8-10
247
P
248
P
Welke consequenties heeft de
op 01-01-85 van kracht worden
de Wet op de stads- en dorps
vernieuwing voor de met bevol
kingsgroepen afgesproken fase
ring van uitvoeringsplannen in
I.S.R.-gebieden?
In het 1e halfjaar van 1984
zijn 20 aanvragen voor de
V.S.B.S. ingediend, waarvan
inmiddels 5 zijn afgehandeld.
Is het mogelijk de overige (en
eventueel later ontvangen)
aanvragen vóór 31 december
a.s. volledig af te handelen?
247 De decentralisatie van de
stadsvernieuwing heeft niet
alleen financiële, maar wel
licht ook inhoudelijke conse
quenties voor het te voeren
stadsvernieuwingsbeleid. Aan
gezien de tijd te krap was om
de in verband hiermee noodza
kelijke aanpassing of herzie
ning van de in 1981 vastge
stelde beleidsnota stadsver
nieuwing tijdig af te ronden is
voorshands volstaan met het
opstellen van een uitvoerings
programma voor 1985. Het
(voorlopige) programma voor
1986 en volgende jaren zal in
de loop van volgend jaar kunnen
worden opgesteld, zodat de
fasering van de werken op dit
moment nog onzeker is.
De voor 1985 opgenomen werken
komen in grote lijnen overeen
met de fasering zoals die is
opgenomen in de betreffende
ISR-uitvoeringsplannen, waar
over overleg met de bevolking
heeft plaatsgevonden.
De Nota decentralisatie stads
vernieuwing waarin het pro
gramma voor 1985 is opgenomen
ligt van 22 november tot
22 december 1984 ter visie,
zodat belangstellenden even
tuele bezwaren kunnen indienen.
De raadsbehandeling van de nota
zal vervolgens op
28 januari 1985 plaatsvinden.
248 Wij streven ernaar de aanvra
gen, die in 1984 zijn inge
diend, zoveel mogelijk in dat
jaar af te handelen. Wij zijn
hierin echter mede afhankelijk
van de adviesrapporten van het
Regionaal Dienstverleningscen
trum Kleinbedrijf RDK)Wij
hebben met het RDK de afspraak
gemaakt dat, binnen de werk
zaamheden van deze instelling,
aan de V.S.B.S.-aanvragen zo
veel mogelijk voorrang zal wor
den verleend.
8-11
Bouwtoezicht
Bent U met ons van mening,
dat onderzocht moet worden in
welke gevallen het gewenst is
(een delegatie van) betrokken
bewoners te betrekken bij het
beoordelen van de esthetische
aanvaardbaarheid van beeldbe
palende panden in de stad?
Deelt U ons standpunt, dat in
elk geval - evt. bij wijze van
proef - een voorziening moet
worden getroffen om belang
stellende bewoners de gelegen
heid te bieden zich uit te
spreken over de vormgeving van
de ontwerpen voor het plein
afsluitend gebouw (in dit bij
zondere geval moet de kring
van belangstellende bewoners
ruim getrokken worden)?
Wat zijn de personele en fi
nanciële consequenties van het
voorgenomen actiever aan-
schrijvingsbeleid van de ge
meente, e.e.a. in relatie tot
de voorgenomen besparing van
1 formatieplaats bij de dienst
B.M.T.?
Wij zijn van oordeel dat dit
aspect onderdeel uitmaakt van
de taak van de Welstandsad
viescommissie zoals de Raad
deze zich heeft voorgesteld en
waarin ook de gebruikers zijn
vertegenwoordigd. Voorafgaande
aan de raadsbehandeling waarbij
een keuze zal kunnen worden
gedaan uit de drie ontwerpen
voor een pleinafsluitend gebouw
wordt hierover een openbare
vergadering van de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening
gehouden. Tijdens deze verga
dering kunnen belangstellenden
zich uitspreken over alle
aspecten van de ontwerpen.
De voorgenomen besparing heeft
geen personele en financiële
consequenties ten aanzien van
de proefneming betreffende een
actiever aanschrijvingsbeleid,
omdat dit beleid wordt uitge
voerd binnen de bestaande per
soneelsformatie. De in de her
waardering 1985-1989 opgevoerde
besparing is in verband
gebracht met de tendens tot
deregulering. Pas indien de
door het Rijk gepropageerde
deregulering een feit zal wor
den, dienen ten aanzien van de
gehele door de deregulering
bestreden beleidsgebieden de
genoemde consequenties serieus
in ogenschouw te worden geno
men.
Tussen de Uiterdijksterweg
en de Kwelderstraat bevindt
zich een aantal flatgebouwen,
waarvan de meeste worden ver
huurd door diverse eigenaren.
De onderhoudsstaat van de
meeste van deze flats is zeer
slecht.
Is het college van deze situa
tie op de hoogte?
Is het college met ons van me
ning dat ter voorkoming van
1 Wij hebben bij brief van 26
oktober 1983 de eigenaren van
de flatwoningen Uiterdijkster
weg 50, 50-b en 50-c, alsmede
52, 52-b, 52-c op grond van
artikel 25, eerste lid onder b
van de woningwet aangeschreven
om noodzakelijk geachte voor
zieningen aan deze panden te
realiseren. Hieraan is voldaan.
Wij hebben het Bouw- en
Milieutoezicht eveneens op-