mr. W.J.G. Reumer - 2 - Bij beschikking van 2 oktober 1984 hebben wij de directie van de Dienst Stadsontwikkeling vrijstelling verleend van het be paalde in artikel 352» eerste lid van de Bouwverordening en van de ingevolge een herziening van het uitbreidingsplan "Bij enhof" op de grond rustende bestemming "Plantsoen of plant- strook", zulks ten behoeve van het inrichten van dit terrein tot speelterrein (met uitzondering van het plaatsen van het paalhuisje Tegen zowel deze vergunningverlening als tegen de door Gedepu teerde Staten afgegeven verklaring van geen bezwaar hebben de heer G. Kempenaar e.a. op grond van de Wet Arob een bezwaar schrift ingediend. Gelijktijdig is schorsing aangevraagd bij de Voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State, welk verzoek op 1 november 1984 is afgewezen. Blijkens de visie van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State dienen in de heroverwegingsprocedure bij het ongegrond verklaren van bezwaren dezelfde formele condities aanwezig te zijn als bij het nemen van de primaire beschikking. Dit impli ceert dat bij de beslissing op het bezwaarschrift een volwaar dig voorbereidingsbesluit van kracht dient te zijn om de bestre den besluiten in stand te kunnen laten. Om zuiver procedurele redenen zal dus opnieuw een voorbereidingsbesluit moeten worden genomen. Gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden stellen wij U dan ook voor ten aanzien van dit terrein opnieuw een voorberei dingsbesluit te nemen. II. Het Technisch Bedrijf Tromp, Carel van Manderstraat 1 te Leeu warden heeft een verzoek om vergunning ingediend voor het uit breiden van de tot het bedrijf behorende opslag- en magazijn ruimte in twee panden aan de Elias Vonckstraat (voormalig de nrs. 2 en 4), alhier (het gehele perceel is thans genummerd Carel van Manderstraat 1). De beide panden aan de Elias Vonck straat zijn reeds enige jaren als opslag- en magazijnruimte in gebruik bij dit technisch bedrijf. Destijds gold alleen de Bouw verordening. In het kader van de vaststelling van het bestem- mingsplan"Huizum-Westdeelgebied I" is aan deze beide panden een woonbestemming gegeven, omdat in de betrokken straten (Elias Vonckstraat, Aert de Gelderstraat en Jan van de Capellestraat de woonfunctie dominant is. Het afwijkende gebruik (opslag- en magazijnruimte) is onder het overgangsrecht komen te vallen. Het verder uitbreiden van het gebruik zou de afwijking van het plan doen toenemen. Wat het bouwen betreft dient niet getoetst te worden aan het overgangsrechtomdat de bestaande bouwwerken op zich niet in strijd zijn met de aan de grond gegeven bestem ming. Immers de desbetreffende panden hebben nog alle kenmerken van een woning. Indien de bouwaanvraag de uitbreiding van een woning ten doel had gehad dan zou de gevraagde vergunning zonder meer verleend moeten worden. Qua bouwvolume blijft het bouwplan namelijk binnen de in het bestemmingsplan vastgelegde normstel ling. Nu het bouwplan gericht is op het uitbreiden van de wonin gen binnen het bouwvolume voor opslag- en magazijnruimte is for meel sprake van strijd met de bestemming "Woningen, klasse A" waarvoor gebouwd zou moeten worden. Uit stedebouwkundig oog punt bestaat geen bezwaar tegen het bouwplan. Het bedrijf heeft groot belang bij de gevraagde uitbreiding, omdat verplaatsing van het bedrijf geen haalbare, noch zin volle zaak is. De aard van het bedrijf is zodanig dat hier van geen negatieve uitstraling uitgaat op de omgeving. Aan het bouwplan kan eerst medewerking worden verleend indien een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het moge lijk vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het gel dende bestemmingsplan. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat Gedeputeerde Staten vooraf moeten hebben verklaard tegen het verlenen van deze vrijstelling geen bezwaren te hebben, waarna de bouwvergunning kan worden verleend. III. De heer R. Bergsma te Leeuwarden heeft een verzoek om vergunning ingediend voor het bouwen van een woning op het perceel Froske- pólle 7-8, alhier. Het bouwplan voorziet in de afbraak van twee woninkjes onder één kap en het oprichten van een geheel nieuwe woning. Bij de vaststelling van het globale bestemmingsplan "Aldlan- Oost" waren de opstallen op de percelen Froskepólle 7 t/m 12 onder het overgangsrecht gebracht. Hieraan hebben Gedeputeerde Staten destijds hun goedkeuring onthouden, omdat hierdoor een te forse aanslag werd gepleegd op de belangen en rechtszekerheid van de betreffende eigenaren/bewoners. Gedeputeerde Staten hebben verzocht deze woningen bij een eerstvol gende herziening als zodanig te bestemmen. Dit is gebeurd in het kader van het wijzigingsplan "Aldlan-Oost"vastgesteld door de Raad op 1 april 1974. Alhoewel zowel op het perceel Froskepolle nr. 7 als op nr. 8 een kleine woning staat, gaat het bestemmings plan uit van samenvoeging van deze twee panden waarop dan één eengezinshuis, klasse I mag worden gebouwd onder nader in het plan vermelde afmetingen. Het bouwplan van de heer Bergsma cor respondeert niet geheel met de in het vigerende bestemmingsplan vervatte voorschriften. Zo wordt voor een deel buiten de bebou— wingsgrens gebouwd, terwijl de garage ook iets te diep is uit gevallen. Uit stedebouwkundige overwegingen bestaan geen bezwa ren tegen het bouwplan. Ook aan dit bouwplan kan pas medewerking worden verleend indien een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van het geldende bestemmingsplan te verlenen. Ook hierbij geldt als voorwaarde, dat Gedeputeerde Staten vooraf moeten hebben verklaard, dat tegen het verlenen van deze vrij stelling geen bezwaar bestaat. Onder vermelding, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening omtrent het vorenstaande is gehoord, stellen wij voor ten aanzien van het terrein en de percelen zoals hiervoor omschreven, een voorbe reidingsbesluit te nemen, overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 574