- 2 - de financiële overzichten in hoofdstuk 4 (ontwerp) en - voorzover deze overzich ten wijziging hebben ondergaan - naar de aangepaste en gecorrigeerde versies, zoals die in hoofdstuk III van de Nadere Standpuntbepaling en Nota van wijzigin gen zijn vermeld. In het financiële hoofdstuk van het programma is een totaal overzicht opgenomen van uitgaven, die in de verschillende werksoorten zijn voor genomen. Daarbij is tevens een relatie gelegd met de ramingen van de Gemeente begroting 1987. Met betrekking tot de dekking van de uitgaven die in het pro gramma zijn voorgesteld, kan gesteld worden dat gewerkt is binnen de ruimte die in de Gemeentebegroting 1987 is gereserveerd voor sociaal-cultureel werk. Daarbij zijn de bijstellingen van het beleid in het kader van de verschillende herwaarderingsoperaties verwerkt Voor de werksoort "projecten mensen zonder werk" stellen wij U voor om in aan vulling op de hierboven genoemde dekking een bedrag van 20.000,ten laste te brengen van de in het kader van nieuw beleid voor de uitvoering van de Nota Werkgelegenheid gereserveerde middelen. Omtrent het onderhavige Programma Sociaal-Cultureel Werk 1987 is de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden gehoord in zijn vergadering van 26 november 1986, terwijl voor het onderdeel emancipatie-activiteiten de Commissie voor Eman cipatie-aangelegenheden is gehoord in zijn vergadering van 19 november 1986. Naar aanleiding van de in de genoemde commissies gevoerde discussie merken wij het volgende op. 1Lesbisch archief. (vgl. Nadere Standpuntbepaling, pag. 26). Tijdens de behandeling van ons voorstel in de Commissie voor Emancipatie aangelegenheden is ons gebleken dat het onder 2.2.1 opgenomen herziene toekenningsvoorstel niet juist is weergegeven. Er is ten onrechte geen rekening gehouden met de naar aanleiding van het door het Lesbisch Archief ingediende bezwaar herziene voorstel, waarbij het subsidie in de organisatie- en activiteitenkosten van 6.380,is verhoogd tot 6.600, Bij de beschikking dient met dit laatste bedrag rekening te worden gehouden. 2. Stichting Sappho. (vgl. Nadere Standpuntbepaling, pag. 27). Vanuit de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden is aangedrongen op her ziening van ons voorstel op basis van nieuwe gegevens van de stichting. Daaruit bleek dat de stichting reeds is verhuisd naar het pand van het S.V.E.F. en het aanvankelijk begrote tekort van het documentatiecentrum ad 12.247,75 aanzienlijk is teruggebracht. Thans wordt voor 1987 een aanvullend subsidie gevraagd van 2.350,in de huisvestingslasten en 870,in de kosten van de aanschaf van een type machine en kantoorinventaris. Wij blijven van mening, dat gelet op de aanwezigheid van het Lesbisch Archief de noodzaak om de documentatiehoek van de vrouwenboekwinkel uit te breiden tot een documentatiecentrum niet aanwezig is en dat het documen tatiecentrum in de voorgestelde opzet een provinciaal karakter draagt. Gelet daarop zijn wij van mening, dat niet moet worden meegewerkt aan het tot stand komen van een documentatiecentrum. Wel zijn wij bereid om met het bestuur van de Openbare Bibliotheek te overleggen over de mogelijkheden om in de bibliotheek een vrouwendocumentatiehoek in te richten. - 3 - Gegeven het onderstaande dient het verzoek van de stichting om medewerking bij het verwezenlijken van een documentatiecentrum niet ontvankelijk te wor den verklaard. Aangezien de stichting evenwel medegebruik heeft gemaakt van het pand van de S.V.E.F. en daarmee verplichtingen is aangegaan en inmiddels inventaris heeft aangeschaft zijn wij bereid om in de huisvestingslasten te subsidiëren voor een periode van een half jaar, ervan uitgaande dat de documentatiehoek na dat half jaar elders wordt ondergebracht. Ook zijn wij bereid de reeds aangeschafte kantoorinventaris te subsidiëren. Gelet op het vorenstaande stellen wij U voor een subsidie van rond 2.000,beschikbaar te stellen. Vrouwengroep N.V.I.H.-C.0.C. (vgl. Nadere Standpuntbepaling, pag. 31). In de vergadering van de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden is de vraag gesteld in hoeverre het reëel is te stellen dat de activiteiten van de vrouwengroep dienen te worden bekostigd uit eigen middelen van de N.V.I.H.-C.0.C. Hoewel met de rekeningcijfers 1985 van de N.V.I.H.-C.O.C. blijkt dat de organisatie financieel gezond is en over voldoende eigen middelen beschikt om ook de activiteiten van de vrouwengroep te kunnen bekostigen, staat het het bestuur vrij om deze middelen op andere wijze aan te wenden. Indien dat zou gebeuren, komen de activiteiten van de vrouwengroep in gevaar, hetgeen door commissieleden niet wenselijk werd geacht. Teneinde een dergelijke situatie te voorkomen werd voorgesteld om de vrouwengroep een subsidie in activiteitenkosten te verlenen (gevraagd subsidie: 8.470,en los daar van zo nodig op rekeningsbasis het huisvestingssubsidie van de N.V.I.H.-C.O.C. bij te stellen. Wij staan voorshands op het standpunt dat het bestuur van de N.V.I.H.-C.O.Cc bereid is voldoende middelen voor vrouwenactiviteiten vrij te maken. Mocht evenwel blijken dat niet of niet in voldoende mate wordt tegemoet gekomen aan redelijke eisen van de vrouwengroep, dan zullen wij alsnog overgaan tot het afzonderlijk subsidiëren van de vrouwengroep en ons nader beraden over de vraag welke consequenties dit dient te hebben voor het huis vestingssubsidie Verdeling beroepskrachtentijd C.O.L. en S.S.K.W.L. (vgl. Nadere Standpuntbepaling, pag. 36 e.v.). Tijdens de vergadering van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is ons gebleken dat een aantal leden niet geheel kon instemmen met ons voorstel. Wij zijn van mening ons voorstel, zoals verwoord in de Nadere Standpunt bepaling, te moeten handhaven. Wij blijvqn er de voorkeur aan geven om de definitieve afweging te doen plaatsvinden in het kader van de vaststelling van het Sociaal-Cultureel Plan '88-'91 en niet tussentijds ter zake een deelbeslissing te nonen. Bezwaren tegen de voorgggtelde verdeling van de beroepskrachtentijd. (vgl. Nadere Standpuntbepaling, pag. 44). Naast een aantal bewonersorganisaties hebben ook Eekta Dal en La Speranza bezwaar ingediend tegen de door het C.O.L. en de S.S.K.W.L. voorgestelde verdeling van de beroepskrachtentijd. Op de pagina's 109 en 111 wordt ter zake verwezen naar het gestelde in hoofdstuk II.3.1 van de Nadere Stand puntbepaling. In dit hoofdstuk is evenwel niet ingegaan op de ingediende bezwaren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 349