No. 1239
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester an Wethouders van 17 januari
1985, (bijlage nr. 45);
BESLUIT:
een tweetal Elmex scoreborden, model 2-2000 met bijbehorende lichtbak van de
Friesland Bank in bruikleen te aanvaarden ten behoeve van gebruik in de
sporthallen Nylan en Bilgaard en daartoe de bij dit besluit behorende en gewaar
merkte bruikleenovereenkomst aan te gaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aanvraag gemeentelijke h.b.o.-opleiding voor Openbaar Bestuur.
Bijlage no. 46 Leeuwarden, 17 januari 1985.
Aan de Gemeenteraad.
In februari 1984 is tussen G.S. van Friesland en de Ministers van Onderwijs
en Wetenschappen, Economische Zaken en Landbouw en Visserij overeenstemming
bereikt over de invulling van het alternatief voor de Algemene Faculteit in
Leeuwarden
Een onderdeel van dit akkoord is het vestigen van nieuwe (h.b.o.)-oplei-
dingen in Leeuwarden. Punt 5 van het akkoord vermeldt o.a.: "In Leeuwarden zal
binnen het daar voorziene H.B.O.-cluster een hogere opleiding voor het openbaar
bestuur worden gerealiseerd op H.B.O.-niveau".
Uit overleg tussen de provincie en het Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen is gebleken dat, ondanks het feit dat de opleiding Openbaar
Bestuur reeds is toegezegd, de realisering ervan niet buiten de gangbare proce
dures om, o.a. met betrekking tot het plan van scholen, kan geschieden.
Een en ander houdt in dat voor de nieuwe opleiding een formele aanvraag bij
de minister moet worden ingediend. Gezien het tijdstip waarop de nieuwe
opleiding van start zou moeten gaan - gestreefd wordt naar een start per sep
tember 1986 - is het noodzakelijk vóór 1 februari a.s. een formele aanvraag in
te dienen.
Volledigheidshalve wijzen wij U in dit verband op het volgende. Om voor
bekostiging met ingang van 1 augustus 1986 in aanmerking te kunnen komen had de
aanvraag eigenlijk voor 1 februari 1984 ingediend moeten worden, conform het
bepaalde in de artikelen 65 en 66 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Aange
zien op dat moment nog niet duidelijk was of, en zo ja, hoe de aanvraag moest
worden ingediend, zal nu van de in art. 66 W.V.O. genoemde uitzonderingsmoge
lijkheid t.a.v. afdelingen van scholen voor beroepsonderwijs gebruik gemaakt
moeten worden.
Deze uitzonderingsmogelijkheid houdt in dat in bijzondere gevallen de
bekostiging van een afdeling van een school voor beroepsonderwijs aangevraagd
kan worden vóór 1 februari van het jaar waarin het plan wordt vastgesteld.
D.w.z. vóór 1 februari 1985 kan nog een aanvraag ingediend worden voor het plan
van scholen 1986-1988 dat in september 1985 door de Minister van Onderwijs en
Wetenschappen wordt vastgesteld. Wel moet dan worden aangetoond dat bijzondere
omstandigheden nopen tot het toepassen van deze zgn. "verkorte procedure". Dat
daarvan in het onderhavige geval sprake is, lijdt geen twijfel.
Voorts is van belang dat het op grond van de onderwijswetgeving niet moge
lijk is dat een provincie een school in stand houdt. De provincie kan daarom
niet zelf een aanvraag indienen tot bekostiging van de onderhavige opleiding. In
overleg tussen de provincie en het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is
nu gekozen voor een constructie waarbij een gezamenlijke aanvraag wordt inge
diend door de gemeente Leeuwarden en het bestuur van de H.T.S.-H.E.A.O. als
meest gerede partijen, tevens schoolbesturen.