9-2 ting 1985 bepaald? B. Budgettair beleid 290 In veel van de beleidsvoor- D stellen wordt steeds vaker de mogelijkheid tot privatisering genoemd. Vindt het gehele college zulks sporen met het colle geprogram? 291 Hoe ver staat het met het in P het collegeprogram aangekon digde systematische onderzoek naar de vraag welke bevol kingsgroepen het meest van de bestaande taken of voorzienin gen profiteren? 292 Kan het college een overzicht P bieden per bezuinigingsronde van de bijdragen die de afzon derlijke beleidssectoren daar bij dienden te leveren, als mede welk percentage van het vrij besteedbare budget daar- de regering gehanteerde macro- economische doeleinden - ver gelijkingsmateriaal van de ge meenten te verkrijgen. Naar alle waarschijnlijkheid zal de rijksoverheid deze kerngegevens ook aanwenden in het kader van de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten. 290 In ons programma hebben wij ge steld dat als geconstateerd wordt, dat dienstverlening van bedrijven goedkoper is dan van de gemeente, deze gemeentelijke activiteiten niet automatisch worden afgestoten maar eerst worden doorgelicht op effi ciency en financieel beheer. Pas daarna wordt een beslissing (omtrent al dan niet privati sering) genomen. De ver onderstelling, dat in veel van de beleidsvoorstellen de moge lijkheid tot privatisering wordt genoemd, achten wij on juist Kortheidshalve verwijzen wij naar bijlage V van de herwaar- deringsvoorstellen 1985-1989. 291 Omtrent het gebruik van een aantal welzijnsvoorzieningen zijn ons gegevens bekend. Voorts houden wij bij onze be sluitvorming rekening met door het Sociaal Cultureel Plan bureau gepubliceerde gegevens. Hoewel wij het belang van de door U aangeduide gegevens onderschrijven, hebben wij als gevolg van de huidige finan ciële situatie tot dusverre geen kans gezien uitvoering te geven aan het hieromtrent ge stelde in het collegeprogram. 292 Binnen de ons ter beschikking staande termijn is het niet mogelijk gebleken om op deze vraag een adequaat antwoord te geven. De afgelopen jaren zijn onder de noemer van bezuinigingen 9-3 mee gemoeid was? diverse bijstellingen en aan passingen aan feitelijke om standigheden meegenomen. Hier door is een zekere versluiering opgetreden. Evenals het bepalen van het vrij besteedbare budget is hiervoor een tijdrovend onder zoek nodig. Daarvoor ontbreekt momenteel de tijd en het geld om hiervoor menskracht aan te trekken. 293 Bekend is dat het college bij P herwaarderingsvoorstellen ele mentaire basisvoorzieningen pleegt te ontzien. De vraag rijst (a) of deze prioriteit zich verdraagt met de op p.I-2 weergegeven prioriteiten uit het collegeprogram, en (b) wat exact onder het begrip "ele mentaire basisvoorziening" wordt verstaan. 293 a) De op pagina 1-2 weergegeven prioriteiten zijn een in deling van het in ons pro gramma gestelde. Tevens hebben wij in een eerder stadium alle gemeen telijke activiteiten inge deeld naar vier categorieën, te weten: echte priori teiten, verplichte taken, elementaire basisvoorzienin gen en echte niet-prio- riteiten. Deze beide indelingen vormen dus een dwarsdoorsnede van elkaar. Die elementaire basisvoor zieningen waaromtrent wij in ons programma een uitspraak hebben gedaan bevinden zich in de categorieën overige uit het collegeprogram volgende prioriteiten en overige activiteiten. Bij besluitvorming omtrent activiteiten uit de laatste categorie hebben wij rekening gehouden met de vraag of er sprake was van een elementaire basisvoor ziening dan wel van een echte niet-prioriteit. b) Onder een "elementaire ba sisvoorziening" verstaan wij: "(delen van) taken en activiteiten die betrekking hebben op het instandhouden van voorzieningen (geen echte prioriteit of ver plichting zijnde), zonder welke de gemeente Leeuwarden niet kan functioneren". Overigens merken wij op dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 670