Kantoren Leeuwarden. Bijlage no. 356 Leeuwarden, 9 oktober 1986. Aan de Gemeenteraad. 1. Inleiding. Het Nederlands Economisch Instituut (N.E.I.) heeft in november 1982 het rapport "Kantoren Leeuwarden" uitgebracht, verder aan te duiden als Kantorennota. Dit rapport is op 14 januari 1983 ter kennisneming aan U gezonden. In de bij dit rapport behorende aanbiedingsbrief hebben wij meegedeeld dat er ter voor bereiding van een nader standpunt over het rapport een ambtelijke werkgroep zou worden ingesteld. Deze ambtelijke werkgroep zou pas in het leven worden geroepen op het moment dat er meer zicht zou zijn op ontwikkelingen met betrekking tot de Oostergoweg, het Lijempfterrein en de Oude Veemarkt. Ondanks nog bestaande onzekerheden met name wat betreft ontwikkelingen rond de Oude Veemarkt had bovenvermelde werkgroep in de zomer van 1985 een notitie met betrekking tot de Kantorennota gereed. Echter juist rond deze tijd vonden ont wikkelingen plaats met betrekking tot de Oude Veemarkt en kwam er zekerheid m.b.t. de financiering en dus de realisering van de Oostergoweg. Deze ont wikkelingen hebben ertoe geleid dat binnen afzienbare tijd de noordelijke vesti gingen van het Aegon-concern op de Oude Veemarkt gehuisvest zullen worden. Dit had als gevolg dat de notitie moest worden aangepast. Bovendien werd steeds duidelijker dat zich tal van (sociaal-economische) ontwikkelingen voordeden op grond waarvan bijstelling van de in de Kantorennota gehanteerde gegevens noodzakelijk werd. De Kantorennota is namelijk gebaseerd op cijfers verzameld in 1981. Inmiddels zijn vijf jaar verstreken en verschillen de feitelijke ontwikkelingen op een aantal punten van de, ten behoeve van de ramingen met betrekking tot de behoefte aan kantoorruimte in de periode 1981-1991, gehanteerde vooronder stellingen In hoofdstuk 2 van dit raadsvoorstel wordt ingegaan op de in de Kantorennota (1982) gehanteerde behoefteramingen en de naar aanleiding van recente ont wikkelingen bijgestelde ramingen met betrekking tot de behoefte aan kan toorruimte in de periode 1986-1996. In hoofdstuk 3 zal ingegaan worden op de beschikbare kantoorruimte zowel in bouwplannen als op terreinen waarvoor nog geen bouwplannen zijn maar waarop, op grond van de op die lokatie betrekking hebbende bestemmingsplannen, een kantoor bestemming of gemengde bestemming die een kantoorfunctie toestaat, rust. De verhouding tussen de behoefte aan kantoorruimte in de komende tien jaar en de beschikbare ruimte aan kantooroppervlakte zal hierbij tevens aan de orde komen. Tot slot zal eveneens in hoofdstuk 3 ingegaan worden op de beleidsaanbevelingen gedaan in de Kantorennota.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 105