- 4 -
3. in het geval een uitkering krachtens de ABW wordt gevraagd:
de inhoud van artikel 35, eerste zin en artikel 45, eerste zin van de
ABW;
4. in het geval een uitkering krachtens de IOAW wordt gevraagd:
de inhoud van artikel 41, tweede en derde lid van de IOAW;
b. een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld inlichtingenformulier,
dat zo spoedig mogelijk bij de dienst wordt ingeleverd.
5. In het geval de aanvrager overeenkomstig artikel 28 van de ABW van doorzen
ding van de aanvraag op de hoogte wordt gesteld, wordt daarbij vermeld de
inhoud van artikel 35, tweede zin van de ABW.
Artikel 5
Onderzoek.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 ABW en de artikelen 17 en 18
IOAW, wint de dienst inlichtingen in omtrent:
alle feiten en omstandigheden, die van belang kunnen zijn voor de verlening van
de uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering.
Artikel 6.
Medewerking van de belanghebbende.
1De werkloze werknemer of de echtgenoot in de zin van de IOAW is verplicht in
het kader van het onderzoek ter vaststelling van het recht op de uitkering
ingevolge de IOAW de voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijke gege
vens te verschaffen.
2. De persoon te wiens behoeve een uitkering krachtens de ABW is gevraagd of
wordt verleend, is verplicht om al datgene wat van belang is voor de
verlening van de uitkering of van bewijsstukken voor de voortzetting van de
verleende uitkering mededeling te doen, zo mogelijk onder overlegging van
bewij sstukken
Artikel 7.
Raadsman.
De belanghebbende is bevoegd zich te doen bijstaan door een raadsman.
- 5 -
Artikel 8.
Het horen vein de belanghebbende of derden.
1De dienst geeft aan de aanvrager of de belanghebbende op diens verzoek ge
legenheid te worden gehoord.
2. De dienst geeft aan een derde, die bij de aanvraag om een uitkering krach
tens de ABW betrokken kan zijn, op diens verzoek gelegenheid daarover te
worden gehoord.
Artikel 9.
Geheimhouding
1. Zij, die met de behandeling van of de beslissing op een aanvraag om een uit
kering zijn belast, zijn verplicht tegenover een ieder, die daarmee niet is
belast, geheimhouding in acht te nemen omtrent hetgeen hun bij de uitoe
fening van deze taak ter kennis komt.
2. Deze verplichting tot geheimhouding geldt ook ten aanzien van iedere mede
werker van de dienst omtrent hetgeen hem bij de uitoefening van de taak ter
kennis komt.
3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet indien toepassing daar
van strijd zou opleveren met een wet of met het belang van de aanvrager of
belanghebbende
Artikel 10.
De beschikking.
1. a. De beschikking op de aanvraag om een uitkering krachtens de ABW wordt zo
mogelijk binnen een maand, nadat deze is ingekomen, aan de aanvrager
schriftelijk medegedeeld,
b. Bij de beschikking wordt mededeling gedaan van de mogelijkheid om een be
zwaarschrift in te dienen bij Burgemeester en Wethouders binnen één maand
na de datum van de verzending van de beschikking, alsmede van de inhoud
van de artikelen 36 en 45, eerste zin van de ABW.
2. a. De beschikking op de aanvraag om een uitkering krachtens de IOAW wordt de
aanvrager zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen drie maanden na
ontvangst van de aanvraag schriftelijk medegedeeld,
b. Indien niet overeenkomstig de aanvraag wordt beslist, worden de redenen
daarvan bij de beschikking vermeld.