Subsidiëring Stichting de Ruimte.
Bijlage no. 394 Leeuwarden, 30 oktober 1986.
Aan de Gemeenteraad.
In het kader van het gereedkomen van de multi-functionele accommodatie in
het pand Haniasteeg 7 heeft de Stichting de Ruimte, als medegebruiker van de
accommodatie, een openingsprogramma ontwikkeld dat een zo goed mogelijke indruk
dient te geven van de concretisering van de doelstellingen van de stichting.
Hierbij gaat men uit van de programmering van diverse theatervoorstellingen in
diverse lokaties, het laten produceren van theaterprodukties en de organisatie
van enkele workshops. Voor de realisering van dit programma van kleinschalige,
vernieuwende podiumactiviteiten, waarvan de totale kosten worden geraamd op
62.120,verzoekt de Stichting de Ruimte een subsidie van 51.320,
beschikbaar te stellen. Met betrekking tot dit verzoek merken wij het volgende
op.
In de Nota Kunstbeleid staat aangegeven dat de gemeentelijke steun aan de
Stichting de Ruimte zich dient te beperken tot het beschikbaar stellen van
accommodatie in het pand Haniasteeg 7. Voor 1986 is hiertoe als huisvestingssub
sidie op jaarbasis een bedrag van 19.500,uitgetrokken. Met behulp van dit
subsidie wordt het mogelijk geacht dat de stichting haar doelstelling om aan
groepen ruimte beschikbaar te stellen t.b.v. het voorbereiden van theater
voorstellingen en -projecten kan realiseren. De organisatie- en publiciteits-
kosten verbonden aan de activiteiten dienen daarbij uit eigen middelen, zoals
opbrengst uit onderhuur, entrees en horeca, betaald te worden. In principe zou
voor andere door de stichting te ontwikkelen activiteiten, zoals het zelf
programmeren en (laten) produceren van theatervoorstellingen, geen subsidie
beschikbaar moeten worden gesteld. Een aantal overwegingen pleit er echter voor
om éénmalig van deze beleidslijn af te wijken. Wij willen hierbij wijzen op de
prioriteit die binnen het gemeentelijk cultuurbeleid wordt toegekend aan de
stimulering van activiteiten op het terrein van de niet-traditionele
kunstbeoefening. De voorgenomen activiteiten van de Stichting de Ruimte kunnen
tot de niet-traditionele kunstbeoefening worden gerekend.
Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming en het treffen van voorzieningen
op het terrein van de niet-traditionele kunstbeoefening, is het naar onze mening
gewenst dat ook thans reeds een zo pluriform mogelijk aanbod van activiteiten
kan plaatsvinden. Hierdoor bestaat dan tevens de gelegenheid om een beter
inzicht te verkrijgen in de ontwikkelingen die zich voordoen op het onderhavige
terrein.
Gelet op het feit dat de activiteiten van de Stichting de Ruimte in principe
kunnen bijdragen tot een diversificatie van genoemd aanbod, achten wij tegen de
achtergrond van het vorenstaande een éénmalig subsidie aan de stichting
gerechtvaardigd. Met betrekking tot de mate waarin zou dienen te worden overge
gaan tot de subsidiëring van het programma van activiteiten van de stichting,
merken wij voorts het volgende op.
Ingevolge de per 1 januari 1985 ingevoerde nieuwe verantwoordelijkheden-
toedeling inzake de podiumkunsten, neemt het Rijk in zijn algemeenheid de pro-
duktie van podiumkunst voor zijn rekening en wordt de coördinatie en spreiding
en produktie op kleine schaal als een provinciale taak aangemerkt.