- 2 -
Vaststellen Nota Kunstbeleid.
Bijlage no. 98
7. de kosten van overdracht en levering komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden
8. de akte van eigendomsoverdracht zal worden verleden ten overstaan van
notaris mr. D.W. van Terwisga ter standplaats Leeuwarden;
II. het onder I. bedoelde onroerend goed onder te brengen in de Dienst Stadsont
wikkeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Leeuwarden, 27 februari 1986.
Aan de Gemeenteraad.
In de tweede helft van 1984 hebben wij U vooruitlopend op de formele behan
deling in Uw Raad de Nota Kunstbeleid doen toekomen. Genoemde nota heeft vanaf
dat moment voor belangstellende instellingen en particulieren ter inzage gelegen
op diverse plaatsen in de gemeente.
De nota is voorts (op verzoek) toegezonden aan een aantal belanghebbende instel
lingen en organisaties. Daarnaast is de nota om advies in handen gesteld van de
ons op dit beleidsterrein ten dienste staande commissies.
Naast deze commissies hebben dertien instellingen en één particulier op persoon
lijke titel gereageerd op de nota.
De adviezen die wij met betrekking tot de Nota Kunstbeleid ontvingen van de be
treffende commissies alsmede de reacties van instellingen en particulieren zijn
voor ons aanleiding geweest te komen met een Nadere Standpuntbepaling die een
integraal onderdeel vormt van de Nota Kunstbeleid.
In deze Nadere Standpuntbepaling zijn alleen die reacties opgenomen, welke
inhoudelijk ingaan op de diverse in de Nota Kunstbeleid nader omschreven
beleidsaanbevelingen. Daar waar in de diverse reacties op dezelfde onderdelen
wordt ingegaan en/of uitgangspunten en stellingnames worden gehanteerd, die met
elkaar vergelijkbaar zijn, is gekozen voor het samenvatten van deze reacties.
Ten aanzien van de indeling van de Nadere Standpuntbepaling merken wij op, dat
een aantal opmerkingen van algemene aard is opgenomen in een hoofdstuk Algemeen.
De overige reacties zijn analoog aan de indeling van de Nota Kunstbeleid per
hoofdstuk en paragraaf gegroepeerd.
Daar in de periode die verstreken is tussen het moment van verschijnen van de
concept-nota en het moment van behandeling in Uw Raad op zowel rijks-, provin
ciaal als gemeentelijk niveau zich een aantal ontwikkelingen heeft voorgedaan
dat bijstelling noodzakelijk maakt, hebben wij de verschillende onderdelen waar
nodig vooraf laten gaan door een actualisering.
Dit deze actualisering blijkt o.m. dat ondanks het feit, dat de Nota Kunstbeleid
nog niet door U was vastgesteld, zij haar schaduwen wel vooruit heeft geworpen.
Zo is in het kader van de behandeling en vaststelling van de beleidsplannen
1985-1989 en 1986-1990 een aantal besluiten genomen dat een rechtstreeks gevolg
is van de in de Nota Kunstbeleid geformuleerde beleidsaanbevelingen. Wat de
inhoud van de Nota Kunstbeleid en de daarbijbehorende Nadere Standpuntbepaling
betreft, verwijzen wij U kortheidshalve naar de tekst van bedoelde stukken.
De Commissie Welstandsaangelegenheden is over onze voorstellen gehoord.
Naar aanleiding van de in deze commissie gevoerde discussie merken wij nog het
volgende op.
1. Doelstelling voor het te voeren beleid.
Tijdens de behandeling van de Nadere Standpuntbepaling is ons gebleken dat de
commissie eraan hecht in de doelstellingenparagraaf als leidraad voor het te
voeren gemeentelijk beleid een vierde doelstelling te hanteren, luidende als
volgt