raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
- 2 -
Artikel 3»
De garantie wordt verstrekt onder de navolgende voorwaarden en bepalingen:
1de lening mag niet meer bedragen dan maximaal de kosten van de voorzie
ningen (inclusief de kosten van geldlening) minus de bijdrage bedoeld
in artikel 2, doch in geen geval meer dan een bedrag, dat kan worden
vastgesteld volgens de navolgende formule:
160van (a 60% van b)
de uitkomst hiervan wordt verminderd met c en 100,
waarbij a. executiewaarde vóór verbetering
b. verbeteringskosten na aftrek van de bijdrage-ineens als
bedoeld in artikel 2
c. hypothecaire belasting vóór verbetering
2. de voorwaarden en bepalingen vermeld in bijlage I.
3. overigens moet zijn voldaan aan de normen welke Burgemeester en Wethou
ders hanteren in het kader van het verlenen van garantie voor de aankoop
van door een particulier voor eigen bewoning aan te kopen woning.
4. de aanvraag om garantie wordt op een door Burgemeester en Wethouders
beschikbaar gesteld formulier ingediend voordat met het treffen van de
voorzieningen is gestart.
5. ingeval het gebouwde onroerend goed eigendom is van meer dan één persoon,
dient de lening te zijn gesloten door de eigenaren gezamenlijk en dient
ieder van de eigenaren zich hoofdelijk voor de gehele schuld te
verbinden.
II. De uitvoering van deze regeling op te dragen aan Burgemeester en Wethouders.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Advies inzake het beroepschrift van Makelaardij Van der Made B.V.
Bijlage nr. JQ, Leeuwarden, 27 januari 1936.
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding.
Bij brief van 14 oktober 1985 (verzonden 18 oktober 1985), R.O.V. nr. 17356,
hebben Burgemeester en Wethouders o.g.v. artikel 25 van de Woningwet de
heer T.D. Dalmolen te Epe aangeschreven tot het treffen van voorzieningen
aan de woningen Buygersstraat 25,27,29,31 en 39. Hiertegen heeft Makelaardij
Van der Made B.V. namens de heer Dalmolen bij de Raad beroep ingesteld bij
brief van 31 oktober 1985. Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverorde
ning Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroep
schrift om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften.
2. Beroepschrift.
Het beroepschrift komt, samengevat, op het volgende neer:
- De eisen zijn niet redelijk, ondanks eventuele subsidiemogelijkheden.
- Het betreft vooroorlogse woningen met een lage huur, zodat hedendaags
comfort niet kan worden en ook niet wordt verlangd.
- De handelwijze van de inspecteur van Bouw- en Milieutoezicht is niet cor
rect geweest. De inspectie is niet aangemeld bij de beheerder en is niet
voldoende duidelijk gemaakt aan de bewoners.
- De omschrijving van het merendeel van de gebreken is zeer algemeen en sub
jectief. Vanaf 1982 hebben de huurders geen grote klachten meer geuit;
de kleine gebreken zijn op verzoek direct verholpen.
- Over een gezamenlijke inspectie en inventarisatie is reeds in mei j.l.
met de betreffende ambtenaar een afspraak gemaakt. Een definitieve afspraak
is echter nog niet gemaakt.
3. Reactie van Burgemeester en Wethouders.
Bij brief van 16 december 1985 hebben Burgemeester en Wethouders op het be
roepschrift gereageerd. Hun reactie komt, samengevat, op het volgende neer:
- de hoogte van de huur is voor de aanschrijving niet relevant;
- het feit, dat de huurders geen klachten indienen is voor de aanschrijving
evenmin relevant;
- de bewoners van de panden hebben vooraf bericht gekregen van de inspectie;
- met appellant was afgesproken, dat de gebreken zouden worden verholpen en
dat er terzake een nieuwe afspraak zou worden gemaakt; de behandelend ambte
naar heeft echter niets meer vernomen, zodat de aanschrijving is verzonden;
- de aanschrijving is uit oogpunt van goede volkshuisvesting noodzakelijk;
- het beroepschrift dient ongegrond te worden verklaard.
4. Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting.
De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben ter gemeentesecretarie ter
inzage gelegen van 16 tot en met 20 december 1985. Appellant heeft kennis
gedragen van de stukken. Appellant, de eigenaren van de aangeschreven pan
den, en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders zijn in de gelegen
heid gesteld hun standpunt mondeling toe te lichten in een vergadering van
de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op maandag 13 ja
nuari 1986 om 16.30 uur in het Stadhuis.
Tijdens de hoorzitting kwam ondubbelzinnig naar voren, dat de eigenaren zeer
ontstemd waren over de gevolgde procedure. De vertegenwoordiger van de gemeente
wees erop, dat de wettelijk juiste procedure was gevolgd.