties van de Minister, hebben wij de bij dit raads voorstel gevoegde nota "Evaluatie en bijstelling van de procedure-verordening Specifiek Welzijn" afgerond en leggen wij U de herziening van de procedure verordening thans ter vaststelling voor. Daarbij zijn wij ervan uitgegaan dat het in gang gezette rijksbeleid ten aanzien van de bestuurlijke en finan ciële decentralisatie van grote delen van het welzijnswerk zal worden voort gezet en dat de voorwaarden, waaraan gemeenten zullen moeten voldoen om in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 454