-2-
een gemeentelijke bevoegdheid. Mede gelet op de bepalingen in ons college
programma (par. 7, II, blz. 32/33) achten wij opneming van de maatschappelijke
dienstverlening in de gemeenschappelijke regeling voor Leeuwarden .ongewenst.
Artikel_34i_eerste_lid^
Wij kunnen ons verenigen met de in de concept-gemeenschappelijke regeling
genoemde vertegenwoordiging van Leeuwarden bestaande uit 10 leden in de Regio
raad van 63. Hoewel zowel de Regioraad als het dagelijks bestuur hierdoor
niet gering van omvang zullen zijn, is het grote voordeel van deze constructie,
dat alle gemeenten, ook de kleine, niet alleen in de Regioraad maar ook in
het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd zijn, zodat hun betrokkenheid bij het re-
giogebeuren blijft gewaarborgd.
Het in de aanbiedingsbrief genoemde alternatief van 8 leden voor Leeuwarden
op de 63 achten wij niet aanvaardbaar, aangezien het Leeuwarder belang naar
onze mening dan onderbelicht zou kunnen blijven in vergelijking met dat van
andere gemeenten.
Overigens hebben wij enige bedenkingen met betrekking tot de regeling ten
aanzien van de voorzitter. Hiervoor verwijzen wij naar de opmerking bij artikel
50.
Art ikel_34_, _tweede_l id
Uit de tekst blijkt niet geheel duidelijk of er nu één of twee leden van het
college van B. en W. dienen te worden benoemd als gemeentelijk vertegenwoordiger
in de regioraad. De redactie zou in die zin kunnen worden uitgelegd dat niet
meer dan één lid van het college kan worden benoemd. Een dergelijke beperking
zouden wij niet gewenst achten. Teneinde alle twijfel in dit opzicht weg te
nemen geven wij er de voorkeur aan dat wordt gesteld: "2. Bij de aanwijzing als
in het eerste lid bedoeld wijst elke raad tenminste één lid van het college
van burgemeester en wethouders aan".
Art ikel_50_1_eerst e_l id
Krachtens het bepaalde in artikel 13, negende lid van de Wet Gemeenschappelijke
Regelingen moet de voorzitter door en uit de Regioraad worden aangewezen.
Wij betreuren het, dat als voorzitter van de nieuwe regio niet zoals voorheen
een onafhankelijke persoon kan worden benoemd, doch uitsluitend iemand
die reeds lid is als representant van een gemeente. Dit zou onzes inziens
de onafhankelijke positie van de voorzitter schade kunnen toebrengen. Wij
zouden er dan ook voorstander van zijn het onderhavige artikel in die zin
aan te vullen dat de gemeente van wie de vertegenwoordiger tot voorzitter
wordt benoemd, de mogelijkheid krijgt een extra vertegenwoordiger aan te
wijzen in afwijking van het aantal dat in artikel 34, eerste lid is geregeld. Op
wijze kan een meer onafhankelijke positie van de voorzitter worden bereikt.
Artikel_72i_eerste_lid
Wij achten het inconsequent, dat ten aanzien van wijzigingen van belangen,
taken en bevoegdheden een gelijkluidend besluit van alle gemeenteraden nood
zakelijk is, terwijl dat niet het geval is bij de overige wijzigingen. Wij
pleiten voor een regeling, gelijk aan die voor de overige wijzigingen.
Art ikel_62JL_eerste_lidJ,_en_art ikel_64i_eerste_lid^
De voor de indiening bij de gemeenten van respectievelijk de voorlopige
begroting en rekening genoemde data sporen niet met die welke gehanteerd
worden bij de voorbereidingen van de gemeentelijke begroting en rekening,
en derhalve dus ook niet met die van de gemeentelijke beleidsplannen.
Dit bemoeilijkt de verwerking van de financiële consequenties van het
regiogebeuren in de gemeentelijke begroting en rekening. Overigens merken
wij nog op, dat in de concept-regeling de bevoegdheid tot het opstellen
van een beleidsplan ontbreekt.
Voor het overige kunnen wij ons verenigen met de concept-gemeenschap
pelijke regeling.
Op grond van het voorgaande geven wij u in overweging in te stemmen met ons
voorstel en ons te machtigen de Integratiecommissie te berichten, dat met
inachtneming van de gemaakte opmerkingen accoord kan worden gegaan met de
concept-gemeenschappelijke regeling voor de Regio Noord-Friesland.
De Commissie Algemene Zaken'heeft in-de vergadering van 22 januari 1987
met de hoofdlijnen vén dit voorstel ingestemd.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.