4-8 148 Het antwoord van het minis- 148 V terie op de door gestelde vraag om alsnog rijkssubsidie te verkrijgen is nergens te vinden. Kunt U alsnog het antwoord geven? enerzijds een oriëntatie op het onderwijsveld, anderzijds op de gebruikelijke inschaling van academici bij de rijkso verheid. In verband met de destijds voorgenomen integratie met het G.C.O. heeft de Bestuurscom missie op 4 november 1982 be sloten de richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen voor gesubsi dieerde schoolbegeleidings diensten van toepassing te verklaren voor nieuw aan te stellen personeel. Op 10 okto ber jl. heeft de Bestuurscom missie, teneinde het personeel meer duidelijkheid te geven inzake het te hanteren be loningsbeleid, besloten de richtlijnen van de rijksover heid zo veel mogelijk voor al le medewerkers van toepassing te verklaren. De huidige functie-indeling bij de S.A.D. is om bovengenoemde redenen nagenoeg onverge lijkbaar met die van de overige ambtenaren in gemeentedienst. Van de invoering en toepassing van functiewaardering is de S.A.D. uitgezonderd in verband met het feit dat de dienst voor wat betreft het beloningsbeleid georiënteerd is op onder- wijsnormen, zich thans uitend in de toepassing van de rijksrichtlijnen. Bovendien zal naar verwachting binnen een jaar met functie- waarderingsonderzoek bij schoolbegeleidingsdiensten wor den begonnen. Daarom zal de S.A.D. thans niet in de ge meentelijke functiewaardering worden meegenomen. Het ministerie is thans alleen bereid om rijkssubsidie te verlenen indien aan de voor waarden voor de Rijkssubsidie regeling wordt voldaan. Dat betekent dat een verzorgings gebied met minimaal 20.000 leerlingen bestreken moet wor den door de schoolbegelei dingsdienst. Gezien de situatie in Friesland dringt het ministerie dientengevolge aan op fusie met het G.C.O. 4-9 149 Waarom is er geen invulling V gegeven voor de stelpost van 250.000, Is het misschien ook zinvol om tijdig samen met de afdeling Onderwijs met voorstellen te komen om de realiteitswaarde van dit bedrag aannemelijker te maken? 149 Omtrent de invulling van be doelde stelpost zullen wij U concrete voorstellen doen die U in een aanmeldende raadsbrief vóór 17 december a.s. zullen bereiken. G. Personele en materiële voorzieningen 150 De talrijke oproepen in kran- Pa ten voor vrijwilligers/sters voor tus3enschoolse opvang doen vermoeden dat deze opvang niet overal voorspoedig ver loopt. Kunt U deze indruk bevestigen en aangeven waar dit het geval is? Op welke wijze willen B. en W. bijdra gen aan het oplossen van de problemen? 151 Zoals bekend bestaan er in de P praktijk grote problemen m.b.t. de tussenschoolse op vang. M.n. het aantrekken van vrijwilligers/sters levert moeilijkheden op. Welke maat regelen denkt U op korte ter mijn te nemen om hieraan tege moet te komen? 150/ Uit de talrijke oproepen voor 151 vrijwilligers/sters in diverse kranten valt af te leiden dat er bij voortduring sprake is van een tekort aan vrijwilli gers/sters ten behoeve van de tussenschoolse opvang. Dit te kort is enerzijds het gevolg van onvoldoende aanmelding van vrijwilligers/sters en is an derzijds een gevolg van het feit dat naar verhouding veel vrijwilligers/sters toch be trekkelijk snel een betaalde baan weten te vinden. Ten be hoeve van een tot stand te brengen, goed georganiseerde tussenschoolse opvang is - naar aanleiding van een in Uw Raad aanvaarde nota - gedurende 10 maanden een "voorwerkster" aan de afdeling Onderwijs ter gemeentesecretarie verbonden geweest. Het vele goede werk van deze voorwerkster heeft erin geresulteerd dat aan het merendeel van de gemeentelijke scholen de tussenschoolse opvang tot stand is gebracht. Bij een zevental scholen is de voorziening tengevolge van het ontbreken van vrijwilligers/sters dan wel wegens onvoldoende belangstel ling niet tot stand gebracht. Naast het afsluiten van een W.A.-, en ongevallenverzekering voor de vrijwilligers/sters menen wij, gelet op het feit dat ook de wetgever na drukkelijk stelt dat de tus senschoolse opvang een zaak is van èn voor de ouders van de leerlingen, dat geen verdere taak voor de gemeente is wegge legd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 641