- 2 -
Functioneren tussenschoolse opvang (t.s.o.).
De Begeleidingscommissie komt op basis van een uitgebreide inventarisatie bij
alle scholen voor openbaar en bijzonder basisonderwijs tot het oordeel dat de
t.s.o., gelet op het aantal scholen dat een vorm van kinderopvang heeft georga
niseerd, in een duidelijke behoefte voorziet en verwacht dat het aantal kinderen
dat zal moeten worden opgevangen verder zal groeien door de toename van het aan
tal één-oudergezinnen, verhoogde deelname van vrouwen aan het arbeidsproces en
veranderde ideeën over opvoeding. Verder wordt geconstateerd dat afhankelijk van
de betrokkenheid van de ouders, de houding van het schoolteam en de kwaliteit
van de toezichthoudende overblijfkrachten de wijze van organisatie van de t.s.o.
verschilt per school of project. De continuïteit van de t.s.o. is niet gewaar
borgd als gevolg van o.a. het niet beschikbaar zijn van invalkrachten of het
vertrek van deze krachten alsmede het grote verloop.
Bovendien verloopt de werving van overblijfkrachten moeizaam als gevolg van de
aard van het werk en onvoldoende middelen voor een passende betaling.
Als gevolg van het ontbreken van normen voor groepsgrootte en func-
tievereisten voor de overblijfkrachten is de kwaliteit van de t.s.o. evenmin
gewaarborgd. Overigens lijdt de kwaliteit evenzeer aan een gebrek aan
begeleiding/ondersteuning en onderlinge afstemming.
Het grootste deel van de projecten beschikt niet over een eigen
overblijfruimte en maakt gebruik van lokalen zoals gymnastieklokaal, hobbylokaal
of gemeenschapsruimte. Bovendien hebben veel projecten een tekort aan materiaal.
De Begeleidingscommissie komt op basis van de geconstateerde knelpunten tot
het standpunt dat er op korte termijn oplossingen moeten worden aangedragen.
De commissie ziet twee structurele oplossingen:
1t.s.o. als basisvoorziening,
2. continurooster met aansluitende buitenschoolse opvang
en bij het ontbreken van de mogelijkheid een structurele oplossing te reali
seren, een tijdelijke oplossing:
1. tijdelijke organisatie t.s.o. in de vorm van een stedelijk coördinatiepunt.
Standpuntbepaling t.a.v. voorgestelde oplossingen.
1Tussenschoolse opvang als basisvoorziening.
Wij zijn met de Begeleidingscommissie van oordeel dat ter oplossing van de
gesignaleerde knelpunten het de voorkeur verdient een structurele voor
ziening te treffen. De meest voor de hand liggende oplossing is dan de
t.s.o. te beschouwen als basisvoorziening voor de school.
Hiermee worden de noodzakelijke garanties gegeven voor de kwaliteit en con
tinuïteit van de t.s.o. Om deze oplossing te realiseren is het volgens het
rapport echter noodzakelijk minstens 20 betaalde beroepskrachten aan te
stellen.
De kosten die met deze oplossing gepaard gaan zijn van een zodanige omvang
(tenminste 300.000, dat, gelet op de financiële positie van de
gemeente, realisering ervan door ons niet haalbaar wordt geacht.
2. Continurooster met aansluitende buitenschoolse opvang.
Deze oplossing zou onder bepaalde voorwaarden kunnen bijdragen tot een per
manente regeling van de t.s.o. Een keuze voor het continurooster zou
aansluiten bij het Collegeprogram 1986-1990 en de Nota Onderwijs en Eman
cipatie, waarin als beleidsaanbeveling wordt genoemd dat op een aantal scho
len een experiment zal worden voorbereid om de invoering van een con-
- 3 -
tinurooster op haalbaarheid en wenselijkheid te toetsen. In eerste instantie
komen hiervoor scholen in aanmerking met een wijkoverstijgende functie, dan
wel scholen die zelf te kennen geven aan een dergelijk experiment te willen
deelnemen.
Hieruit blijkt reeds dat een massale invoering van het continurooster
voorlopig niet te verwachten is en om die reden op dit moment niet als een
structurele oplossing voor de t.s.o. kan worden aangemerkt.
Een ander aspect is dat er vele onduidelijkheden zijn rond het begrip con
tinurooster. Kort samengevat zijn er twee opvattingen:
a. een continurooster waarbij de middagpauze niet als onderdeel van het
pedagogisch handelen van een school wordt beschouwd. Er treedt dan een
verkorte middagpauze op waarbij de problemen overeenkomen met die van de
tussenschoolse opvang met de meer traditionele schooltijden.
b. Een continurooster waarbij de middagpauze gezien wordt als onderdeel van
het pedagogisch handelen van een school. De verantwoordelijkheid voor de
middagpauze zou dan bij het schoolteam liggen.
Gelet op bovenstaande dient naar ons oordeel geconcludeerd te worden dat
invoering van continuroosters op alle scholen vooralsnog niet haalbaar moet
worden geacht. Wel zal getracht worden om op basis van vrijwilligheid scho
len te stimuleren met het continurooster te experimenteren zoals aangegeven
in de Nota Onderwijs en Emancipatie.
Bovendien zullen wij op basis van de experimenten trachten meer duidelijk
heid te scheppen in de definiëring van het begrip continurooster.
Hierbij zal eveneens aandacht worden geschonken aan de verantwoordelijkheid
van leerkrachten c.q. ouders voor de middagpauze en de consequenties voor de
naschoolse opvang.
3« Tijdelijke organisatie tussenschoolse opvang.
Aangezien de Begeleidingscommissie beseft dat noch de invoering van de
t.s.o. als basisvoorziening, noch de invoering van continuroosters op korte
termijn haalbaar is, wordt voorgesteld de gesignaleerde problemen op de
volgende wijze te ondervangen:
het instellen van een t.s.o.-steunpunt/coördinatiepunt;
de toewijzing van 10 betaalde krachten (15 uur per week) aan diverse
projecten.
De drie hoofdtaken van het voorgestelde steunpunt zijn de volgende:
advisering en voorlichting aan de t.s.o.-projecten, d.w.z. de
(vrijwillige) overblijfkrachten, werkgroepen en de school als geheel;
het ontwikkelen van methoden voor wijk/buurtgerichte werving van
vrijwillig(st)ers
De taak van het steunpunt is voorts om de projecten daadwerkelijk te
ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van de werving van
overblijfkrachten.
Het voorbereiden van bijv. een werkgelegenheidsproject, waarbij het
mogelijk wordt om op de projecten de genoemde 10 tijdelijke betaalde
krachten te laten werken. Om het aantal projecten te verkleinen, moet
het steunpunt waar mogelijk de vorming van combinatieprojecten stimu
leren.
Wij zijn met de Begeleidingscommissie van oordeel dat de geschetste tij
delijke organisatie van de tussenschoolse opvang op dit moment de meest reële
oplossing is voor de gesignaleerde problemen. Wij realiseren ons echter ook dat