Toelichting: Omdat de gegeven omschrijving aan de hand van enkele kenmerken van wat onder een "etnische groep" zou moeten worden verstaan niet geheel sluitend is en ook diverse opmerkingen en vragen heeft opgeroepen, hebben wij er de voorkeur aan gegeven aan te sluiten bij de concept-nota etnische groepen en te volstaan met een aan duiding van die groepen, die voor de toepassing van de regeling, tot de etnische groepen worden gerekend. Via daartoe strekkende raadsbesluiten kunnen eventueel t.z.t. ook andere groepen aan het aantal genoemde groepen worden toegevoegd en daarmee onder de werking van dit Hoofdstuk van de Subsidie verordening worden gebracht. Op deze wijze menen wij dat verkeerd begrip kan worden voorkomen. ,art. 1, wijzigingsoorstel sub. c - in de tekst van het artikel de woorden en daartoe beroeps krachten in dienst heeft" laten vervallen; - in de toelichting de volgende tekst opnemen: "De in art. 1., sub c. bedoelde ondersteuning is erop gericht om goede voorwaarden te scheppen voor de door de organisaties van etnische groepen zelf uit te voeren activiteiten. Daartoe heeft de ondersteunende instelling beroepskrachten in dienst of stelt zij gebouwen ter beschikking, terwijl ook het scheppen van allerlei organisatorische voorwaarden mede onder die onder steuning wordt begrepen". Toelichting: De in dit Hoofdstuk opgenomen subsidieregeling voor etnische groe pen is bedoeld om uitvoering van activiteiten voor en door et nische -groepen zelf mogelijk te maken. Met het oog daarop is in .art. 5 afgegrensd dat alleen van de regeling gebruik gemaakt kan worden door uitvoerende" instellingen, die niet op grond van het Hoofdstuk Sociaal-Cultureel Werk worden gesub sidieerd. Daarnaast kunnen ondersteunende instellingen een beroep doen op de regeling. In de aanvankelijk voorgestelde tekst van de regeling was die ondersteuning echter alleen gericht op het werk van beroepskrachten. Aangezien terecht is opgemerkt dat op dit moment in de praktijk ook door de ondersteunende instelling in rui mere zin ondersteuning wordt geboden (ter beschikking stellen van gebouwen e.d.}, is het nodig dat de gegeven definiëring zodanig wordt geformuleerd dat die ruimere ondersteuning eronder kan wor den begrepen. Omdat onzes inziens in het definiëringsvoorstel het aangeven van de middelen, waarmee ondersteuning kan worden ge boden, minder goed past, hebbenwij ervoor gekozen om deze als een nadere uitwerking van het artikel in de toelichting op te nemen. stellen wij U voor te besluiten conform bijgaand ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Mr. G.J. te Loo f Burgemeester. Mr. W.J.G. Reumer, Secretaris Nr. 17090. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 oktober 198U (bijlage nr. 326), alsmede de daarbij behorende Nadere Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen, behorende bij de (ontwerp) Algemene Subsidieverordening en de Sub-verordening Specifiek Welzijn; BESLUIT I. a. de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte Algemene Subsidie-Verordening, met de daarbij behorende Subverordening Specifiek Welzijn - met uitzondering van de paragrafen 10 en 12 van Hoofdstuk II - en tevens de Subverordeningen Cultuur en met betrekking tot de Stichting van Clubhuizen, alsmede de toegevoegde Uitvoerings regelingen en toelichtingen vast te stellen met inachtneming van de in het raadsvoorstel aangegeven wijzigingen; b. de onder a. genoemde verordening met ingang van 1 januari 1985 van kracht te verklaren voor alle subsidiëring door de gemeente Leeuwarden, voor zover geen andere rijks-, provincie of gemeentelijke subsidie- of bekos tigingsregeling van toepassing is. c. naar aanleiding van een door Burgemeester en Wethouders voor 1 januari 1989 uit te brengen rapport over de werking van de onder a. genoemde verordening na te gaan of er reden is tot bijstelling van deze verordening. II. Met ingang van 1 januari 1985: A. buiten werking te stellen: a. de verordening, houdende regelen gesubsidiëerde of te subsidiëren 13 februari 1923 en gewijzigd op voor het toezicht op door de gemeente instellingen, vastgesteld 23 september 1924 en 1 november 1950; b. de regeling ter subsidiëring van het jeugd- en jongerenwerk, vastgesteld 10 december 1973; c. de regeling inzake het verstrekken van geldleningen aan instellingen en verenigingen, werkzaam op het terrein van het welzijn, afgekondigd op 31 maart 1978; d. de regeling ter subsidiëring van een drietal voorwaardenscheppende organisaties op muzikaal gebied, vastgesteld op 13 oktober 1980; e. de subsidieverdeelsleutel voor activiteiten op het terrein van het Vrijwillig bejaardenwerk, vastgesteld op 1 november 1982.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 71