Onttrekken aan het openbaar verkeer van het terrein genaamd "de Oude Veemarkt".
Bijlage no. 24 Leeuwarden, 19 december 1986.
Aan de Gemeenteraad.
U hebt in Uw vergadering van 11 november 1985 (bijlage no. 379) besloten tot
het aangaan van de nodige overeenkomsten met Aegon N.V., waaronder begrepen een
overeenkomst tot verkoop van het terrein genaamd "de Oude Veemarkt".
Aangezien het terrein "de Oude Veemarkt" een openbaar karakter heeft zal dit
terrein, alvorens tot eigendomsoverdracht wordt overgegaan, overeenkomstig de
daarvoor in de Wegenwet omschreven procedure aan het openbaar verkeer moeten
worden onttrokken. Ons voornemen tot het doen van een voorstel tot het
onttrekken aan het openbaar verkeer van bedoeld terrein per 1 september 1987
hebben wij op 25 november 1986 door middel van opneming in een tweetal dagbladen
en door aanplakking op het gemeentelijk aanplakbord alsmede op/bij het terrein,
aan belanghebbenden ter kennis gebracht. Daarbij is medegedeeld, dat bezwaren
tegen het opheffen van de openbaarheid tot uiterlijk 11 december 1986 schrif
telijk bij U kunnen worden ingediend.
Binnen de gestelde termijn is één bezwaarschrift ingekomen en wel van de
heer mr. P.J.M. Bruckman te Giekerk; aan de eis met betrekking tot de ont
vankelijkheid is derhalve voldaan. In het ter inzage gelegde bezwaarschrift
wordt gesteld, dat door de onttrekking aan het openbaar verkeer een voor
treinreizigers en anderen onmisbaar parkeerterrein verloren zal gaan dat niet op
redelijke wijze vervangen kan worden.
Wij merken ter zake het volgend op. Op 21 april 1986 (bijlage no. 170) hebt
U overeenkomstig ons voorstel besloten het voorkeursmodel als aangegeven in het
rapport "Studie vervangende parkeervoorzieningen Oude Veemarkt" aan te wijzen
als basis voor de vervanging van de thans aanwezige parkeercapaciteit op "de
Oude Veemarkt". Vervolgens hebt U op 23 juni 1986 (bijlage nr. 250) ingestemd
met het plan van aanpak zoals dat is opgenomen in het rapport "Plan van aanpak
parkeervoorzieningen". In de beide genoemde rapporten is omschreven op welke
wijze de gemeente in genoegzame mate en tijdig zal voorzien in de behoefte aan
vervangende parkeergelegenheid, onder andere door de aanleg van een
P R-terrein aan de Wijnhornsterstraat. Er wordt derhalve op voldoende wijze
aan het bezwaar van reclamant tegemoet gekomen.
Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat het algemeen belang
zich niet verzet tegen het onttrekken van het terrein "de Oude Veemarkt" aan het
openbaar verkeer, zodat wij U voorstellen het aangevoerde bezwaar ongegrond te
verklaren.
Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte
ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.