Entree- en uitgangssituatie.
Momenteel wordt bij de toegang tot het parkeerterrein van de veemarkt per
(vracht)auto parkeergeld geheven. De betaling van het marktgeld vindt hierna
plaats aan de kassa's op het los- en laadperron. Per dier ontvangt de aanvoerder
een betalingsbewijs, hetgeen vervolgens bij de ingang van de hal wordt
ingenomen. Een dergelijk systeem van tariefsheffing wordt als arbeidsintensief
en inefficiënt ervaren.
Bij het nieuwe systeem dat wij wensen door te voeren dient de vervoerder
bij de ingang van het veemarkt/parkeerterrein zowel het markt- als het
parkeergeld af te rekenen. Ten einde de snelheid van aan- en afvoer te bevor
deren zal, tegelijk met het bouwen van twee kassagebouwtjes, de verkeerscir-
culatie op het terrein worden verbeterd. Hiertoe dient een stuk grond van de
Nederlandse Spoorwegen aangekocht te worden.
Uit de ter inzage gelegde stukken blijkt dat de totale investeringskosten
zijn berekend op 1.172.600,(inclusief B.T.W.). In het kader van de ver
deling van de zogenaamde investeringsimpuls 1986 hebt U op 23 juni 1986 voor het
onderhavige project 100.000,beschikbaar gesteld, zodat de netto investering
1.072.600,— bedraagt. Een deel van deze investering ad 622.600,kan
beschouwd worden als achterstallig en buitengewoon onderhoud. In het hiervoor
bestemde Fonds Groot Onderhoud en Vernieuwing Veemarkt zijn evenwel onvoldoende
financiële middelen aanwezig om de onderhoudskosten op te vangen. Wij stellen U
derhalve voor de dekking van de voornoemde onderhoudskosten middels een over
boeking uit het Egalisatiefonds Veemarkt naar het Fonds Groot Onderhoud en Ver
nieuwing Veemarkt mogelijk te maken.
De overboeking heeft geen budgettaire consequenties voor de Algemene Dienst.
De jaarlijkse lasten van het resterende bedrag van 450.000,worden bij
afschrijving in 25 jaar en een rente van voor het eerste jaar berekend op
51.750, Aangezien de verwachting is, dat door middel van de onderhavige
investering de positie van Leeuwarden onder de veemarkten in Nederland een ver
betering zal ondergaan, veronderstellen wij dat de aanvoer van nuchtere kalveren
met 15/6 (8.250 stuks) zal toenemen. Daarnaast wordt als uitvloeisel van genoemde
positieverbetering een stijging van de handel in schapen van 4$ (2.600 stuks)
verwacht. De meeropbrengsten uit hoofde van verhoogde aanvoer zijn derhalve
berekend op 39.750,terwijl de besparingen op personeelskosten geraamd zijn
op 12.000,--.
Op grond van concurrentie-overwegingen wordt het niet raadzaam geacht een
tariefsverhoging door te voeren.
Gelet op de betekenis van de veemarkt voor de structuur van de agrarische
sector in Friesland, is door ons getracht in aanmerking te komen voor een
I.S.P.-bijdrage. Uit overleg met vertegenwoordigers van het Ministerie van Land
bouw en Visserij en het Ministerie van Economische Zaken is evenwel gebleken dat
in verband met concurrentievervalsing en het scheppen van precedenten, de kansen
op subsidiëring minimaal zijn.
Inmiddels heeft een aantal aannemersbedrijven offertes voor het bouwkundige
gedeelte van het project aan ons uitgebracht. Bij uitvoering op deze wijze kan
gesproken worden van een onderhandse aanbesteding. De verbouw van de veemarktac
commodatie leent zich naar onze mening daarvoor. De uitvoeringsbegeleiding bij
de verbouw van de veemarktaccommodatie zal worden opgedragen aan de Dienst
Stadsontwikkeling.
Hoewel een aantal aspecten, waaronder de grondaankoop, nog nadere uitwerking
behoeft, menen wij toch dat het verantwoord is, dat nu een beslissing wordt
genomen.
Een uitstel van de besluitvorming hieromtrent zou namelijk van ongewenste
invloed kunnen zijn op de positie van de Leeuwarder veemarkt.
Het plan voor de aanpassingen van de veemarktaccommodatie is besproken met
vertegenwoordigers van de veehandel en de transportondernemingen. Voorts is het
plan uitvoerig aan de orde geweest in diverse vergaderingen van de Commissie
voor het Marktwezen en de Frieslandhal waar het positief is ontvangen.
De Raadsadviescommissie voor Economische Zaken en Bedrijven heeft in haar verga
dering van 24 november 1986 het plan eveneens positief beoordeeld.
Onder verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken, stellen wij U voor te
besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
- 2 -
- 3 -