Aangezien daarnaast op sommige punten verscheidenheid bestaat en nadere detaillering van subsidievoorwaarden noodzakelijk of gewenst is, kunnen Sub verordeningen worden gekoppeld aan de ASV. In deze sub-verordeningen wordt nader geregeld, wat op het terrein van een bepaalde beleidssector meer in het bij zonder regeling behoeft. Verder wordt via Uitvoeringsregelingen nadere uit werking gegeven aan enkele specifieke voorwaarden, die in de ASV of in een sub verordening in enkele hoofdlijnen zijn aangegeven. Wij menen dat alle subsidiëring door de gemeente in principe in deze systematiek kan worden geregeld. De procedure voor het tot stand komen van de thans aan U voorgelegde veror deningen is de volgende geweest. Nadat door ons in eerste instantie een ontwerp- ASV (inclusief een Uitvoeringsregeling inzake het democratisch functioneren van instellingen) en een ontwerp Sub-verordening Specifiek Welzijn (SSW) waren ont wikkeld, zijn deze gedurende twee maanden ter visie gelegd. Tevens werden de ontwerp-regelingen toegezonden aan alle instellingen, die onder de werking ervan zullen komen te vallen. In de tervisie-liggingsperiode werd een "inloopavond" gehouden, waarop vragen over de ontwerpen konden worden voorgelegd aan amb tenaren van de afdeling Welzijn en werd een hoorzitting gehouden, waarop mon deling bezwaren tegen de ontwerpen konden worden ingebracht. Gedurende de gehele periode van tervisieligging konden ook schriftelijk opmerkingen worden gemaakt en bezwaren worden ingediend bij ons College. Van deze mogelijkheid is door een 24-tal instellingen gebruik gemaakt. Tevens werd over de ontwerpen advies gevraagd aan de Adviescommissies Cultuur, Maatschappelijke Dienstverlening, Sociaal-culturele Zaken en Volksgezondheid, terwijl ook het Platform Culturele Minderheden de ontwerpen besprak en erover adviseerde. De binnengekomen reac ties, bezwaren en adviezen zijn voor ons aanleiding geweest tot het opstellen van een "Nadere Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen", die U bij het onderhavige raadsvoorstel tevens wordt aangeboden. De consequenties van deze "Nadere Standpuntbepaling etc." voor de tekst van de verordeningen zijn in de U thans voorgelegde versie van deze verordeningen reeds verwerkt. Voor een toelichting op de voorliggende verordeningen en uit voeringsregelingen, zij verwezen naar de toelichtingen, die aan de betreffende teksten zijn toegevoegd. Op enkele punten willen wij hier nog nader ingaan of wat meer speciaal de aandacht vestigen. 1. de reikwijdte van de ASV. Zoals gesteld, is de ASV in principe van toepassing op alle subsidiëring door de gemeente. Het algemene karakter van de verordening wordt echter beperkt door andere subsidie- of bekostigingsregelingen op rijks-, provinciaal of gemeentelijk niveau. Hierdoor vallen subsidies in de sfeer van de volkshuisvesting en het bijzonder onderwijs buiten de werking van deze verordening. Verder zal de ASV op terreinen, waarvoor thans reeds bepaalde gemeentelijke regelingen bestaan, slechts dan van kracht worden, indien de verordening via een daartoe strekkend raadsbesluit uitdrukkelijk van toepassing wordt verklaard, onder gelijktijdige intrekking van de thans bestaande regelingen. Zulks wordt op dit moment voorgesteld voor een aantal regelingen op het terrein van het sociaal-cultureel werk. De ASV is in ieder geval van toepassing op terreinen, waarvoor tot nu toe geen regeling was vastgesteld. 2. de sub-verordeningen Hoewel in het stadium van de ontwerp-verordeningen nog alleen sprake was van een sub-verordening Specifiek Welzijn (SSW), is in de nu voorliggende versie tevens een tweetal andere sub-verordeningen opgenomen. Het betreft een sub-verordening Cultuur en een sub-verordening met betrekking tot de stichting van clubhuizen (de voormalige clubhuisregeling). De inhoud van beide verordeningen was aan vankelijk tot het terrein van het specifiek welzijn gerekend en derhalve in de SSW verwerkt. In verband met een recent raadsbesluit inzake de "voorwaardenscheppende instellingen op muzikaal gebied" is deze werksoort nu overgebracht naar de sector Cultuur en ondergebracht in een - te zijner tijd nog met andere werksoorten en regelingen uit te breiden - sub-verordening Cultuur. De zgn. Clubhuisregeling is nu in een afzonderlijke sub-verordening ondergebracht, omdat de werking ervan niet alleen tot het specifiek welzijn beperkt kan worden geacht maar ook door instellingen op het terrein van de Cultuur en de Sport van de regeling gebruik gemaakt zou moeten kunnen (blijven) worden. Wat overigens de sub-verordeningen op welzijnsterrein betreft, kan in de toekomst nog uitbreiding plaats vinden met een sub-verordening Sport, waarin enkele bestaande regelingen op het terrein van de sportbeoefening kunnen worden samengebracht 3. de sub-verordening Specifiek Welzijn. De SSW is voor de werksoort Sociaal-cultureel Werk - waaronder mede begrepen worden het emancipatiewerk en de kinderdagverblijven en naschoolse opvangvoor zieningen - en voor het specifieke welzijnswerk ten behoeve van etnische groepen nu nader uitgewerkt. Met het van toepassing verklaren van deze subverordening, kunnen de gemeentelijke verordeningen "inzake het toezicht op gesubsidiëerde instellingen", "amateuristische kunstbeoefening", "voorwaardenscheppende instellingen op muzikaal gebied" en "jeugd- en jongerenwerk" (voor zowel beroepsmatig als vrijwillig jeugd- en jongerenwerk)alsmede de gemeentelijke subsidie-verdeelsleutels voor het vrijwillig bejaardenwerk en de sportieve recreatie, worden ingetrokken, c.q. buiten werking gesteld. Ook de "overeenkomstige toepassing" van enkele (voormalige) rijkssubsidie- of bijdra geregelingen kan nu worden beëindigd. Aangenomen wordt dat aan deze SSW te zijner tijd een hoofdstuk "Maatschappelijke Dienstverlening" zal kunnen worden toegevoegd, indien en voorzover de beleids verantwoordelijkheid voor de voorzieningen op dit terrein naar de gemeenten zal worden gedecentraliseerd. 4. de uitvoeringsregeling inzake het democratisch functioneren van gesub sidieerde instellingen. In elk van de tot nu toe van kracht geworden rijksbijdrage-regelingen is een artikel opgenomen, waarin gemeenten verplicht worden in hun subsidie-verordening enkele voorschriften op te nemen. Tot die voorschriften behoort het volgende: "de deelnemers, vrijwilligers en beroepskrachten worden bij het beleid van de instelling of groep betrokken. Onze minister kan hieromtrent nadere regelen stellen". Deze "nadere regelen" zijn door de minister voor de werksoort sociaal- cultureel werk inderdaad gesteld. Deze zijn vrijwel letterlijk door ons overge nomen in een bij de ASV behorende uitvoeringsregeling ex art. 9 van de ASV. - 2 - - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 66