8-8
het college hieraan te kunnen
leveren?
243 a. Acht het college het wen-
Pa se lijk - gezien de grotere
bevoegdheden en mogelijk
heden van de gemeente - de
particuliere woningverbe
tering te handhaven op het
huidige niveau c.q. uit te
breiden?
b. Heeft het college het voor
nemen de subsidieregeling
van eigenaar-bewoners te
wijzigen?
Zo ja, gelden die wijzigin
gen dan ook voor alle eige
naar-bewoners, of alleen
eigenaar-bewoners van na
oorlogse woningen?
c. Indien er wijzigingen in de
regelingen worden aange
bracht, welke consequenties
verwacht het college dan
voor het functioneren van
de Stadsvernieuwings Korpo-
ratie?
244 De zorg voor de particuliere
P woningverbetering is reeds ge
ruime tijd een taak van de
Stadsvernieuwingskorporatie
Is het college met ons van me
ning dat bij de ontwikkeling
van een nieuwe systematiek
terzake, deze instelling nauw
betrokken dient te worden?
243/ a. Met het van kracht worden
244 van de Wet op de stads- en
dorpsvernieuwing per
01-01-85 komt de verantwoor
delijkheid voor de par
ticuliere woningverbetering
door eigenaar-bewoners bij
de gemeente te liggen. De
verbetering van woningen
door eigenaar-verhuurders
blijft een rijksaangelegen
heid.
Wij kennen aan de particu
liere woningverbetering een
hoge prioriteit toe, mede
gelet op het feit dat dit
onderdeel van het stadsver-
nieuwingsgebeuren qua uit
voering relatief achterloopt
in vergelijking met de ver
betering van de openbare
ruimte
De door ons ingestelde werk
groep decentralisatie stads
vernieuwing heeft een
gemeentelijke subsidiever
ordening stads- en dorps
vernieuwing opgesteld, die
in verband met de krappe
tijd, is gebaseerd op de
huidige rijksregeling. Het
huidige niveau waarop de
particuliere woningverbete
ring zich bevindt kan in
1985 naar verwachting ge
handhaafd blijven. Dit punt
komt overigens aan de orde
bij de behandeling van de
Nota decentralisatie stads
vernieuwing die eind januari
1985 kan plaatsvinden.
b. In de loop van 1985 zal na
gegaan worden of de gemeen
telijke subsidieverordening
op een aantal punten aan
passing behoeft. Deze wij
zigingen kunnen zowel be
trekking hebben op voor-als
op naoorlogse woningen.
c. Het functioneren van de
Stadsvernieuwingscorporatie
zal door de invoering van de
gemeentelijke subsidie-
8-9
verordening geen wijzigingen
ondergaan. Overigens zal de
SVK bij de eventuele aan
passing van de subsidie
verordening worden betrok
ken.
245 Kan het college aangeven bin-
P nen welke termijn de evalua
tienota Welstandstoezicht aan
de Raad zal worden voorgelegd?
245 Dit zal over ongeveer een half
jaar het geval zijn.
246 Wordt de door het Rijk ver-
P wachte besparing op de appa
raatskosten Stadsvernieuwing
door het college als reëel be
schouwd?
246 Het Rijk gaat ervan uit dat de
opheffing van een twintigtal
subsidieregelingen op het
gebied van de stadsvernieuwing
een besparing op de apparaats
kosten van de gemeenten met
zich meebrengt. In verband
hiermee is een korting op het
gemeentefonds toegepast van
57.000,
Er moet ingespeeld worden op de
nieuwe situatie zoals het
opstellen van een subsidiever
ordening en behoefteraming.
Daarnaast breidt het takenp'ak-
ket van de gemeente zich uit,
aangezien een aantal rijkstaken
wordt overgeheveld naar de
gemeenten; zo dienen meer dan
in het verleden het geval was
prioriteiten te worden gesteld
ten aanzien van de bestedingen
in het kader van de stadsver
nieuwing. Het afwegingsproces
krijgt hierdoor een zwaarder
accent. Met name de komende
jaren verwachten wij per saldo
geen besparend effect op de
apparaatskosten. De V.N.G.
heeft zelfs berekend dat e.e.a.
een verzwaring voor de gemeente
zal betekenen. Tegen deze
achtergrond menen wij dat Uw
vraag ontkennend moet worden
beantwoord
Ook andere gemeenten zijn deze
mening toegedaan. Door middel
van het ISR-overleg is dit
standpunt aan de Staatssecre
taris van V.R.O.M. kenbaar ge
maakt