8-12 verkrotting, onderhoud drin gend is gewenst? 252 Een onderzoek van PEL en LOBH 252 P heeft uitgewezen dat de meeste huurkamers in Leeuwarden brandgevaarlijk zijn door het gebruik van uiterst brandbaar materiaal. Voorts ontbreken meestal brandtrappen of andere nood uitgangen. Welke zijn de mogelijkheden om preventieve maatregelen in dezen te treffen? 253 a. Op 30 maart 1983 heeft het 253 Pa college toegezegd een noti tie op te stellen voor de cie. R0 over het z.g. sloopbeleid. Die notitie is inderdaad besproken in de cie. maar er is geen overeenstemming over bereikt, met name waar het gaat over intern slopen van panden zonder vergun ning. De toezegging hield onder meer in dat bij geen over eenstemming in de cie. dit punt wederom aan de Raad wordt voorgelegd. Tot nu toe is dit niet ge beurd. Waarom niet? Wanneer zal dit wel gebeu ren? b. Vanwege de projectgroep Schoolstraat hebben wij vernomen dat vrijkomende panden in het gebied Schoolstraat d.m.v. interne sloop (vloeren, sanitair e.d.) "kraakvrij" gemaakt zullen worden. Is dit juist? En zo ja, acht het college deze gang van (voorgenomen) dracht verleend om te onder zoeken of de overige door U bedoelde flatgebouwen in zo danige staat verkeren dat voor zieningen noodzakelijk zijn. Wij kunnen thans niet inschat ten in hoeverre het gesigna leerde verschijnsel een be trouwbaar beeld geeft van de werkelijkheid. In preventief opzicht kan slechts toezicht worden uitgeoefend binnen het kader van de bouwvergunning- verlening betrekking hebbende op het geschikt maken van ruim ten voor woongelegenheid. Deze problematiek wordt benaderd vanuit onze uit artikel 24 van de Woningwet voortvloeiende taak na te gaan welke woningen op een bij bouwverordening strijdige wijze worden bewoond. a. Binnenkort zullen wij ons standpunt op het sloopregime in de Bouwverordening in de Raad aan de orde stellen. b.- Voor zover de desbetreffende panden niet te renoveren zijn, is de informatie juist. Deze benaderingswijze strijdt niet met onze visie betreffende de reikweidte van het sloopver- gunningens telse1 8 -13 254 P zaken niet onaanvaardbaar in het licht van de discus sie over het sloopbeleid die al zolang op zich laat wachten. Kan het college ons inzicht bieden in de sanctiemogelijk heden t.a.v. illegaal slopen? 254 Op grond van artikel 304, eer ste lid van de Bouwverordening is het - voor zover zulks niet is verboden of bij krachtens een wet of een provinciale verordening dan wel de gemeen telijke monumentenverordening - verboden te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van ons college. Overtreding van dit voorschrift kan op grond van artikel 394, tweede lid van deze verordening worden bestraft. Verder behoort het tot onze competentie om bij constatering van clandestiene sloop een aanzegging tot on middellijke stopzetting van de activiteiten te doen uitgaan (politiedwangaanschrijving) tot op het moment waarop op een vergunning c.q. ontheffings- aanvraag i3 beslist. 255 Wil het College - met hetoog 255 D op brandgevaar - alles in het werk stellen om er voor te zorgen dat de restanten van het Amelandshuis zo spoedig mogelijk worden verwijderd? En indien het college van oordeel is dat het geen mogelijkheden heeft een snelle, en dit maal legaleafbraak van het Ame landshuis te realiseren, is het college dan bereid - met het oog op het beeldbepalend karakter van de huidige res tanten - de trieste puinhopen middels een eenvoudige hout constructie aan het oog van het winkelend publiek te ont trekken of kiest het college voor het handhaven van dit teken van falend beleid? 256 Wat is de huidige stand van 256 P zaken m.b.t. de planontwikke ling t.a.v. het pand Fribourg? Wij hebben met het oog op mo gelijk gevaar de directeur B.M.T. opgedragen ons te rap porteren. Inmiddels hebben wij besloten om tot afbraak van de restanten van het Amelandshuis te laten overgaan en het puin af te voeren. Het terrein zal vervolgens van een deugdelijke afscheiding in de vorm van een gesloten schutting van minstens 2,25 m hoogte moeten worden voorzien. Het laatste schriftelijke bericht van het bestuur van de Ver. voor Chr. Voortgezet en Hoger Onderwijs is dat men na-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 663