WHHHHH
gemeen belang voor de rechtstoestand van ambtenaren. Zoals uit het bovenstaande
blijkt zou zulks in strijd zijn met artikel 125 van de Ambtenaren 1929. De be
doelde wijziging kan naar onze mening dan ook niet in overweging worden genomen
Overigens zijn wij, afgezien van het wettelijk beletsel, van oordeel dat het eet
goede zaak is dat de in Nederland bestaande praktijk, inhoudende dat het voeren
van het bedoelde overleg - gelijk te stellen met de in de particuliere sector
voorkomende C.A.0.—onderhandelingen plaats vindt met de organisaties van werk'
nemers, gecontinueerd wordt.
Wij stellen U voor adressanten in deze zin te antwoorden.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920,
juncto artikel 183 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, artikel E-42 van
de overgangswet WBO en artikel 50 van de Kleuteronderwijswet.
Bijlage no. 321. Leeuwarden, 20 september 1984.
Aan de Gemeenteraad.
Van enkele besturen van bijzondere scholen voor kleuter-, gewoon lager- en
buitengewoon onderwijs zijn aanvragen als bedoeld in artikel 50 van de
Kleuteronderwijswet, respectievelijk artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920,
juncto artikel 183 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 en artikel E-42
van de overgangswet WBO ingekomen, om medewerking voor het treffen van voor
zieningen en/of het aanschaffen van materialen.
De onder 1, 3> 7, 8 en 9 in het hierbij gaande ontwerp-besluit genoemde
aanvragen geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Door inwilliging daarvan zullen ons inziens de normale eisen, te stellen
aan het geven van kleuter- en lager onderwijs niet worden overschreden.
Met betrekking tot het in het ontwerp-besluit onder 2, 4, 5 en 6 genoemde
dient het volgende ter toelichting.
ad 2 en 4.
Met Uw besluiten van 14 maart 1983, nr. 3148 en 14 november 1983» nr. 391
heeft U, ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 medewerking
verleend aan het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Kleuter
en Lager Onderwijs te Leeuwarden-Zuid en de Vereniging voor Protestants Christe
lijk Basisonderwijs Leeuwarden, voor het renoveren van de Johan Willem Fri-
soschool, Carel Fabritiusstraat 21 en de RehoböthschoolPieter Feddesstraat 2
en 4, beide te Leeuwarden.
Uw besluiten waren gebaseerd op de thans nog vigerende Lager-onderwijswet
1920. Per 1 augustus 1985 zullen uitbreidingen en/of verbouwingen krachtens de
Wet op het Basisonderwijs dienen te geschieden.
Volgens artikel F 1 van de per 1 februari 1984 van kracht zijnde
overgangswet WBO wordt aan besluiten, die de Gemeenteraad heeft genomen tot
uitbreiding en/of verbouwingen van lagere scholen na 31 juli 1985 geen uit
voering gegeven. Dit betekent, dat dan aan de onderhavige plannen op basis van
de Lager-onderwijswet 1920, ook als hiervoor toestemming is verleend, geen uit
voering meer kan worden gegeven.
Als criterium bij de beoordeling of al dan niet tot uitvoering is overge
gaan, zal het feit, dat de gehele (ver)bouw aan een aannemer is gegund, worden
aangehouden.
Aangezien het niet zeker is, dat de gunning voor 1 augustus 1985 zal plaat3
vinden, achten wij het raadzaam gebruik te maken van de mogelijkheid die
artikel E 42 van de overgangswet WBO biedt.
Op grond van dit artikel kan de Gemeenteraad ten behoeve van een te vormen
basisschool voor 1 augustus 1985 besluiten tot uitbreiding en/of verbouw van een
schoolgebouw, terwijl voor de uitvoering van dit besluit, als de gevraagde
toestemming is verleend, de verbouwingsprocedures vermeld in artikel 69 van de
Lager Onderwijswet 1920 van toepassing zijn. Derhalve stellen wij U voor onder
intrekking van bovengenoemde besluiten, te besluiten tot renovatie van de Johan
Willem Frisoschool en de Rehobothschool.
- 2 -