4-6
D. Kunstonderwijs
141 Kan het ooilege aangeven waar-
P om na bijna 2 jaar 'studeren'
nog geen afgerond programma
van eisen voor de MPA beschik
baar is?
142 Heeft de voorgenomen herzie-
P ning van het programma van
eisen van de MPA enig verband
met de discussie rond de loka-
tiekeuze?
E. Hoger Onderwijs
143 De laatste jaren probeert het
Pa college HBO-opleidingen naar
Leeuwarden te halen evenals
universitair onderwijs.
Daarnaast kan geconstateerd
worden dat de studentenvoor
ziening in Leeuwarden slecht
is, zeker in vergelijking met
de situatie in Groningen, een
mensa bijvoorbeeld ontbreekt
in Leeuwarden.
Al enige tijd zijn er ook pro
blemen met de HBO-sozen. De
huisvesting ervan is ronduit
slecht.
Wordt door het college de mo
gelijkheid overwogen om in
deze situatie verandering te
brengen, door bijvoorbeeld de
verschillende HBO-sozen in de
141/ Het onderzoek m.b.t. de bij
142 vraag 142 genoemde lokatiekeuze
heeft geen relatie met de
totstandkoming van het herziene
programma van eisen voor de
nieuwbouw voor de Stedelijke
Muziekpedagogische Akademie
Leeuwarden, waaraan sedert
maart 1983 wordt gewerkt. Met
name het feit, dat binnen af
zienbare tijd meer bekend zou
zijn over de nieuwe Wet op het
hoger beroepsonderwijs en de
zgn. S.T.C.-operatie (schaal
vergroting, taakverdeling en
concentratie van het H.B.O.)
heeft er toe aangezet getempo
riseerd te werk te gaan.
Het wetsontwerp is inmiddels
door de Tweede Kamer behandeld
en heeft thans de aandacht van
de Eerste Kamer.
De daarin voorkomende wijzi
gingen en aanpassingen voor
zover van belang voor de on
derwijsorganisatie en als ge
volg daarvan voor de huisves
ting, worden in herziene pro
gramma van eisen verwerkt.
Op korte termijn zal tot een
afronding kunnen worden geko
men.
143 Momenteel verrichten wij een
inventarisatie naar de situatie
m.b.t. studentenvoorzieningen
in Leeuwarden. Op basis van
deze inventarisatie zal overleg
met de H.B.O.-directeuren op
gang worden gebracht om de
mogelijkheden voor een eet-
tafelvoorziening te onder
zoeken.
Wat betreft de sociëteiten zijn
wij van mening dat het de
verantwoordelijkheid van so-
ciëteitsbesturen zelf is met
verbeteringsvoorstellen te ko
men. Wij verwachten niet dat
een gemeenschappelijke voor
ziening met daarin ook ruimte
voor een mensa de oplossing zal
zijn.
4-7
stad gemeenschappelijke huis
vesting aan te bieden, waar
ook ruimte is voor mensa?
Zo niet, welke andere oplos
singen zien B. en W. om de
problemen van de sozen op te
lossen?
Gemeenschappelijke uitgaven/inkomsten onderwijs
Vindt U Uw streven naar fusie
tussen S.A.D. en G.C.O. als
zijnde geweest, na de duide
lijke raadsuitspraak van enige
tijd geleden dienaangaande?
Uit het beleidsplan valt op te
maken (blz. 11-21) dat binnen
kort wellicht opnieuw onder
handeld wordt over integratie
van de Schooladviesdienst in
het GCO met bemiddeling van
het Ministerie van 0. en W. In
dit verband vragen we ons af:
- of er onderzoek plaatsvindt
naar mogelijkheden van het
zelfstandig voortbestaan van
de SAD mét rijkssubsidie?
- wat de bemiddeling van het
Ministerie van 0. en W.
inhoudt?
- of de genoemde bemiddeling
ook leidt tot rijkssubsidie
in het komende jaar resp. de
onderhandelingsperiode voor
onderwijsbegeleiding in onze
gemeente
- wat de uitgangspunten van
B. en W. zullen zijn bij
hervatting van de onderhan
delingen met het GCO?
144/ Wij beraden ons thans, mede
145/ gezien de taakstelling voor
146 de S.A.D. in het kader van de
herwaardering en de steeds
slechter wordende financiële
situatie, over de mogelijkheden
en wenselijkheden van fusie met
het G.C.O.
Daarbij worden alle door U ge
noemde aspecten in het onder
zoek betrokken.
Vindt het college het wel in
overeenstemming met de uit
spraak van de Raad d.d.
14—11—1983 om desondanks de
onderhandelingen met het GCO
voort te zetten?
In hoeverre is de huidige
functie-indeling bij de SAD
vergelijkbaar met die van de
overige gemeentelijke ambte
naren?
Wordt de SAD eveneens in de
functiewaardering betrokken?
147 Toen de S.A.D. ingesteld werd
waren er nog geen normen be
schikbaar op grond waarvan de
salariëring van de medewerkers
bij de dienst bepaald kon wor
den. Daarom werd de indeling in
een salarisschaal gebaseerd op