- 4 - Mede gehoord de discussie tijdens de vergadering van de Commissie voor Wel- zijnsaangelegenheden merken wij hierbij op, dat wij begrip hebben voor de argumenten van de betreffende bewonersorganisaties om het aantal uren be roepsmatige ondersteuning te vergroten. Wij hebben geconcludeerd dat de vraag naar meer beroepskrachtentijd voor een groot deel wordt ontleend aan de initiatieven om binnen dit plangebied tot verdere samenwerking tussen de organisaties te komen. Wij zouden het betreuren indien het in gang gezette samenwerkingsproces verstoord zou worden door het ontbreken van voldoende beroepsmatige ondersteuning. Hoewel gevraagd wordt om uitbreiding van het aantal uren cultureel werk, zouden wij ons, gelet op de aard van de te ondersteunen activiteiten, kunnen voorstellen dat ook tegemoet kan worden gekomen aan de behoefte door toevoeging van een aantal uren opbouwwerk aan de hier bedoelde organisaties. In deze sfeer zou een oplossing gevonden kun nen worden door gebruikmaking van (een deel van) de 12 uren opbouwwerktijd die nog toegedeeld moeten worden (zie Nadere Standpuntbepaling blz. 102). Wij geven U in overweging aan het C.O.L. in dit verband mede te delen dat U er van uitgaat dat in de door het C.O.L. terzake van die nadere toedeling van uren nog in te dienen voorstel, met deze zienswijze rekening dient te worden gehouden. 3. Vrouwenboekwinkel Sappho. (vgl. Nadere Standpuntbepaling pagina 33» 34) Na heroverweging van het door Sappho ingebrachte bezwaren tegen het niet honoreren van het verzoek om een subsidie toe te kennen in de organisatie kosten ad 435,hebben wij begrip voor de argumentatie dat het hier gaat om organisatiekosten die rechtstreeks verbonden zijn aan de uitvoering van de subsidiabel verklaarde activiteit "lees-/documentatiehoek". In verband met deze relatie stellen wij U voor de hier bedoelde kosten alsnog subsi diabel te stellen en het aan Sappho toe te kennen subsidie derhalve met een bedrag van 435,te verhogen. 4. Toekenning subsidie in de personeelslasten van de werkplaats "De Opstap", (vgl. Nadere Standpuntbepaling pagina 125, 126) In een op 21 november 1984 gehouden bespreking met vertegenwoordigers van de werkplaats "De Opstap", het Gewestelijk Arbeidsbureau en ons College, waar van het verslag voor U ter inzage is gelegd, zijn de mogelijkheden besproken om andere financieringsbronnen te vinden teneinde mede de door de werkplaats voorgenomen verzelfstandiging en uitbreiding van het project te kunnen rea liseren. In verband hiermee is onzerzijds onder meer toegezegd dat wij bij de rijksconsulent sociale zekerheid zouden bepleiten dat de personeelsforma tie van "De Opstap" met één functionaris kan worden uitgebreid. De rijksconsulent heeft op 11 december jl. ingestemd met de tijdelijke aan stelling van een functionaris voor de periode 1 januari 1985 tot 1 augustus 1985. Indien de voorbereidingen van de verzelfstandiging en uitbreiding van de werkplaats "De Opstap" op 1 augustus 1985 nog niet zijn afgerond, kan een verlenging van de aanstelling tot 1 januari 1986 worden overwogen. Gelet op het bovenstaande stellen wij U voor het subsidie in de personeels lasten van de werkplaats "De Opstap" te verhogen met 7/12 x 72.562,50 is 42.328,op voorwaarde dat een rijksbijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt ontvangen tot het laastgenoemde be drag. - 5 - Ten aanzien van het subsidieverzoek van de "Bond Leeuwarder Uitkeringstrek kers" (vgl. Nadere Standpuntbepaling pagina 166) zijn wij voornemens U in Uw vergadering van 28 januari 1985 een voorstel te doen om over te gaan tot subsi diëring van deze instelling met ingang van het jaar 1985 in het xader van vrij willigerswerk maatschappelijke dienstverlening. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 687