6-4 192 Verschillende groepen dreigen 192 P uitgesloten te worden of wor den al uitgesloten van deel name aan projecten voor mensen zonder werk. U noemt o.a. de groep R.W.W.-ers. Niet genoemd wordt de grote groep niet- kostwinners, veelal vrouwen. Onlangs is door de Stichting Ombudsvrouw, op basis van de Wet gelijke behandeling, bereikt dat niet-kostwinners in aanmerking komen voor deel name aan werkgelegenheidspro jecten in het onderwijs. Welke mogelijkheden biedt dit om ook andere projecten toe gankelijk te maken voor niet- kostwinners? Indien hier geen mogelijkheden liggen, hoe denkt U dan binnen het bedrag dat door de gemeen te zelf wordt bijgedragen in de projecten voor mensen zon der werk de deelname van niet- kostwinners (vrouwen) te sti muleren? 36 van de W.W.V. Ter regeling van de bekostiging van uit te voeren activiteiten voor niet(beroepsmatig)actieven, die nu nog plaatsvindt op grond van artikel 36 van de W.W.V.zal een afzonderlijke wet worden gemaakt, die naar verwachting niet eerder dan 1-1-1986 van kracht zal worden. Voor 1985 geldt nog het huidige wettelijke kader. In principe staan de bestaande projecten voor mensen zonder werk ook open voor deelname door niet-kostwinners (veelal vrouwen M.b.t. de subsidiabiliteit van de deelname van deze groep merken wij op dat het Ministe rie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid uitsluitend bereid is een rijksbijdrage ter be schikking te stellen voor W.W. en W.W.V.-uitkeringsgerechtig den. Het Ministerie van Wel zijn, Volksgezondheid en Cul tuur rekent vrouwen, jeugdigen en etnische minderheden tot relatief kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Bij de onder steuning van projecten voor mensen zonder werk geeft dit ministerie prioriteit aan pro jecten waarin het opdoen van werkervaring (eventueel gekop peld aan beperkte scholing), centraal staat en aan projecten waarin uitdrukkelijk gestreefd wordt naar loonvorming (op termijn). Deze projecten dienen met name bedoeld te zijn voor - voor- en vroegtijdige schoolverlaters - schoolverlaters met lagere opleidingen (L.B.O., MAVO) en meisjes met een LHNO-op- leiding - jongeren afkomstig uit min derheden. De vraag naar het kostwinner schap is voor dit ministerie niet relevant. Ook wij stellen deze vraag niet, indien het antwoord geen gevolgen heeft 6-5 voor de bijdrage van een mi nisterie. Het op de gemeentebe groting beschikbare budget t.b.v. projecten voor mensen zonder werk is niet van die omvang dat ook projecten kunnen worden gesubsidieerd voor men sen, die niet gerekend kunnen worden tot de meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. 2. Overige maatregelen betreff* 193 In hoeverre overlappen het Re- C gionaal Dienstencentrum Klein bedrijf, het Jonge Bedrijven centrum en een Bureau voor ondersteuning kleinschalige bedrijven onder ausp. van de "Stichting Project Mensen zon der Werk" elkaar? de werkgelegenheid 193 Naar onze mening is er op dit moment geen sprake van over lapping van de activiteiten van respectievelijk het Regionaal Dienstverleningscentrum Klein bedrijf (RDK), het Jonge Bedrijvencentrum (JBC) en het Bureau Pro-F van de Stichting Project Mensen zonder Werk. Onderscheiden naar de fasen in de ontwikkeling van een be drijf, houdt het R.D.K. zich bezig met de algemene voor lichting en informatievoor ziening, zowel individueel als collectief. Het bureau Pro-F biedt hulp aan de adspirant- ondernemer bij het opstellen van een ondernemersplan en, indien gewenst, bij het ver richten van verkennend markt onderzoek. Het J.B.C. tenslotte biedt huisvesting aan startende on dernemingen, alsmede admini stratieve dienstverlening en begeleiding van het management bij o.a. financiering, vergun ningen, technische vraagstuk ken, etc. 194 Kan van de huidige wijze waar- C op over het werkgelegenheids- fonds wordt beschikt worden gezegd dat aldus beantwoord wordt aan hetgeen de raad voor ogen stond? En in het verlengde van de vo rige vraag: valt aan het werk- gelegenheidsfonds een functie toe te kennen op het gebied van het maatschappelijk en persoonlijk zinvol functione- 194 De aanwending van de middelen uit het Werkgelegenheidsfonds vindt plaats overeenkomstig de door de Raad vastgestelde doelstellingen en criteria van het fonds. Het Werkgelegenheidsfonds wordt in principe aangewend ten behoeve van de marktsector. Daarnaast is jaarlijks een deel beschikbaar voor de ondersteuning van initiatieven,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 650