1Er wordt vanuit gegaan dat de Oosteuropeanen, het voornemen heb
ben om zich blijvend in Nederland te vestigen.
2. Er wordt vanuit gegaan dat de Oosteuropeanen zich gedurende ten
minste één jaar in Leeuwarden zullen vestigen.
3. Er wordt vanuit gegaan dat de Oosteuropeanen verspreid over een
beperkt aantal woonwijken van Leeuwarden zullen worden gehuisvest.
4. Er wordt vanuit gegaan dat het opvangproject onder eindverantwoordelijk
heid van de gemeente wordt gerealiseerd. Voor de uitvoering ervan
zal een beroep gedaan worden op de Oosteuropeanen zelf, op vrij
willigers en een op te zetten vrijwilligersorganisatie en voorts op
(andere) instellingen, die zich bezighouden met het maatschappelijk
en (sociaal) cultureel welzijn.
5. Er wordt vanuit gegaan dat het opvangproject een tijdelijk karakter
heeft. De Oosteuropeanen zullen gebruik moeten maken van de bestaan
de algemene voorzieningen en regelingen. Er kunnen slechts voor
een aanloopperiode van b.v. 2 jaar specifieke voorzieningen voor
de groep worden getroffen.
6. Er wordt vanuit gegaan dat alle kosten van het project betaald
(kunnen) worden uit de op grond van de Rijksregeling Welzijn Min
derheden door het Rijk ter beschikking te stellen middelen.
Doelstelling
Het opvangproject is erop gericht dat de vluchtelingen zo snel moge
lijk zelfstandig kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving.
Van meet af aan zal daarom een beroep gedaan moeten worden op het
zelf verrichten van handelingen. In het kader van het project zal naar
middelen en wegen gezocht worden om de ingroei in de Nederlandse sa
menleving zo soepel mogelijk te doen verlopen (cursussen, sociaal-cul
turele activiteiten). Voorwaarde daarvoor is een redelijke beheersing
van de Nederlandse taal. Daarom zal met voorrang een taaiprogramma
moeten worden aangeboden dat in één jaar tenminste 400 lesuren zal om
vatten. De omvang van een dergelijk programma is overigens ook een
eis in het kader van de genoemde Rijksregeling Welzijn Minderheden.
Het plan
Voordat de groep Oosteuropeanen naar Leeuwarden verhuizen kan, zal
een aantal zaken geregeld moeten worden. Dit wordt hieronder aange
geven. Tevens zal aan de orde komen welke middelen ter beschikking
staan voor de uitvoering van het project en welke organisatiestructuur
ervoor is ontworpen.
1. Huisvesting
Voor elke eenheid (alleenstaande of gezin) dient een woning beschik
baar te zijn. Hierbij wordt op voorhand geen rekening gehouden met
een eventuele gezinshereniging. Het Woningbedrijf en de Leeuwarder
woningcorporaties zullen bij totstandkoming van gezinshereniging via
de urgentieregeling voor passende huisvesting zorgdragen.
Inmiddels is men begonnen met het reserveren van woningen. Deze zijn
gesitueerd in het ValeriuskwartierBilgaard, Lekkumerend en Keechterp/
Schieringen
Door de verdeling van de woningen over een beperkt aantal wijken van
de stad, worden de onderlinge contacten niet belemmerd. Ook wordt het
zo beter mogelijk gebruik te maken van bestaande wijkaccommodaties
bij het organiseren van activiteiten.
- 3 -
Voor de eerste inrichting van de woning is via de G.S.D. een leen-
bijdrage beschikbaar, die bij het nakomen van de vastgestelde af
lossingsplicht slechts gedeeltelijk behoeft te worden terugbetaald.
De leenbijdrage is genormeerd en varieert naar de grootte van het
gezin. Ook voor de eventuele kosten van het opknappen en gebruiks
klaar maken van de woning is - via de G.S.D. - een tegemoetkomingsre
geling getroffen, waarvan gebruik gemaakt kan worden. De kosten
van beide regelingen zijn in het kader van de Rijksregeling Welzijn
Minderheden geheel verhaalbaar op het Rijk.
2. Taalonderwijs
In het opvangcentrum in Apeldoorn is een begin gemaakt met een taai
en introductieprogramma.
Dit programma dient een vervolg te krijgen in Leeuwarden. Het aan
tal lesuren, dat volgens de Rijksregeling moet worden aangeboden,
bedraagt minimaal 400. Gelet op de leeftijdsopbouw van de groep Oost
europeanen, moet rekening worden gehouden met 37 cursisten boven de
18 jaar, d.w.z. op één na de hele groep.
Over de organisatie en uitvoering van de taallessen zijn be
sprekingen gevoerd met Het 3aken en het V.J.V. Van de taaldocenten,
die de lessen aan de Oosteuropeanen zullen verzorgen, wordt verwacht
dat zij zitting zullen nemen in een werkoverleg, waarover in het ver
volg van dit plan nog gesproken zal worden. Voor het jongste
vluchtelingetje (geb. 1985) zal in overleg met de ouders naar opvang
mogelijkheden worden gezocht, zodanig dat zij in staat zijn om de
lessen bij te wonen.
De tijdsperiode waarin de lessen moeten plaatsvinden, de intensiteit
van de lessen en de omvang van de cursusgroepen stellen bijzondere
eisen aan de instellingen die in aanmerking komen voor het verzor
gen van deze cursussen. Gelet op de eerder opgedane ervaringen met taal
onderwijs aan leden van etnische groepen beschikken bedoelde instellingen
over voldoende expertise om ook dit taaiprogramma v<~>rm te geven.
De precieze vormgeving van het lesprogramma -_frequentie, inhoud, methodiek,
accommodatie - zal binnenkort nader worden vastgesteld.
3. Vrijwilligers
Om de introductie in de Nederlandse samenleving zo soepel mogelijk
te laten verlopen en ook desgewenst begeleiding van de mensen op
langere termijn te kunnen waarborgen, wordt het wenselijk geacht een
vrijwilligersorganisatie op te bouwen. Door deze organisatie kunnen
mettertijd tevens activiteiten worden ontwikkeld, die erop gericht
zijn de vluchtelingen te helpen een zelfstandige plaats in onze
samenleving te verwerven.
Het kan als de taak van de vrijwilligers worden gezien om als contact
persoon op te treden met de individuele vluchteling of het vluchte
lingengezin en te helpen bij het wegwijs raken in Leeuwarden en het
leggen van contacten met de Leeuwarder bevolking.
Meer concreet gaat het daarbij om taken, zoals:
a. hulp bieden bij het inrichten van de woning, het aanschaffen
van inventaris e.d.
b. vertrouwd maken met de Nederlandse leefgewoonten, omgang met ons
geldsysteem e.d.
c. introductie in Nederlandse samenlevingsverbanden (scholen voor de
kinderen, sport- en verenigingsleven, wijkorganisaties
d. praktische uitleg en hulp bij het invullen van formulieren en het
vervullen van andere administratieve formaliteiten.