1 -2 62 Is het college ook niet van G mening, dat de politie d.m.v. voorlichting dient te stimule ren, dat de burger die getuige is van een delict dit delict meldt bij de politie en zich bereid verklaart als getuige op te treden in een strafpro ces? In hoeverre heeft de politie wel eens een stimulerende aan zet in deze richting gegeven? Is zij voornemens dit van tijd tot tijd te herhalen of een permanent karakter te geven? 63 Kunt Q een vergelijkend over- P zicht verstrekken van het aan tal uren, dat surveillerende agenten de laatste drie jaar per auto c.q. per fiets hun functie hebben uitgeoefend (zie collegeprogram II.2. on der 3)? 64 Blijkens het collegeprogram Pa zal de politie meer in de stad aanwezig dienen te zijn. "Daarom zal (het gebruik van) het aantal auto's worden inge krompen, terwijl de dienst- fiets weer moet worden ge bruikt. Gelet op: - onze waarnemingis een agent op de fiets een zeld zaam iets - de begroting, waar bij de post "vervoermiddelen" meer uitgaven voor auto's en mo toren worden geraamd; vragen wij ons af: - of er sprake is van een te- uitermate belangrijk deel van de taak van de politie blijven uitmaken. 62 De indruk bestaat dat de be reidheid om als getuige een strafbaar feit te melden bij de politie, c.q. op te treden in een strafproces afneemt. Door middel van diverse vormen van publiciteit wordt getracht dit in positieve zin te beïn vloeden. Te denken valt aan acties als "Goed dat er politie is" en "Die pet past ons allemaal". Acties als deze worden door de politie steeds ondersteund. Voorts is de politie met het oog op de voorlichting aan het publiek zoals bekend steeds aanwezig op manifestaties als de Jaarbeurs van Friesland. Tenslotte mag niet uit het oog worden verloren dat zeer veel individuele voorlichting wordt gegeven in allerlei contacten tussen burgers en politie. 63/ Een overzicht als in de vraag 64 bedoeld is niet voorhanden. De Burgemeester merkt overigens op dat de wederinvoering van de fietssurveillance - als één van de vormen van politietoezicht - ook in verband met on derbezetting in de Uitvoerende Dienst lange tijd niet goed van de grond heeft kunnen komen. Inmiddels is de sterkte van deze dienst op een niveau geko men dat zowel uit een oogpunt van arbeidsomstandigheden, als van veiligheid enigszins aan vaardbaar is. Hierdoor is wat meer ruimte ontstaan voor pro jectmatige surveillance, waaronder de fietssurveillance wordt gerekend. 1 -3 genovergestelde ontwikke ling? - wat er feitelijk is en wordt gedaan m.b.t. het bovenge noemde beleidsvoornemen? 65 Naar valt op te maken bevat G het egalisatiefonds politie kosten nog ruim 300.000, Is het nodig dit fonds te handhaven? Zo ja, waarom? Zo nee, verdient het dan geen aanbeveling het bedrag uit dit fonds te gebruiken om de poli tie de eerstkomende tijd toch die op zich nog wel noodzake lijke taken te laten verrich ten die nu achterwege blijven als gevolg van de financiële omstandigheden? 65 Handhaving van dit fonds is noodzakelijk om te voorkomen dat t.b.v. de politie bij te genvallende uitkomsten van de rekening een beroep op de al gemene gemeentelijke middelen moet worden gedaan. 2. Diversen 66 Vragen over seksueel geweld Pa tegen vrouwen. a. Seksueel geweld is niet al leen een gegeven waar met namevrouwen als individu mee geconfronteerd worden, het is ook een maatschap pelijk verschijnsel, alleen al vanwege het feit dat alle vrouwen het gevaar lopen slachtoffer te worden van seksueel geweld. Omdat sexueel geweld tegen vrouwen een maatschappelijk verschijnsel is heeft de samenleving de verantwoor delijkheid om maatregelen te treffen om dit ver schijnsel tegen te gaan. - Deelt het college onze visie en welke maatrege len denkt het college te treffen om seksueel ge weld tegen vrouwen zoveel mogelijk terug te dringen? (Bijvoorbeeld op het terrein van openbaar vervoer, volkshuisves ting, straatverlichting). - Is het college bereid om in navolging van de gemeente Amsterdam te 66 Op het probleem van sexueel geweld tegen vrouwen zal zoals destijds reeds aangekondigd, worden ingegaan in de t.z.t. te verschijnen vervolgnota, c.q. deelnota's ten vervolge op de Emancipatienota 1980.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 626