- 4 -
5Diverse bouwkundige voorzieningen in de voormalige lagere Bonifatiusschool
aan de Voorstreek 72c, e.e.a. ten behoeve van de openbare school voor
voortgezet speciaal onderwijs aan moeilijk lerende kinderen (V.S.0.-school)
Wij stellen U voor een krediet van 3^.170,beschikbaar te stellen voor
het treffen van diverse bouwkundige voorzieningen ten behoeve van het gebouw
Voorstreek 72c.
De kosten van 34.170,kunnen worden gedekt in het kader van de finan
ciële verhouding tussen het Rijk en de gemeente (uitkering speciaal onder
wijs)
De inspecteur van het speciaal onderwijs kan zich met deze uitgaaf vereni
gen.
6Diverse voorzieningen en/of aanschaffingen in het gebouw Brandemeer 35,
dependance van de Dr. J. Hoferschool.
Wij stellen U voor een krediet van 11.150,beschikbaar te stellen voor
de volgende voorzieningen/aanschaffingen, ten behoeve van het gebouw Brande
meer 35:
- het aanbrengen van een beveiligingsinstallatie;
- het verhuizen van de inventaris etc. en
- het plaatsen van een telefoontoestel.
De kosten van 11.150,kunnen worden gedekt in het kader van de finan
ciële verhouding tussen het Rijk en de gemeente (uitkering speciaal
onderwijs)
De inspecteur van het speciaal onderwijs kan zich met deze uitgaaf vereni
gen.
7. Gemeentelijke deelname aan het preventief onderzoek baarmoederhalskanker.
In verband met ons in bijlage nr. 60 opgenomen voorstel wordt een krediet
van 8.500,geraamd ten behoeve van de gemeentelijke deelname aan het
preventief onderzoek baarmoederhalskanker.
De kosten van 8.500,kunnen worden gedekt ten laste van de post
"Reservering correcties wegens taxatiefouten" (subfunctie 922.01).
Wij stellen U voor de gemeentebegroting en de begrotingen van de Dienst Stads
ontwikkeling en de Dienst Sociale Werkvoorziening voor het dienstjaar 1987 te
wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris,
Ontwerp-gemeenschappelijke regeling Regio Noord-Friesland.
Bijlagenr. 70 Leeuwarden, 22 januari 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 20 oktober 1986 heeft de voorzitter van de Integratiecommissie
(in het leven geroepen door de dagelijkse besturen van de Regio Friesland-Noord
en het Samenwerkingsverband Noordoost-Friesland) aan de raden van alle gemeen
ten, die betrokken zijn bij de vorming van de nieuwe Regio Noord-Friesland
een ontwerp-gemeenschappelijke regeling doen toekomen.
Gevraagd wordt een uitspraak van de raden, de colleges van burgemeester
en wethouders en de burgemeesters over het concept. Voorzover uw Raad zich
uitspreekt over het concept, ligt het in de rede dat ons college en de burge
meester elk voorzover de bevoegdheden zich uitstrekken zich daarbij zullen
aansluiten. Onmiddellijk na uw uitspraak zal de Integratiecommissie terzake
worden geïnformeerd. Zoals uit de brief van de Integratiecommissie ook blijkt
gaat het nu om een peiling van de meningen. Besluitvorming zal over enkele
maanden aan de orde zijn.
Inhoudelijk ingaande op de aanbiedingsbrief van de Integratiecommissie mer
ken wij op, dat wij een voorstander zijn van de integratiegedachte ten aanzien
van de nieuwe regio. Afgezien van het feit, dat daarmee goede ervaringen
zijn opgedaan in de bestaande Regio Friesland-Noord, zijn wij van mening,
dat integratie het meeste recht doet aan de strekking van de Wet Gemeenschap
pelijke Regelingen. Over de vraag of in de nieuwe regioraad tot gemeentelijke
of politieke fractievorming dient te worden overgegaan willen wij opmerken,
dat naar onze mening gemeentelijke fractievorming in principe weliswaar
uitgangspunt behoort te zijn, omdat de nieuwe regio een samenwerkingsverband
van verschillende gemeenten is, doch dat politieke fractievorming, mede
gelet op het alsdan geringere aantal fracties, niet op voorhand behoeft
te worden uitgesloten. Overigens is dit een aangelegenheid die niet in de
gemeenschappelijke regeling behoeft te worden geregeld.
Enkele in de ontwerp-gemeenschappelijke regeling opgenomen artikelen geven
aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Art ikel_5^_tweede_l id_,_onder_h^_en_art ikel__l 9
Wij zijn van mening, dat justitiële aangelegenheden niet behoren tot
de door de regio te behartigen belangen, gelet op de wettelijke taakafbakening
tussen bestuur en justitie. Politieaangelegenheden zijn principieel geregeld
in de Politiewet en de Gemeentewet, dit laatste voorzover het betreft de
bevoegdheden van de burgemeester als hoofd van de plaatselijke politie.
Bevoegdheden als coördinatie van politiezaken dienen derhalve niet aan de
regio te worden toegedeeld. Wel zou de regio een samenwerkingsbevordende
en - ondersteunende rol kunnen spelen. Hierbij kan met name worden gedacht
aan het ook thans reeds bestaande regionale tripart itie-overleg
Art ikel!.7_, _onder_b^
Wij plaatsen voorts vraagtekens bij de vermelding zonder meer van het speci
fiek welzijn en de maatschappelijke dienstverlening. Wij geven er de voorkeur
aan te spreken over "het beleid als bedoeld in de Welzijnswet", welke wet,
naar het zich laat aanzien na behandeling in de Eerste Kamer met terugwerken
de kracht per 1 januari 1987 in werking zal treden.
Maatschappelijke dienstverlening is tot op heden niet specifiek