Vaststelling van de Verordening Gemeentelijke Sociale Dienst 1987.
Bijlage nr. 55 Leeuwarden, 22 januari 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Tengevolge van het feit dat de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeelte
lijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) per 1 januari 1987 in werking
is getreden dient een verordening te worden vastgesteld waarin de procedure van
de behandeling van de aanvragen en de bezwaarschriften met betrekking tot deze
wet wordt vastgelegd.
Wij maakten daarvan reeds melding in onze raadsbrief van 20 november 1986,
bijlage nr. 447, inzake de machtiging aan ons college om de directeur van de
Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) de besluitvorming met betrekking tot de uit
voering van de Wet IOAW te mandateren.
De gemeente Leeuwarden kent thans de Verordening op de Gemeentelijke Sociale
Dienst en de verlening van bijstand en de Verordening op de behandeling van be
zwaarschriften ingevolge de Wet op de bejaardenoorden.
De thans vast te stellen verordening voor de behandeling van de aanvragen en de
bezwaarschriften ingevolge de IOAW zal niet wezenlijk van de inhoud van de twee
hiervoor vermelde verordeningen afwijken.
Teneinde de situatie te voorkomen dat de gemeente drie verordeningen heeft
die qua inhoud niet wezenlijk verschillen, stellen wij U voor ter zake één
verordening vast te stellen. De bestaande verordeningen dienen dan te worden
ingetrokken.
Bij het ontwerpen van de nieuwe verordening is zoveel mogelijk aangesloten bij
de Verordening op de Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand
en de door de dienst opgedane praktijkervaring.
Wij kunnen derhalve volstaan met het geven van een toelichting op enkele artike
len:
artikel 2
Dit artikel somt de taken van de dienst op. Voor de formulering van de taken is
aansluiting gezocht bij de inhoud van de brief van de directeur van de GSD van
5 juni 1980, alsmede bij het gestelde in het rapport "GSD in ontwikkeling" van
het IVA (de betreffende bladzijden en de brief zijn ter inzage gelegd).
artikel 6
Omdat de sanctie op het niet voldoende dan wel onjuist inlichten van de dienst
geregeld is in de wet, (o.a. in artikel 58 ABW en in artikel 21 IOAW), is in de
verordening enkel de verplichting tot het verstrekken van voldoende en juiste
informatie opgenomen.
artikel 10 lid 1
In de Verordening op de Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van
bijstand is in artikel 11 bepaald dat de beslissing op een aanvraag om een
uitkering krachtens de ABW binnen een maand na de aanvraag dient te worden