6-6
ren van hen aan wie het lang- die gericht zijn op de
durig aan werkgelegenheid ont- terugkeer van niet-actieven in
breekt in de gangbare zin? het arbeidsproces. Wij stellen
ons overigens voor, inzake de
inzetbaarheid van het Werkge-
legenheidsfonds in overleg met
de Commissie voor de Werkgele
genheid zo nodig tot nadere
afspraken te komen.
C. Maatschappelijk Werk
1. Algemeen maatschappelijk werk
195 Zoals het er nu uitziet zal
P per 1 januari 1986 het werk
van de FIOM onder de verant
woordelijkheid van de gemeen
ten worden gebracht. Het is
van belang om daar vanuit onze
gemeente tijdig op in te spe
len, om te voorkomen dat de
FIOM, net als een jaar gele
den, tussen wal en schip
raakt.
Op welke wijze en op welke
termijn denkt U initiatieven
te gaan ondernemen?
196 Aan de ene kant worden in het
Pa kader van het Sociaal-Cultu
reel Programma categorale
groepen gesubsidieerd die o.a.
belangenbehartiging tot doel
hebben (vrouwen in bijstand,
woonlastencomité's, schippers
etc.). Dit gebeurt dan onder
de paragraafnoemer 'overig
sociaal-cultureel werk'.
Aan de andere kant wordt in
het beleidsplan de stelpost
vrijwilligers maatschappelijke
dienstverlening per '88 met
f 8.000,verhoogd tot
20.000,o.a. om langdu
rige werkloze jongeren die
zich organiseren, te onder
steunen.
De vraag rijst onder welke
noemer categorale groepen die
zich (o.a.) op belangenbehar
tiging richten gesubsidieerd
zouden moeten worden, of dit
niet eerder onder de noemer
opbouwwerk/S.C.W. valt dan
maatschappelijk werk.
195 Indien zou blijken dat de ver
antwoordelijkheid voor deze
werksoort weer bij de gemeente
zou komen te liggen, zullen wij
het overleg via het bestaande
kerngemeentenoverleg en de
betrokken instellingen weer
opnemen.
196 Binnen onze gemeente betaat
geen afzonderlijke subsidiere
geling ten behoeve van activi
teiten van belangenbehartigende
organisaties. Dit houdt in dat
per geval beoordeeld wordt of
de betreffende activiteiten
subsidiabel zijn en tot welk
werkveld (en bijbehorende sub
sidie titel) ze gerekend kunnen
worden.
Wij merken in dit verband nog
op dat de scheidslijn tussen
het veld van de vrijwilligers-
activiteiten binnen de maat
schappelijke dienstverlening en
het sociaal-cultureel werk niet
altijd even duidelijk te
trekken is.
In de totale afweging van de
voorstellen tot nieuw beleid
hebben wij gemeend aan dit on
derdeel eerst in 1988 uitvoe
ring te moeten geven.
6-7
Welk standpunt heeft het col
lege in dezen?
En is het overigens niet
enigszins belachelijk om de
8.000,pas per 1 januari
1988 te laten ingaan als het
college zich echt iets gelegen
laat liggen aan langdurig
werklozen? Of bedoelt B. en W.
met dat langdurig dat betrok
ken werklozen minimaal tot
1988 baanloos moeten blijven?
2. Bejaardenwerk
197 Waar op deze pagina in het ka-
V der van de herziening van de
Wet op de bejaardenoorden
wordt gesproken over een even
tuele invoering van deze wet
per 1 januari 1985 en er wordt
gesteld "t.z.t." in overleg te
zullen treden met de provincie
over de invulling van één en
ander.
Worden er gezien de korte ter
beschikking staande tijd al
voorbereidende besprekingen
gevoerd met de provincie?
197 Een eerste oriënterende be
spreking omtrent de toedeling
van taken tussen de gemeenten
en de provincie in het kader
van genoemde wetswijziging
heeft onlangs vanuit de V.F.G.
plaatsgevonden. De voorberei
dingen m.b.t. de concrete werk
zaamheden die de gemeente in
dit verband heeft opgedragen
gekregen (vaststellen en innen
van eigen bijdragen van -tehuis-
bewoners) zijn inmiddels in
volle gang. Met deze taak is de
Gemeentelijke Sociale Dienst
belast.
Overigens merken wij in dit
verband op, dat in het wets
ontwerp zoals dat onlangs door
de Tweede Kamer is aanvaard, is
vastgelegd dat de besteding van
gelden voor flankerend beleid
vanaf 1985 dient plaats te vin
den door de provincies op basis
van door de gemeenten inge
diende voorstellen. In te
genstelling tot de eerdere for
mulering ("in overleg met de
gemeenten") is in het nu vast
gestelde wetsontwerp het ini
tiatief terzake gelegd bij de
gemeenten.
198 In het kader van het Bejaar-
V denwerk wordt er gewezen op
het functioneren van bejaar
denoorden voor andere in de
omgeving wonende ouderen
v.w.b. verzorging en maaltij-
198 Gelet op het feit dat de in het
najaar van 1983 door het
Ministerie van W.V.C. uitge
brachte discussienota "Flanke
rend Bejaardenbeleid", waarin
ondermeer ingegaan wordt op de