0-14
een kans maakt op de extra
beloning?
B. en W. zien mogelijkheden
om exellerende ambtenaren
extra te belonen.
Welke mogelijkheden staan het
college voor ogen?
Zijn deze toepasbaar op zowel
de ambtenaren die werkzaam
zijn in de beleidsvoorberei-
dende als in de uitvoerende
sfeer?
De maatschappelijke praktijk
toont aan dat het proces van
functiebeschrijving en func
tiewaardering in het algemeen
op moeilijkheden stuit bij het
concretiseren van de bevindin
gen. Is het college met ons
van mening dat deze problema
tiek slechts oplosbaar is in
dien daarbij absolute priori
teit wordt gegeven aan een
menselijke benadering?
van functioneren te regelen met
behulp van een stelsel van
extra periodieke salarisverho
gingen en persoonlijke toela
gen. Dit stelsel voorziet erin
dat ambtenaren in de laagste
schalen tenminste in gelijke
mate profiteren van de geboden
mogelijkheden.
De Commissie voor Georganiseerd
Overleg heeft onze voorstellen
op 21 november 1984 behandeld.
35 Het is ons bekend dat invoering
van functiewaardering in orga
nisaties onrust bij medewerkers
teweeg brengt. Onze organisatie
vormt daarop geen uitzondering.
Met het oog op de door U
genoemde menselijke benadering
en de rechtszekerheid hebben
wij reeds bij de start van het
project enige jaren geleden tot
een tweetal algemene maatrege
len besloten:
- een garantieregeling, dat wil
zeggen dat alle personen die
thans hoger beloond worden
dan de uitslag van func
tiewaardering aangeeft, hun
salaris en hun salarisvoor-
uitzichten behouden;
- een bezwarenmogelijkheid, dat
wil zeggen dat voorafgaande
aan het normale beroep op
Ambtenarengerecht en Centrale
Raad van Beroep bezwaar bij
ons kan worden aangetekend.
De bezwarencommissie func
tiewaardering adviseert ons
vervolgens inzake dit be
zwaar.
De bezwarencommissie is sa
mengesteld uit
- een vertegenwoordiger van
de organisaties van over
heidspersoneel, lid;
- het hoofd van de afdeling
Personeelszaken, lid;
- een door ons aan te wijzen
voorzitter die ook het
vertrouwen van de organi
saties van overheidsperso
neel dient te hebben.
Welke criteria worden ge
hanteerd bij het verlenen van
toestemming voor het maken van
dienstreizen door ambtenaren,
gelet op de terughoudende
opstelling in dezen van de ad
viescommissies?
Ter illustratie zij verwezen
naar de reis naar Amerika van
de directeur van de DRB.
Behalve deze algemene maatre
gelen zal in concrete situaties
adequaat ingespeeld worden op
de individuele beleving van elk
personeelslid door een per
soonlijke mededeling van het
resultaat en het opvangen van
reacties via een spreekuur.
36 Als criterium voor het maken
van een dienstreis geldt dat de
reis in het belang van de
dienst moet zijn. De beslissing
over de vraag of een reis in
het belang van de dienst geacht
wordt ligt m.b.t. de
diensthoofden bij de betref
fende portefeuillehouder en
m.b.t. de overige ambtenaren
bij het betreffende dienst
hoofd, een en ander met dien
verstande dat voor een dienst
reis naar het buitenland altijd
de uitdrukkelijke toestemming
van ons college nodig is.
Het in de vraag bedoelde voor
beeld voldeed hieraan. Overi
gens heeft ook de B.H.D.
Fr iesland -Noord in dit geval
een evenredige bijdrage gele
verd.
U geeft aan, dat er ongeveer
60 vacatures door de vacature-
commissies zijn behandeld.
In één geval is er een ar
beidsplaats voor 40 uur ont
staan, mag daaruit geconclu
deerd worden dat de overige
vacatures voor 36 uur zijn in
gevuld?
37 Uit het feit dat de vacature
commissie een vacature open
stelt voor minder dan 40 uur,
mag niet zondermeer geconclu
deerd worden dat die dan ook
voor minder dan 40 uur bij
voorbeeld 36 uur wordt vervuld.
In de praktijk doen zich name
lijk omstandigheden voor die
dit onmogelijk maken. Te noemen
zijn:
- er wordt een te herplaatsen
kandidaat benoemd met een
aanstelling voor 40 uur;
- er wordt een interne kandi
daat benoemd met een aan
stelling van 40 uur;
- de advertentie voor 36 uur
levert geen (geschikte) res
ponse op, zodat opnieuw ge
adverteerd wordt, maar dan
voor 40 uur.