Reactie op het Toeristisch Recreatief Ontwikkelings Plan (TROP).
Bijlage no. 337 Leeuwarden, 20 september 1984.
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
De Minister van Economische Zaken heeft in juli 1979 de Nota toeristisch beleid
uitgebracht. In deze nota wordt gepleit voor versterking en uitbreiding van het
toeristisch beleid vanuit de constatering dat de nationale reisverkeersbalans
een negatief saldo vertoont (er gaan meer Nederlanders als toerist naar het
buitenland dan er buitenlandse toeristen in Nederland komen). In dit kader wor
den onder meer maatregelen aangekondigd ter stimulering van regionale
toeristische gebieden.
Een belangrijke doelstelling die hieraan ten grondslag ligt, naast de genoemde
verbetering van de reisverkeersbalans, is de verbetering van de werkgelegenheid
door het bevorderen van ontwikkelingen in de toeristisch recreatieve sector.
De minister heeft daarop aan de provinciale overheden de mogelijkheid geboden
provinciale plannen op te stellen, waarin een nadere concretisering van even
tueel te nemen maatregelen op regionaal niveau kunnen worden uitgewerkt.
(Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingsplannen).
Het college van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft hierop ingespeeld door
een drietal terzake deskundige bureaus opdracht te geven tot de opstelling van
een zogenaamde "Ontwikkelingsvisie". In deze visie, die onder verantwoor
delijkheid van de bedoelde bureaus is opgesteld, wordt een inzicht gegeven in de
mogelijkheden het toeristisch recreatieve produkt van Friesland te verbeteren en
uit te bouwen.
Het college van G.S. heeft naar aanleiding van de "Ontwikkelingsvisie" een
"Beleidsplan" opgesteld, waarin een nadere afweging van de diverse voorstellen
heeft plaatsgevonden. De voorstellen in het door G.S. opgestelde TROP-
beleidsplan wijken op onderdelen af van het vastgestelde streekplan Friesland.
Daarom is tegelijkertijd een ontwerp-wijziging van het streeplan Friesland
opgesteld, waardoor de verschillen tussen het TROP-beleidsplan en genoemd
streekplan teniet worden gedaan.
De hiervoor vermelde stukken zijn ons bij brief van 8 mei jl. toegezonden met
het verzoek voor 9 juli te reageren op het TROP-beleidsplan en de wijzigings
voorstellen van het Streekplan.
Zowel de Vereniging van Friese Gemeenten als het dagelijks bestuur van de Regio
Friesland-Noord hebben namens de aangesloten gemeenten aan G.S. meegedeeld, dat
gelet op de periode waarin, alsmede de termijn waarbinnen het commentaar dient
te worden geleverd een adequate behandeling van het TROP onmogelijk is en dat
daarvoor meer tijd diende te worden ingeruimd.
Aangezien het TROP-rapport eerst in januari 1985 in Provinciale Staten behandeld
zal worden, gaan wij ervan uit dat onze reactie, ondanks overschrijding van de
door G.S. gestelde termijn, nog in de beschouwingen van de genoemde colleges zal
worden betrokken.
Met betrekking tot de status van het TROP merken wij op dat net TROP vooral een
coördinerende en initiërende functie heeft tussen provincie, rijk, gemeenten en
particulieren.