- 2 - 5. de levering en aanvaarding vinden plaats op de dag van het verlijden van de akte tot eigendomsoverdracht; vanaf die dag zijn de baten en lasten voor rekening van de koper en draagt hij het risico van het verkochte; 6. verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwin ning; 7. de uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar; 8. partijen verbinden zich om bij het verlijden van de akte tot eigendoms overdracht afstand te doen van het recht om ingevolge het bepaalde bij de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek of op enige andere grond, ontbinding, vernietiging of ongedaanmaking van de koopovereenkomst te vor deren 9. indien koper op de ingevolge het onder 2. vermelde te bepalen tijd en plaats niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde verschijnt, dan wel, verschenen zijnde, weigert de definitieve akte te ondertekenen, of de koop som en het verder door hem verschuldigde te betalen, wordt hij zonder enige aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nalatig te zijn; in dat geval zal de verkoper het recht hebben deze overeenkomst door een schriftelijke kennisgeving aan koper te ontbinden, alles onverminderd de bevoegdheid van de verkoper gebruik te maken van de hem door de wet gegeven rechtsmiddelen 10. de gemelde percelen grasland, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nummer 180 en Huizum E 1457 zijn belast met een zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, sub b, van de Belemmeringenwet privaatrecht (B.P. recht) 11. ten behoeve van het hierbij verkochte perceel grasland, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nummer 180, groot 3.86.80 hectare als heersend erf en ten laste yan het bij de verkoper in eigendom verblijvende perceel grasland, kadastraal bekend gemeente en sectie alsvoren, nummer 205, groot 3.62.80 hectare, als lijdend erf, wordt hierbij "om niet" gevestigd een erfdienstbaarheid van weg om vanaf het heersend erf de openbare weg genaamd "Teernserdyk" en vanaf de gemelde openbare weg het heersend erf te kunnen bereiken; wordende deze erfdienstbaarheid voorts gevestigd onder de volgende bedingen: a. de erfdienstbaarheid zal uitsluitend mogen worden uitgeoefend over het tracé bestaande uit het thans reeds op de westzijde van het lijdend erf liggende onverharde wagenpad, wordende dit tracé hierna ook aangeduid als "de weg"; b. de weg, die niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar van het heersend erf, de eigenaar van het lijdend erf en de overige rechthebben den, zal mogen worden verlegd, zal mogen worden gebruikt niet alleen als voetpad voor mens en dier, doch tevens als rijweg voor wagens, auto's, landbouwmachines, graafwerktuigen, motoren, rijwielen en alle andere ver voermiddelen in de ruimste zin des woords; de eigenaar van het lijdend erf zal van de weg op gelijke wijze gebruik kunnen blijven maken; - 3 - c. van de weg zal buiten de eigenaar van het heersend erf, dan wel zijn ver tegenwoordigers, personeel, leveranciers, bezoekers, daartoe gemachtigden en al diegenen die met betrekking tot het heersend erf enig gebruiksrecht hebben ontvangen, tevens gebruik mogen worden gemaakt door de eigenaar van het lijdend erf, dan wel zijn vertegenwoordigers, personeel, leveran ciers, bezoekers, daartoe gemachtigden en al diegenen die met betrekking tot het lijdend erf enig gebruiksrecht hebben ontvangen en tenslotte alle overige rechthebbenden; d. het is zowel aan de eigenaar van het heersend erf, als aan de eigenaar van het lijdend erf en verder aan alle personen die van de weg gebruik maken, verboden om vervoermiddelen van welke aard dan ook of andere zaken of goederen op de weg te plaatsen anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig vereist zal zijn, zodat dit gebruik ongehinderd en onverminderd zal kunnen plaats hebben; indien in strijd met deze bepaling mocht zijn gehandeld, zullen beide partijen of hun gemachtigden etc. bevoegd zijn datgene wat zich op de weg bevindt, zonder enige aanmaning te verwijderen door dit op de genoemde openbare weg of elders te plaat sen; e. met inachtneming van de mogelijkerwijs thans reeds ten aanzien van de weg bestaande onderhoudsregelingen welke voortvloeien uit het gebruik van de weg ten behoeve van de bereikbaarheid van bij derden in eigendom zijnde en tot dit gebruik gerechtigde percelen, dient het onderhouden en het schoonhouden van de weg te geschieden door en voor rekening van de eige naar van het heersend erf en de eigenaar van het lijdend erf naar even redigheid van het gebruik dat ieder voor zich van de weg maakt; f. uitdrukkelijk wordt bepaald dat de erfdienstbaarheid ongewijzigd zal blijven voortbestaan, ook al mocht het heersend erf worden gesplitst of van aard of bestemming worden veranderd, ongeacht de eventueel daardoor veroorzaakte verzwaring; 12. wat betreft het gemelde perceel Huizum E, nummer 1457 staat in een op 21 januari 1987 tussen de verkoper en Douwe Sybolt Landman, wonende te Leeuwar den getekende "voorlopige" koopovereenkomst nog het navolgende vermeld: "ten behoeve van het hierbij verkochte peceel grasland, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E, nummer 65, groot 1.18.90 hectare als heersend erf en ten laste van het door de verkoper aan Jan Sije Nijdam, wonende te Teerns, gemeente Leeuwarden, Himpenserdyk 2, te verkopen perceel grasland, kadastraal bekend gemeente en sectie alsvoren, nummer 1457, groot 1.03.88 hectare als lijdend erf, wordt hierbij "om niet" gevestigd een erfdienst baarheid van weg om vanaf het heersend erf de openbare weg genaamd "Boksumerdyk" en vanaf de gemelde openbare weg het heersend erf te kunnen bereiken; wordende deze erfdienstbaarheid voorts gevestigd onder de volgende bedingen: a. de erfdienstbaarheid zal uitsluitend mogen worden uitgeoefend over een tracé dat, gerekend vanaf de gemelde openbare weg, bestaat in het thans reeds op de noordzijde van het lijdend erf liggende onverharde wagenpad en vervolgens vanaf de plaats waar dit wagenpad een einde neemt, in een zich in westelijke richting tot aan de dam in de scheidingssloot tussen het heersend en het lijdend erf uitstrekkende strook grond ter gelijke breedte als gemeld wagenpad, wordende dit tracé hierna ook aangeduid als "de weg" b. de weg, die niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar van het heersend erf, de eigenaar van het lijdend erf en wat betreft gemeld wagenpad zonodig de overige rechthebbenden, zal mogen worden verlegd, zal mogen worden gebruikt niet alleen als voetpad voor mens en dier, doch

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 214