0-10
beleid stimulering niet nodig
en is het vrijwillig gebruik
van de V.U.T.-regeling ook
reeds zodanig toegenomen, dat
verdere stimulering overbodig
is
24 Volgens het beleidsplan is
P "het vrijwel onmogelijk een
exact inzicht te geven in de
ontwikkeling van de werkgele
genheid" bij de gemeente
i.v.m. voornamelijk statisti
sche omstandigheden. Elders
wordt dit een van de omstan
digheden genoemd waarom het
effect van het in november
1983 vastgestelde beleid
m.b.t. de arbeidstijdverkor
ting nog niet goed meetbaar
is. Is het college bereid zo
danige maatregelen te treffen,
dat bedoeld inzicht voortaan
wél kan worden geboden, onder
meer door tijdelijke krachten
voortaan niet meer in het
werkgelegenheidsbestand maar
in een afzonderlijk overzicht
op te nemen?
24 Bij de invoering van de auto
matisering op de afdeling per
soneelszaken in 1985 zal onder
anderen rekening gehouden wor
den met de in deze vraag ver
woorde behoefte aan informatie
over de ontwikkeling van de
werkgelegenheid en de effecten
van het beleid met betrekking
tot arbeidstijdverkorting en
deeltijdarbeid.
25
P
26
P
Is er thans sprake van terug
houdendheid bij ambtenaren in
zake het vrijwillig kiezen
voor arbeidstijdverkorting,
e.e.a. gelet op de grote kans
dat binnen afzienbare tijd per
algemene maatregel arbeids
tijdverkorting gaat plaats
vinden, alsook vanwege het dan
te verwachten verschil in
korting van het salaris?
N.a.v. het gestelde op
p-I-7 over de maatregelen van
het Rijk m.b.t. de arbeids
tijdverkorting rijzen 2 vra
gen: (a) op welke maatregelen
van de rijksoverheid (afgezien
van de roostervrije dagen)
doelt het college
(b) wat is het standpunt van
het college m.b.t. het veto
van Minister Rietkerk t.a.v.
het voornemen van de gemeente
Amsterdam tot het invoeren van
een 38-urige werkweek?
25 Uit de resultaten van de door
ons gehouden enquête over
deeltijdarbeid blijkt dat 88%
van de respondenten de finan
ciële consequenties belangrijk
(37%) tot van doorslaggevend
belang (51%) achten als ge
vraagd wordt naar motieven om
niet in deeltijd te gaan wer
ken.
Hoewel in de enquête niet con
creet gevraagd is naar de in de
vraag beschreven omstandigheid
is een zeker verband niet
onwaarschijnlijk
26 a. De maatregelen van de
Rijksoverheid met betrekking
tot de arbeidstijdverkorting
waarop gedoeld wordt op
pagina 1-7' betreffen
uitsluitend de 5 con
verteerbare vrije dagen,
b. Het behoort tot de bevoegd
heid van de Minister van
Binnenlandse Zaken om in de
onderhavige kwestie in te
grijpen.
Overigens zij er op gewezen dat
zowel de tekst van het be-
0-11
leidsplan als de gestelde vra
gen (de nrs. 21, 22 en 26)
achterhaald zijn door de actu
aliteit
27
Pa
28
P
In het beleidsplan (biz. II-2)
wordt een en ander gezegd over
herverdeling en verkorting van
de arbeidstijd. Zo wordt ver
meld dat het percentage
vrouwen in dienst van de ge
meente is gestegen tot 27,8.
Kunt U aangeven met welk per
centage van het totaal aantal
arbeidsuren bij de gemeente
dit overeenkomt?
Kunt U tevens aangeven welk
percentage van de vrouwen
resp. mannen deeltijdfuncties
vervult?
Voorts interesseert het ons
welke vacature toch voor 40
uur per week is aangeboden en
om welke reden?
In het beleidsplan consta
teert U dat het aantal vrouwen
in dienst van de gemeente
Leeuwarden is toegenomen. Op
zich een verheugende ontwikke
ling. Niet duidelijk is
echter:
1. in welke functies deze
vrouwen zijn benoemd (laag-
middelbaar-hoog)
2. of het gaat om voltijd- dan
wel om deeltijdfuncties
3. in hoeverre positieve
discriminatie hierbij een
rol heeft gespeeld.
27 Het is thans niet mogelijk
zonder een omvangrijk tijdro
vend onderzoek aan te geven wat
het totale aantal arbeidsuren
bij de gemeente is en welk per
centage van deze uren gewerkt
wordt door vrouwen. Na automa
tisering van de perso
neelsadministratie (beleidsplan
blz. 1-8) is hiertoe een betere
mogelijkheid aanwezig. Bijna
60% van de vrouwen en bijna 10%
van de mannen verricht
deeltijdfuncties (exclusief
Dienst voor Gezondheidszorg).
Dit betreft de vacature werk-
leider boekbinderij bij de
Dienst Sociale Werkvoorziening.
Het specifieke karakter van
begeleiden van WSW-werknemers,
met name zoals dit tot uiting
komt in de intensieve bege
leiding bij de boekbinderij
gedurende de gehele werktijd
(WSW-personeel werkt 40 uur)
rechtvaardigen de 40 uur.
28 1. Vergelijking van de perso-
neelsstatistiek van 1 juli
1983 (bijlage beleidsplan
1984-1988en 1 juli 1984
(bijlage beleidsplan 1985-
1989) geeft het volgende
beeld
lager middelbaar hoger
vrouwen +54 +5 -1
2. Een vergelijking van de per-
soneelsstatistiek voor
vrouwen in deeltijd levert
het volgende beeld op:
1 juli 1983: 174
1 juli 1984: 195
Van de in totaal 58 vrouwen
die er meer aangesteld zijn,
zijn er dus per saldo 21
aangesteld in een deel
tijdfunctie.
3. In de periode januari 1983-
januari 1984 is in drie ge
vallen positieve discrimi-