Naast de argumenten die wij in de Nadere Standpuntbepaling hebben ge
noemd, willen wij hier nog op het volgende wijzen:
- de ASV heeft betrekking op alle subsidiëring door de gemeente en niet
alleen op wat in het kader van een Programma op het terrein van speci
fiek Welzijn (nader) wordt geregeld..
Het tijdschema voor de opstelling van de gemeentebegroting is derhalve
bepalend,- Dat tijdschema biedt niet meer ruimte dan gegeven is met de
datum van 1 maart.
- het werken met stelposten en het structureel rekening houden met omvang
rijke posten voor onvoorzien - teneinde op deze wijze ruimte te houden
voor flexibele toekenning van subsidies - zou onzes inziens zoveel moge
lijk moeten worden vermeden, omdat daarmee de mogelijkheden voor de
Raad om integrale afwegingen te maken, worden gereduceerd en er boven
dien bedragen worden vastgezet, waarvan het niet zeker is in welke mate
daarvan gebruik gemaakt zal worden, dan wel in hoeverre deze toereikend
zullen zijn. Tegen die achtergrond kunnen wij dan ook niet instemmen
met de naar voren gebrachte suggestie om voor structurele en eenmalige
subsidies een gescheiden planningsmethode te volgen, waarbij de struc
turele subsidies in de gemeentebegroting worden vastgelegd en eventueel
via een Programma worden toegekend - waarvoor de gegevens per 1 maart
binnen moeten zijn - terwijl de toekenning van eenmalige subsidies in la
tere stadia zou moeten gebeuren ten laste ^&n stelposten op de gemeente
begroting.
Wij wijzen er hier nog eens op dat daarmee niet alleen de politieke af
weging van de budget-toedelingen en de concrete toekenning van subsidies
wordt uitgehold, maar dat ook - indien met toekenningen via een Program
ma wordt gewerkt - de inspraakmogelijkheid van het werkveld op voorge
nomen subsidietoekenningen aanzienlijk wordt teruggebracht. Immers,
de tervisielegging van een Programma, waarin het overzicht van de voor
genomen toekenningen staat aangegeven, verliest aan betekenis als al
leen de toekenning van.structurele subsidies daarin staat aangegeven,
terwijl de eenmalige subsidies daar buiten om in een later stadium
zouden kunnen worden toegekend.
Bovendien kunnen onzes inziens structurele en eenmalige subsidies niet
op deze wijze van elkaar losgemaakt worden.
Subsidies worden toegekend aan instellingen om het mogelijk te maken
activiteiten uit t^voeren; in beginsel zijn derhalve alle subsidies (een
malige) activiteiten-subsidies. In sommige gevallen, waarin een bijzon
der belang aanwezig geacht wordt tot continuering van de activiteiten
of waarin ter wille van de activiteiten langer lopende verplichtingen
moeten worden aangegaan (gebouwen, personeel), kunnen structurele sub
sidies worden toegekend-. Deze subsidies moeten worden gezien als erop
gericht om de voorziening als zodanig in stand te houden. Het structuree
subsidie wordt echter meestal als bestanddeel van het subsidie toe
gekend, naast eenmalige subsidie-bestanddelen. Het loskoppelen van struc
turele en eenmalige subsidies en het onderbrengen ervan in gescheiden
circuits zou derhalve ook vanuit een oogpunt van integrale afweging
van subsidiebudgetten aan één instelling moeten worden vermeden.
- het is o.i. niet juist dat de planning noodzakelijkerwijs verstarrend
werkt, omdat alles lang van te voeren zou moeten worden vastgelegd.
Er zijn voldoende instrumenten, die een redelijke mate van flexibili
teit mogelijk maken Te noemen zijn:
reserveringen: Qen bedrag wordt gereserveerd, in afwachting van
nadere gegevens die binnen de tervisie periode moe
ten worden ingediend,
x p.m. toekenningen: een concreet bedrag wordt toegekend, onder de voor-
waalde dat vooraf aan de uitvoering van de betref
fende activiteit nadere gegevens worden verstrekt
over de activiteit,
s post onvoorzien: voor activiteiten die onvoorzienbaar en onuitstel-
baar zijn, kan een beroep gedaan worden op de post
onvoorzien,indien en voorzover aanwezig.
de aanvragen moeten minimaal 3 maanden voor de
uitvoering ervan worden aangemeld voor subsidiëring
x verschuivingen tus-deze zijn in de praktijk binnen bepaalde begren-
sen kostensoorten zingen bespreekbaarvoorzover het totaal beschik-
in de begroting: bare subsidiebudget niet wordt overschreden,
x globale activi
teitenoverzichten
en begrotingen kunnen worden geaccepteerd, indien het subsidie
aanvragen betreft gericht op het verkrijgen van een
afkoopsom, die niet aan de hand van begrotings
cijfers, maar van andere criteria (b.v. het bevol
kingscijfer) wordt bepaald.
- de datum van 1 maart als datum van indiening van subsidieverzoeken is
ook bij de voorbereiding van het Programma Sociaal-Cultureel Werk 1985
aangehouden en haalbaar gebleken. In de praktijk zijn ons geen onover-
komenlijke moeilijkheden gebleken.
ASV-art.16 wijzigingsvoorstel
- Het gestelde in de eerste regels en onder a. en b. opnemen in een eerste
lid;
-een tweede lid toevoegen, als volgt: "2. Indien voor de eerste keer een
structureel subsidie wordt aangevraagd, wordt voorzover van toepassing
voorts nog overlegd: (rest verletteren en overigens ongewijzigd)".
Toelichting:
Opgemerkt is dat sommige van de gestelde eisen (te) zwaar zijn voor in
stellingen, die een eenmalig subsidie vragen. Met het oog daarop zijn de
wat verdergaande eisen nu gekoppeld aan het verzoek om een structureel
subsidie.
ASV-art.38 wijzigingsvoorstel.:
- de woorden "ter goedkeuring"vervangen door "ter beoordeling".
- In de toelichting opnemen:De beoordeling is erop gericht om vast
te stellen of er wijzigingen worden voorgesteld, die in strijd zijn met
de subsidieverordening en die derhalve consequenties kunnen hebben voor
de vaststelling van het subsidie.. Hoewel de instelling vrij is om de
voorgenomen wijziging al of niet door te voeren, kan het van belang zijn
dat bij het besluit daartoe de eventuele consequenties voor het sub
sidie kunnen worden meegewogen".
Toelichting:
Omdat blijkens gemaakte opmerkingen de woorden "ter goedkeuring^voorleggen
misverstand kunnen wekken, is een iets meer neutrale formulering ge-
lozen,met een wat uitvoeriger toelichting daarop.
ASV-art.40 Opmerking.
Voor wat betreft onze opvatting over de mogelijkheden om in de subsidie
verordening voorschriften op te nemen die "positieve discriminatie" van
vrouwen binnen gesubsidieerde instellingen mogelijk moeten maken, ver
wijzen wij naar de Nadere Standpuntbepaling (pag. 1-37/38). N.a.v. op
merkingen 'önuit de commissie.swillen wij daaraan op deze plaats nog toe
voegen dat wij bereid zijn om in de sfeer van de aanbevelingen in een
brief aan de instellingen, die in hun personeelskosten worden gesubsidi
eerd, de gemeentelijke uitgangspunten voor een voorrangsbeleid voor
vrouwen bij de aanstelling van nieuw personeel onder de aandacht te bren
gen.
- 9 -