0
Cd
0
0
2
0
03
a
0
bO
0
E-H
O
:=r
vx
X)
c—
CO
O
O
O
LO
CM
I
O
C"—
O
-=J-
ctn
CO
I I
t I
O O
O ON
X) CM
t- CTN
XD X)
CM CM
O
O
I i
I I
O O
CO O
CO t>-
-=r
in
o
o
o
LPi
CM
o
=r
X5
O
O
CM
O
2
M
*"3
W
CC
X
O
CO
a
0
X>
1
0
3
iI
O
P
0
03
rH CO
0 :s
O
-p
-o
<D
i1
bO
C
cd
0
•H
bO
cd
•H
0
0
i1
i1
bO
0
•H
0
0
X3
cd
T3
-o
e
P
cd
0
cd
0
cd
O
0
X
0
0
•H
bO
bO
T5
a
0
cd
c
-r-
x:
cd
0
c
o
-o
bO
0
0
P
0
0
CC
•H
O
tSJ
0
0
O
CM
0
S
0
-=r
■=T
O
S
0
0
O
0
-o
0
s
bO
i1
p
P
cd 0
0
3 P
0
p
0
cd
cd
0
-o
•H
p
•H
3
0 0
1
•o
0
X
x
0 0
3:
•H
S
0
0
bO
bO
cd
XI S
0
0
0 0 sz
c -o
O
c
03
0
p
CO
bO
c
0
X>
a
O
O
X
*H «H
•H -O -O
•rH *H
0 0 CO
X> X3
0
T3 0 0
I I
0 0 -H -H
-O T3
0 0
O O
bO bO
0 0
1 I
0
0 bO
bO P
0
•H 0
0 0
0 S O
X 0
P bO cO
•H
X I I
lT>
I CO
0 ON
X>
0 0 bO
•H
P 0 'H
O bO P
iI O
O
lx, bO
CM
CQ
0 bO
S
S *H
P
O
bO -=r
rH bO co
O 0 ON
>X r-
Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van lesgeld voor het volgen
van onderwijs aan het Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden en vaststellen van
een bijdrageregeling lesgelden voor het lesgeldjaar 1984-1935.
Bijlage no. 427 Leeuwarden, 7 december 1984.
Aan de Gemeenteraad.
In de Verordening op de heffing en invordering van lesgeld voor het volgen
van onderwijs aan het G.M.L. is een inkomensafhankelijk tarief opgenomen voor het
volgen van instrumentale of vocale groepslessen en individuele lessen instrumen
taal of vocaal muziekonderricht.
Hiertoe heeft U bij de invoering van deze verordening uitdrukkelijk
besloten. Van deze lijn is sindsdien niet afgeweken.
Voor het cursusjaar 1979-1980 is in dat kader bijvoorbeeld bovendien beslo
ten de groep van lesgeldplichtigen, welke naar inkomensafhankelijke tarieven
werden aangeslagen, uit te breiden.
Onlangs hebben wij evenwel door tussenkomst van Gedeputeerde Staten van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken bericht gekregen, dat de laatste wijziging van
bovengenoemde verordening, nl. het raadsbesluit d.d. 25 juni 1984, nummer 9943,
niet voor koninklijke goedkeuring in aanmerking komt. Het Ministerie van Bin
nenlandse Zaken voert als reden aan, dat de in de wijziging voorkomende inko
mensafhankelijke tarieven strijdig zijn met de aard en het karakter van de in
artikel 277 van de Gemeentewet geregelde heffingen.
Het ministerie komt tot deze opvatting naar aanleiding van een tweetal
arresten van de Hoge Raad betreffende respectievelijk aanslagen reinigings- en
rioolrechten.
In het eerste arrest is de Hoge Raad van opvatting, dat de in artikel 277
van de Gemeentewet geregelde heffingen gezien moeten worden als vergoedingen
voor door de gemeente geleverde prestaties.
Daarmee valt niet te rijmen, dat het tarief afhankelijk wordt gesteld van een
omstandigheid als draagkracht van de belastingplichtige zonder dat daarbij enig
verband wordt gelegd met de door de gemeente geleverde prestaties en de daaraan
verbonden kosten.
In het tweede arrest concludeert de Hoge Raad, dat het strijdig is met het
karakter van de in het geding zijnde retributie (rioolrechten) om voor eenzelfde
gebruik ongelijke tarieven te hanteren.
Gelet op deze arresten en de daarop gebaseerde beslissing van de
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken om geen goedkeuring te verlenen aan de
laatste wijziging, kunnen de voor het lesgeldjaar 1984-1985 vastgestelde les
gelden niet worden geheven. Aangezien wij het uitgangspunt "heffing naar
draagkracht" in het onderhavige geval nog steeds onderschrijven hebben wij tegen
deze achtergrond gezocht naar een oplossing.
Wij nemen daarbij in aanmerking, dat wij, gezien de financiële positie van
de gemeente gedwongen zijn vast te houden aan de opbrengst, welke op basis van
de niet goedgekeurde verordening zou zijn verkregen.
Als argumenten tegen heffing van lesgeld op basis van uniforme tarieven
voeren wij aan:
1. Voor veel mensen zouden hoge uniforme tarieven, met name in de lesgeldjaren
na 1984-1985, een beletsel vormen om muziekonderwijs aan het Gemeentelijk
Muziekinstituut te volgen.
2. Het is strijdig met het door U d.d. 4 juni 1984 geformuleerde beleid t.a.v.
de "echte minima".