Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden voor
een door de koper aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris.
RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake het beroepschrift van mr. N.S.J. Koeman namens Donjon B.V.
Bijlage nr. 98 Leeuwarden, 16 feoru.ari
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Bij besluit van 4 maart 1986, nr. B 457/85, verzonden 6 maart 1986, hebben
Burgemeester en Wethouders een bouwvergunning geweigerd voor het oprichten
van een winkel- en kantorencomplex op het perceel Snekertrekweg 17-23 te
Leeuwarden. De bouwergunning was aangevraagd door Donjon B.V. te Marssum.
Tegen dit besluit heeft de heer mr. N.S.J. Koeman namens Donjon B.V. bij
brief van 1 april 1986 beroep ingesteld bij de Raad.
Overeenkomstig artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies in han
den gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
II. Beroepschrift.
Het beroepschrift van de heer Koeman luidt, samengevat, als volgt:
- Aangezien slechts de bouwverordening ter plaatse geldt, is het onterecht,
dat bij de welstandsbeoordeling van het plan planologische motieven zijn
gebruikt
- Bestreden wordt, dat het bouwplan qua hoogte onvoldoende relatie heeft
met de onmiddellijke omgeving en de te verwachten ontwikkelingen.
- Donjon B.V. is niet in de gelegenheid gesteld het bouwplan aan de opmer
kingen van de welstandscommissie aan te passen.
- De voorgevelrooilijn wordt niet overschreden en van de overschrijding
van de achtergevelrooilijn kan vrijstelling worden verleend.
- Indien de bouwvergunning niet snel wordt verleend, zal Donjon B.V.
schade lijden.
III. Reactie van Burgemeester en Wethouders.
Bij brief van 22 april 1986 hebben Burgemeester en Wethouders op het be
roepschrift gereageerd. Hun reactie luidt, samengevat, als volgt:
- Het is onjuist op te merken, dat de welstandscommissie zich heeft bezig
gehouden met planologische aspecten. Conform haar taak heeft zij zich
beziggehouden met het project zelf en de relatie met de onmiddellijke
omgeving
- Gelet op de jurisprudentie mogen B. en W. zich zonder nadere motivering
conformeren aan het welstandsadvies.
- Het wordt zinvol geacht om o.g.v. artikel 390 b van de bouwverordening
het advies in te winnen van de Hogere Schoonheidscommissie.
- De door de welstandscommissie gewenste aanpassingen waren niet van onder
geschikte aard.
- Voor de overschrijdingen van de voor- en de achtergevelrooilijn zou
een oplossing kunnen worden gevonden.
- Gelet op de afstand tot de spoorlijn zou, bij een eventuele positieve
beslissing, de Spoorwegwet in acht moeten worden genomen.