- 2 -
2. ter gelegenheid van het ondertekenen van de overeenkomst voldoet de erf
pachter aan de gemeente een bedrag van één duizend zevenhonderd vijftig
gulden 1.750,
als waarborgsom; deze waarborgsom - waarover door de gemeente geen rente zal
worden vergoed - wordt aan de erfpachter terugbetaald ter gelegenheid van
het verlijden van de akte tot uitgifte in erfpacht etc.;
3. op de uitgifte in erfpacht en de vestiging van het accessoire opstalrecht,
zijn, voorzoveel nodig en mogelijk en voorzover daarvan in deze bepalingen
en bedingen niet is afgeweken, van toepassing de "Algemene Efpachts-
bepalingen Leeuwarden 1982", vastgesteld bij raadsbesluit van 15 maart 1982,
nummer 3189, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit
van 20 juli 1982, nummer 7107 en overgeschreven ten hypotheekkantore te
Leeuwarden op 16 augustus 1982, in deel 5164, nummer 72;
4. de opstal wordt overgedragen met alle daaraan verbonden lusten en lasten,
rechten en verplichtingen, heersende en lijdende erfdienstbaarheden, doch
overigens in de staat en toestand waarin deze zich bevindt op de dag van het
verlijden der desbetreffende akte, met alle eventuele zichtbare en onzicht
bare gebreken, maar vrij van huur van derden of enig ander gebruiksrecht van
derden en vrij van hypotheken en beslagen en in/overschrijvingen daarvan;
5. de levering en aanvaarding van de opstal vindt plaats op de dag van het
verlijden van de akte tot uitgifte in erfpacht etc.;
vanaf die dag zijn de baten en lasten voor rekening van de erfpachter en
draagt hij het risico voor de opstal;
indien buiten schuld van de gemeente of de erfpachter de opstal vóór het
tijdstip van levering en aanvaarding geheel of gedeeltelijk teniet gaat, dan
wel daaraan aanmerkelijke schade ontstaat en de schade niet vóór de dag van
de levering en aanvaarding of vóór een latere door de erfpachter te bepalen
datum wordt hersteld, is de overeenkomst van rechtswege en zonder
tussenkomst van de rechter ontbonden - alsdan zal overigens door de gemeente
worden overgegaan tot terugbetaling van de onder 2. bedoelde waarborgsom
alles tenzij de erfpachter verklaart uitvoering van de overeenkomst te
verlangen, in welk geval de gemeente verplicht is tegelijk met de levering
van de opstal alle vorderingen, welke zij ter zake van de schade jegens der
den mocht hebben, aan de erfpachter te cederen;
6. de betaling van de koopsom der opstal geschiedt bij het verlijden van de
akte tot uitgifte in erfpacht etc.;
7. de akte tot uitgifte in erfpacht etc. zal binnen twee maanden na de dag
waarop dit besluit de vereiste goedkeuring van Gedeputeerde Staten van
Friesland zal hebben verkregen, worden verleden voor notaris mr. W.J. Adema,
te Leeuwarden, danwel diens plaatsvervanger of opvolger;
8. alle kosten, rechten en belastingen, op de erfpachtsuitgifte etc. en de
eigendomsoverdracht der opstal vallende, zijn geheel voor rekening van de
erfpachter;
9. de gemeente is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uit-
winning;
- 3 -
10. de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar;
11. partijen verbinden zich om bij het verlijden van de akte tot uitgifte in
erfpacht etc. afstand te doen van het recht om ingevolge het bepaalde bij de
artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek of op enige andere grond,
ontbinding, vernietiging of ongedaanmaking van de overeenkomst te vorderen;
12. indien de erfpachter op de ingevolge het onder 7. vermelde te bepalen tijd
en plaats niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde verschijnt,
of wel, verschenen zijnde, weigert de definitieve akte te ondertekenen, of
de koopsom der opstal en het verder door hem verschuldigde te betalen, wordt
hij zonder enige aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nala
tig te zijn; in dat geval zal de gemeente het recht hebben de overeenkomst
door een schriftelijke kennisgeving aan de erfpachter te ontbinden, alles
onverminderd de bevoegdheid van de gemeente gebruik te maken van de haar
door de wet gegeven rechtsmiddelen;
13. de begrenzing van het onder I. bedoelde in erfpacht/opstal uit te geven per
ceel grond bestaat in de buitenzijde van de het achtererf afsluitende tuin
muur aan de Bontepapesteeg, de buitenzijde van de zijgevel van de op dit
perceel gestichte woning plaatselijk gemerkt Grote Kerkstraat 46 aan de Bon
tepapesteeg, de buitenzijde van de voorgevel en de buitenzijde van het bor
des met toegangstrap van gemelde woning aan de Grote Kerkstraat, voorts in
de buitenzijde van de (inpandige) zijmuur welke de gemelde woning afsluit
van de ten noord-oosten aangrenzende bij de gemeente Leeuwarden in volle
eigendom verblijvende woning plaatselijk gemerkt Grote Kerkstraat 48, verder
in de buitenzijde van dat gedeelte van de achtergevel van gemelde woning
Grote Kerkstraat 46 dat grenst aan het bij de gemeente Leeuwarden in volle
eigendom verblijvende gedeelte van gemeld perceel Leeuwarden A 2168, en
tenslotte wat het achtererf betreft in een lijn welke langs de buitenzijde
van de ter plaatse aangebrachte paaltjes kan worden getrokken;
uitdrukkelijk wordt bepaald dat de gemelde, het achtererf aan de kant van de
Bontepapesteeg afsluitende tuinmuur geheel tot het te vervreemden onroerend
goed behoort en niet mandelig is, het onderhouden (herstel en vernieuwing
daaronder begrepen) van deze tuinmuur komt geheel voor rekening van de erf
pachter en diens rechtsopvolgers;
indien de erfpachter zulks wenst heeft hij het recht het te vervreemden
onroerend goed aan de noord-oost- en de zuid-oostzijde (achtererf) af te
sluiten van het bij de gemeente Leeuwarden in volle eigendom verblijvende
gedeelte van het betreffende perceel Leeuwarden A 2168; uitdrukkelijk wordt
bepaald dat de in het voorkomende geval te stichten, tot afsluiting dienende
werken, welke werken uitsluitend mogen bestaan in een laag hekwerk en/of een
haag, geheel op het te vervreemden onroerend goed moeten worden geplaatst en
niet mandelig zullen zijn met de betreffende naastleger(shet onderhouden
(herstel en vernieuwing daaronder begrepen) van gemelde mogelijkerwijs op te
richten werken komt derhalve geheel voor rekening van de erfpachter en diens
rechtsopvolgers
het onder I. bedoelde in erfpacht/opstal uit te geven perceel grond is op de
bijgevoegde tekening (aan welke tekening door de erfpachter overigens geen
enkele rechtskracht kan worden ontleend) met een arcering globaal aangege
ven;