A-26 Pas daarna wordt een beslissing genomen over hetzij uitbesteden, hetzij afstoten (in het eerste geval wel, in het tweede geval geen politieke eindverant woordelijkheid) 3. M.b.t. inkomstenverhogende maatregelen. 3.1. Verhoging van belasting en andere lasten van de burgers is tot het uiterste beperkt en afgewogen tegen handhaving van be staand beleid en/of nieuwe beleidsvoornemens. 3.2. De vaststelling van tarieven dient zodanig te zijn dat het maatschappelijke rendement van voorzieningen optimaal is. 3.3. Voor gemeentelijke heffingen en belastingen geldt zo mogelijk het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moe ten dragen. 4. M.b.t. verhouding Rijk - gemeente. 4.1. In principe zal de gemeente voor het uitvoeren van in het kader van de decentralisatie van rijkstaken verkregen taken (medebewind) niet meer middelen beschikbaar stellen dan het Rijk aan middelen overhevelt voor deze taken. 4.2. Door de rijksoverheid aan te brengen bezuinigingen op het terrein van de zgn. specifieke uitkeringen (in de ruimste zin des woords) zullen in beginsel volledig moeten worden gedragen door de betrokken beleidssectoren. 5M.b.t. verhouding gemeente - periferie. 5.1. De kosten van voorzieningen met een (boven) regionaal karakte1 dienen voor zover mogelijk naar rato van de gebruikers gedra gen te worden door de gemeenten van waaruit deze gebruikers afkomstig zijn. 5.2. De vertegenwoordigers van de gemeente Leeuwarden in de bestu ren van de onderscheiden publiek- en privaatrechtelijke samen werkingsvormen waaraan de gemeente deelneemt, brengen voor stellen ter discussie om in de beleidsperiode 1936-1990 te komen tot een verlaging van de budgetten van de betreffende samenwerkingsvormen. Deze verlaging dient, waar mogelijk, te zijn afgestemd op de procentuele budgetveriaging die de ge meente Leeuwarden ten aanzien van haar eigen begroting nood zakelijk moet doorvoeren. Voorts hebben wij rekening gehouden met de uit het collegeprogramma 1982-1986 gedestilleerde indeling naar prioriteitscategorieën, te weten: - Absolute hoofdprioriteiten; deze zijn het stadsvernieuwings- en A-27 het werkgelegenheidsbeleid. - Hoofdprioriteiten; deze hebben betrekking op het emancipatiebe leid, kinderdagverblijven en andere kinderopvang, het drugsbe leid, het bejaardenbeleid en de stimulering van onderwijs in wij ken met achterstandssituaties. - Overige uit het collegeprogramma volgende prioriteiten. - Overige activiteiten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 263