0-4 de delen van de Leeuwarder be volking dan kunnen delen in de verdeling van macht binnen onze gemeente? 9 In de Memorie van Antwoord 9/ P bij het beleidsplan 1984-1988 10 werd gesteld dat het college voornemens is de huidige raden- en commissiestructuur aan het eind van de huidige zittingsduur te evalueren. Reeds nu echter wordt gewerkt aan concrete voorstellen die een herziening van bedoelde structuur op korte termijn beogen. Kan het college aan geven in welke richting ge noemde voorstellen gaan? 10 Bij de komende herstructure- C ring van commissies en raden moet worden gestreefd naar verdergaande openheid en open baarheid, vereenvoudiging van de structuur en indamming van de praatcultuur. Deelt het college deze opvatting? 11 In het collegeprogram staat 11 P dat de positie van de Gemeen teraad ten opzichte van het college en het ambtelijk appa raat zal worden "versterkt" (dus t.o.v. de situatie van is bij de samenstelling van de commissies gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegen woordiging van de fracties. Het functioneren van de Raad als hoofd van de gemeente wordt onzes inziens niet aangetast door het enkele feit, dat de ene politieke partij meer stem men heeft verworven dan de andere politieke partij. Wij zijn van mening, dat de Raad uit democratisch oogpunt naar behoren functioneert. Gelet op voorgaande concluderen wij dat een herverdeling van macht binnen onze gemeente niet noodzakelijk is. Overigens staat de samenstelling van de Raad, zoals U weet, eenmaal per vier jaar ter discussie in de algemene verkiezingen. Genoemde voorstellen gaan in de richting van een afslanking van het bestaande commissie stelsel, waarbij wordt uitge gaan van een in principe vol ledige openbaarheid van de vergaderingen van alle het totale gemeentelijke beleids veld bestrijkende commissies, een inspreekrecht voor de burgers in twee instanties en een zwaarder accent op de in breng van de raadsleden. Begin 1985 zal een notitie aan de Commissie Bestuurlijke Aan gelegenheden worden voorgelegd. U zie hiervoor de beantwoording van vraag 009 en vraag 010. Overigens hebben wij hier con form het gestelde op blz. 9 en blz. 10 van het collegeprogram waar mogelijk naar gestreefd. 0-5 1982). Welke maatregelen heeft het college met het oog daarop genomen c.q. in voorbereiding? 12 Wordt de vraag, of er binnen 12 P het gemeentelijk apparaat al dan niet met vrijwilligers zal worden gewerkt, alleen voor gelegd aan het G.O., of zullen hier ook andere commissies bij worden betrokken? 13 Uw besluit om te komen tot 13 P een stuwmeer van subsidiabele projecten verdient instemming. Kunt U meedelen welke struc tuurversterkende projecten in ISP-kader (afgezien van de Oostergoweg) de hoogste prio riteit hebben? Bent U bereid in de toekomst een lijst van dit stuwmeer c.q. de regelmatige actuali sering daarvan voor de Raad ter inzage te leggen, en deze eventueel in de Commissie Bestuurlijke Aangelegenheden te bespreken? 14 Is het college bereid om 14 Pa halfjaarlijks een lijst te doen toekomen aan de fracties, met daarop vermeld de belang rijke en/of "gevoelige" pun ten, onderwerpen, etc. die in de commissie aan de orde komen, vanaf twee maanden na verschijning van deze lijst? 15 Het gemeentelijk wettelijk 15 C kader is thans vastgesteld ASVZiet het college moge lijkheden middels automati sering van de procedure te komen tot kostenbesparing en verlichting van werkdruk? In de Nota Werkgelegenheid wordt gesproken over vrijwil ligerswerk. In dat kader heeft de Commissie voor Georganiseerd Overleg zich uit kunnen spreken. Hetzelfde geldt uiteraard voor alle com missies en instellingen die in de inspraakprocedure op de Nota Werkgelegenheid waren opgeno men De procedure zoals die gevolgd wordt bij concrete voorstellen is opgenomen in de Nota Werk gelegenheid. Een overzicht van de subsidia bele projecten, die wij bij het Provinciaal Bestuur voor sub sidiëring hebben aangemeld, is voor U ter inzage gelegd. Wij zijn voornemens deze lijst ook voor te leggen aan de Commissie voor de Werkgelegenheid en eventueel aan de betreffende functionele raadscommissie(s) Het college is hiertoe niet be reid. Dit vormt een te grote belasting voor het ambtelijk apparaat. Tevens zijn er via de bestaande interne kanalen- voldoende mogelijkheden om informatie te verkrijgen. Sinds de beantwoording van vraag P 13 bij het beleidsplan 1983-1987 is de situatie niet gewijzigd. De afdeling EB0 is ondermeer belast met het doen van onder zoek naar de mogelijkheden van automatisering binnen het ge meentelijk apparaat. In dat kader zullen ook de werkzaam heden op de afd. Welzijn te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 615