- 2 - Operationele leasing is niet uitsluitend een financieringsmethode, maar biedt veelal ook de mogelijkheid om een aantal zaken welke in direct verban staan met het gebruik van het bedrijfsmiddel, zoals reparatie, onderhouden assurantie, uit te besteden aan de lessor. Deze vorm van operationele leasing, ook wel "service leasing" genoemd, is in het algemeen minder interessant voor (overheids)organisaties die over een eigen onderhoudsappa- raat beschikken. Service-leasing kan dan immers leiden tot onderbezetting van het eigen apparaat, waardoor - op korte termijn bezien - de mogelijke voordelen van het uitbesteden van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarschijnlijk niet zullen opwegen tegen de nadelige onderbezettingseffec- j ten. 3. Het financiële voordeel van leasing ten opzichte van directe koop treedt op wanneer de door de lessor te claimen investeringspremies verwerkt worden in de aan de lessee in rekening te stellen leasetermijnen. Deze mogelijkheid bestaat alleen indien de lease-overeenkomst voldoet aan een aantal voorwaar den welke zijn vastgelegd in de zogenaamde Leaseregeling, zoals die tussen enkele belastinginspecteurs en de Nederlandse Vereniging van Leasemaatschal pijen is overeengekomen. Deze regeling komt er op neer, dat de lessor een aanzienlijk economisch belang in het lease-object dient te hebben, teneinde! in aanmerking te kunnen komen voor W.I. R.-premie, die hij vervolgens ten goede kan laten komen aan de lessee. Dit betekent dat, zoals reeds is opgemerkt, alleen bij vormen van opera tionele leasing de lessee indirect kan profiteren van W.I.R.-premie, Het economisch risico dat door de lessor dient te worden gedragen teneinde te kunnen profiteren van de W.I.R.-faciliteiten, is in de bovengenoemds leaseregeling nader gespecificeerd. Wij verwijzen in dit verband naar de teil inzage gelegde stukken. 4. Teneinde een indicatie te verkrijgen van het lastenvoordeel dat door middel! van de toepassing van leasing kan worden behaald, hebben wij bij een aantall leasemaatschappijen een offerte aangevraagd. Uit deze prijsopgaven kan worden geconcludeerd dat het financiële v ordeel I van leasing in vergelijking met directe koop zich beweegt tussen de 5 en 9}| van de aanschaffingswaarde van het te leasen object. Hierbij is ervan uitgegaan dat na het verstrijken van de (vaste) lease periode, de gebruiksduur van het betreffende bedrijfsmiddel wordt verlengdI door gebruik te maken van de zogenaamde koopoptie. Effectuering van de koopoptie betekent dat na afloop van de lease-overeenkomst het goed in eigendom wordt verworven. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat de ge bruiksduur van het object welke geldt in de koopsituatie ook van topassing! kan blijven in geval van leasing. Indien er een discrepantie bestaat tusseii de gebruiksduur bij directe aanschaf en de gebruiksduur bij lease, is het namelijk mogelijk dat de hieruit voortvloeiende kostenverzwaring het W.I.R.-voordeel van leasing teniet doet. Op grond van de eerder genoemde leaseregeling mag de optieprijs nimmer lagen zijn dan 10? van de kostprijs van het goed. In de praktijk wordt de optie- prijs veelal vastgesteld op dit percentage. 5. Leasing kan worden toegepast op een zeer breed scala van roerende bedrijfs-l middelen. Een lijst met "lease-bare" objecten is voor U ter inzage gelegd. Ook het gemeentelijke investeringspakket biedt voldoende mogelijkheden voor] - 3 - leasing. Met name de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst Sociale Werkvoor ziening en de Dienst voor Reiniging en Brandweer komen gezien de aard van de activa van deze diensten voor leasing in aanmerking. 6. Het financieren van investeringen middels het aangaan van lease-overeenkom sten betekent dat tijdens de duur van de overeenkomst, het eigendom van het betrokken bedrijfsmiddel bij de leasemaatschappij berust. Algemeen geldende bezwaren zijn hieraan naar onze mening niet verbonden. Uiteraard zal bij de overweging van leasing en de keuze van de leasemaatschappij het juridische aspect in de beoordeling moeten worden betrokken. 7. Op grond van het bovenstaande zijn wij van mening dat operationele leasing als reëel alternatief voor koop kan worden beschouwd. Een reducering van de investeringslasten dient hierbij het primaire criterium te zijn. Dit bete kent dat alleen leasing zal worden toegepast wanneer hieruit een financieel voordeel voortvloeit ten opzichte van koop. Wij achten het derhalve gewenst dat bij de aanschaf van bedrijfsmiddelen de mogelijkheden tot leasing expli ciet worden nagegaan. Het in overweging nemen van leasing zal in eerste instantie betrekking heb ben op de voor 1986 geplande routine-investeringen voor zover deze nog niet zijn gepleegd. De aan leasing verbonden kosten zullen worden gedekt binnen de in de begroting vrijkomende financiële ruimte in verband met het weg vallen van de geplande kapitaallasten. Voor zover het huidige W.I.R.-voordeel van leasing blijft voortbestaan, zullen ook de voor 1987 geplande routine-investeringen aan een beoordeling voor wat betreft de toepassing van leasing worden onderworpen, nadat de voor deze investeringen benodigde kredieten door U beschikbaar zijn gesteld en deze zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Met betrekking tot de procedurele kant van leasing merken wij het volgende op. Onze voorkeur gaat uit naar een gedecentraliseerde beoordeling van de leasemogelijkheden. Dit wil zeggen dat door de in aanmerking komende diensten en bedrijven in eerste instantie zelf een afweging dient te worden gemaakt tussen leasing en koop. Wij achten het van belang dat het besluit vormingsproces ten aanzien van leasing snel kan worden doorlopen. In verband hiermee stellen wij U voor de bevoegdheid tot het aangaan van lease-overeen komsten aan ons te delegeren. Onder verwijzing naar de voor U ter inzage gelegde stukken en onder ver melding dat de Commissie voor de Financiën in haar vergadering van 27 november 1986 omtrent het onderhavige voorstel zal worden gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgaande ontwerp besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 328