8-20 276 D het college besluit het schrijven aan G.S. van Fries land "Wij verwachten dat ons commentaar door U zal worden betrokken bij de definitieve standpuntbepaling" Wij zwaaien het college alle lof toe voor genoemd commen taar en wij zijn bijzonder ge lukkig dat het jarenlange streven van de gehandicapten zelf bij het college weerklank heeft gevonden! En we verbin den daaraan de conclusie dat het college ook in het gemeen telijk beleid geciteerde zin snede in praktijk zal willen brengen. Vol belangstelling vragen we dan ook: welke stappen heeft het college inmiddels in ge wenste richting genomen? Kan het college een overzicht geven van de vraag en het aan bod in onze gemeente van aan gepaste woonruimte voor licha melijk gehandicapten? En hoe lang is de gemiddelde wachttijd? worden bewoond. In dit verband wordt opgemerkt, dat voor aan passing van woningen aan de eisen van de individuele ge handicapte een kostprijsdek- kende subsidie kan worden ver kregen op grond van de be schikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten. Wij achten het niet mogelijk alle in de sociale huursector te realiseren woningen vooraf geschikt te maken voor rol stoelgebruikers. Gelet op de specifieke eisen die dit stelt aan de indeling van de woning zou het dan niet meer mogelijk zijn te bouwen naar de eis van sober en doelmatig geënt op het algemene woninggebruik. Zie in dit verband tevens het antwoord op vraag 276. 276 Bij de D.G.G.D. zijn momenteel 28 aanvragen bekend voor andere aangepaste c.q. gelijkvloerse huisvesting. Bij ongeveer de helft van de aanvragers is er sprake van rolstoelgebruik. Gelet op het specifieke karakter van de verschillende aanvragen en de mate waarin de geschikte woningen in de bestaande woningvoorraad beschikbaar komen, is het niet goed mogelijk een algemeen geldende indicatie te geven omtrent de wachttijd en het aanbod. Naast het vrijkomen van geschikte of eenvoudig geschikt te maken woningen wordt het aanbod mede bepaald door het incidenteel opleveren van aangepaste woningen in de nieuwbouw. Recentelijk is in het kader van het nieuwbouwplan aan het Cambuursterpad een aangepaste woning gerealiseerd. 277 Bij enkele galerijflats in P Bilgaard is duidelijk sprake van afnemend woongenot ten ge volge van verschijnselen als anonimiteit, eenzaamheid, agressie en vandalisme. Het onpersoonlijke karakter van de 277 Wij hebben hier te maken met een complexe problematiek die zich niet alleen in Leeuwarden voordoet, maar in alle steden waar na-oorlogse wijken met relatief veel hoogbouw zijn gerealiseerd. Wij hebben voor 8-21 betreffende flats nodigt daar toe als het ware uit. Voor zo ver de ruimtelijke vormgeving invloed uitoefent op sociaal gedrag van mensen, is het o.i. belangrijk te onderzoeken op welke wijze voorzieningen kun nen worden getroffen die de leefbaarheid van de betreffen de buurt kunnen verhogen. Overweegt U op dit punt ini tiatieven te ondernemen? 278 Al jaren kent Leeuwarden de 278 Pa situatie dat er 4000 woning zoekenden bij de corporaties en het Gemeentelijk Woningbe drijf staan ingeschreven. On danks alle inspanningen van de gemeente op het gebied van de volkshuisvesting is de woning nood niet gedaald. Met name de groep van kleine huishoudens 3250 ingeschre venen) ziet zich geconfron teerd met een grote woning nood. Verder blijkt o.a. uit landelijk onderzoek dat met name mensen met een laag inko men steeds moeilijker passende huisvesting kunnen vinden. Door teruglopende contingenten voor sociale woningbouw en de onbetaalbaarheid van de socia le woningbouw voor veel groe pen is het niet realistisch om hier de hoop op te vestigen als het gaat om het oplossen van de woningnood. Het college maakt in het be leidsplan niet duidelijk wat ze met deze problematiek wil. Derhalve de volgende vragen: a. is het college van mening dat de woningnood als een onveranderbaar structureel gegeven moet worden be schouwd b. is het college van plan de woningnood met name voor de kleine huishoudens en men sen met een laag inkomen op te lossen? zo ja, hoe denkt het col lege dat te kunnen reali seren? deze zaak, mede ook gezien het multidisciplinaire karakter daarvan op korte termijn voor alsnog geen concrete oplossin gen voorhanden. a. Wij beschouwen de woningnood niet als een structureel onveranderbaar gegeven. In 1983 waren er 4184 ingeschreven woningzoekenden en er zijn 2880 toewijzingen gedaan. Via de centrale registratie slaagt 3 op de 4 woningzoekenden. Van de ca. 4000 woningzoekenden heeft bijna 41% binnen een jaar een woning toegewezen gekre gen. Binnen 2 jaar is dit percentage reeds 90%. Voorts moet bedacht worden dat een belangrijk deel van de wo ningzoekenden verandering van huisvesting wenst en derhalve bij herhuisves-ting ook een woning achterlaat. Zo beschikte op de peildatum 12 oktober 1983 van de 4137 ingeschreven woningzoekenden 2890 reeds over zelfstandige woonruimte (70%) in Leeuwar den. Wij hebben de indruk dat er een verschuiving optreedt van kwantitatieve naar kwalitatieve woningnood. De effectieve vraag naar woningen moet worden geplaatst tegen de inkomensontwikkelingen van diverse categorieën woning zoekenden, b. Voor diverse categorieën komt de betaalbaarheid van zelfstandige woonruimte in het geding. De maatregelen op het gebied van de indi viduele huursubsidie en het optrekken van de aanvangs- huren met 0,25per jaar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 667