Nr. 15841
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 september 1986
(bijlage nr. 339);
BESLUIT
aan H.M. Drent, wonende te Leeuwarden, Auckamastraatje 4, hierna ook te noemen "de
erfpachter"
I. voor onbepaalde tijd in erfpacht af te staan - zulks gecombineerd met de
vestiging van een accessoir opstalrecht - het ten noorden van en aan de weg
Bij de Put liggende perceel grond waarop is gesticht de woning met
aanhorigheden, plaatselijk gemerkt Bij de Put 4, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie A, nummer 2195, groot 38 centiare, zulks tegen een
jaarlijkse canon berekend naar een grondwaarde van acht duizend gulden
8.000,- géén B.T.W. verschuldigd - en een rentevoet van 6,85$ per
jaar, bedragende deze canon derhalve vijfhonderd acht en veertig gulden
548,- behoudens hernieuwde vaststelling van dit bedrag ingevolge na
te melden Algemene Erfpachtsbepalingen Leeuwarden 1982 -;
II. te verkopen en in eigendom over te dragen de op het hiervoor onder I.
bedoelde perceel grond gestichte woqing met aanhorigheden, plaatselijk
gemerkt Bij de Put 4, voor een koopsom van twee en veertig duizend gulden
42.000,- géén B.T.W. verschuldigd -;
één en ander onder de navolgende bepalingen en bedingen:
1. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de akte
tot uitgifte in erfpacht etc.;
indien het verlijden van deze akte door toedoen van de erfpachter later
plaatsvindt dan twee maanden nadat dit raadsbesluit de goedkeuring van Gede
puteerde Staten van Friesland heeft verkregen, is de erfpachter vanaf de
dag, vallende twee maanden na de dag van goedkeuring van dit besluit tot aan
de dag van het verlijden van de akte aan de gemeente een vergoeding
verschuldigd, welke wordt berekend overeenkomstig de berekening van de erf
pachtscanon;
Alsdan is over dezelfde periode over de koopsom der opstal eveneens een
rente van 6,85$ per jaar verschuldigd, alles onverlet het in artikel 12
gestelde;
2. ter gelegenheid van het ondertekenen van de overeenkomst voldoet de erf
pachter aan de gemeente een bedrag van vijfhonderd acht en veertig gulden
548,als waarborgsom; deze waarborgsom - waarover door de gemeente
geen rente zal worden vergoed - wordt aan de erfpachter terugbetaald ter
gelegenheid van het verlijden van de akte tot uitgifte in erfpacht etc.;